De trein is nog niet weg of hij gaat al een tunnel in. Van de stad is niets meer te zien. Minutenlang rijden we door de duisternis. Als we eindelijk uit de tunnel komen zijn we omringd door bergen. Hoge, donkergroene bergen, gelegen rond een kalm kronkelend fjord. Lang kunnen we niet van het uitzicht genieten, want we rijden een nieuwe tunnel binnen. En er weer uit. En nog een keer, en nog een keer, alsof Onze Lieve Heer met een lichtschakelaar aan het spelen is. Maar het is het waard, want telkens als we uit een tunnel komen is het landschap mooier dan even daarvoor, en zijn de bergen hoger. Na een half uur rijden staan we even stil in een dorpje waarvan ik de naam niet ken, hetgeen ons de kans geeft het indrukwekkende uitzicht goed in ons op te nemen. De zon glinstert speels in het water van het fjord. Dan rijden we weer verder. De rotsachtige bergen stijgen majesteus op uit het fjord, verticaal bijna, een paar honderd meter boven het glimmende water uit. Het is weergaloos. Vergeleken hierbij stelt het Oslofjord weinig voor.
We hebben een mooi weekeinde gehad. Bergen is een prachtige stad, niet te groot maar ook niet te klein, fraai gelegen tussen berg en baai. De historische binnenstad heeft het tot de werelderfgoedlijst geschopt, en niet zonder reden. De stad heeft schilderachtige steegjes met oude houten huisjes, geverfd in zachte pasteltinten, versierd met bloemrijke tuintjes. Wie hier niet graag wil wonen heeft geen gevoel voor romantiek. De klinkerweggetjes in het centrum worden geflankeerd door schattige winkeltjes en wijnkelders, en doen nostalgisch continentaal aan. Sommige deftige panden zijn van steen, ogen Hollands, zijn dat waarschijnlijk ook; maar het meeste is van hout, alles netjes geverfd, een harmonie van zachte kleuren. Ik ken weinig steden die er zo lief en pittoresk uitzien. Het is vast geen toeval dat Bergenaren een stuk vriendelijker en opener zijn dan Oslonaren.
Maar Bergen is ook een toeristenstad. Cruiseschepen leggen aan vlakbij de oude binnenstad, die vol is met groepen constant fotograferende en kwekkende Chinezen, Spanjaarden, Italianen, Japanners en Nederlanders. De oude handelshuizen langs de kade zijn fraai gerestaureerd, en huizen prijzige souvenirwinkels en galerieën. Dit is Bryggen, trotse Hanze-enclave van weleer, verplichte kost voor elke toerist van vandaag. En toegegeven: de gevels van de huizen zijn sprookjesachtig mooi. Een drankje kost hier tien euro, maar dan zit je ook ergens. Even verderop ligt de Bergense vismarkt, een tourist trap van het zuiverste water, waar een zakje fish & chips twintig euro kost en een bordje mixed grill seafood veertig. Voor de liefhebbers zijn er walvisworsten te koop. Wij lopen liever verder.
De trein stopt in Voss. Op het perron staat een groep Chinese dames te wachten. Ik vrees het ergste, en mijn vrees wordt bewaarheid: luid kakelend komt de groep onze wagon binnen, onder begeleiding van een indringende zweetvoetengeur. Van het ene op het andere moment is de rust volledig verdwenen, en de wagon verworden tot een Chinees kippenhok. Kantonese decibels vliegen ons om de oren. De Chinese treinetiquette komt niet geheel overeen met de Noorse, en ook het aloude adagium dat wie in Rome is zich als de Romeinen dient te gedragen hebben ze helaas niet meegekregen. Chinese toeristen communiceren nu eenmaal niet met mensen die niet tot hun groep behoren, praten niet met 'locals', en trekken zich doorgaans ook niets van ze aan. Wij zijn de levende decorstukken van het openluchtmuseum dat Europa heet, daar komt het op neer. Maar ik heb goede hoop dat de dames straks in Myrdal de trein verlaten. Alles wijst erop dat ze de 'Norway in a nutshell' tour doen - sightseeing in Bergen, een fjordcruise, en de wereldberoemde Flåmbane, alles in één dag gepropt.
We hebben veel gelopen, de afgelopen dagen. Het schijnt in Bergen 250 dagen per jaar te regenen, maar we hebben geluk gehad: het was weliswaar niet zo warm als vorige week, maar toch heerlijk zonnig. En Bergen is een fantastische stad voor wandelaars. Niet alleen de oude binnenstad laat zich het beste te voet ontdekken, maar ook de wijken daarbuiten, met hun aantrekkelijke moderne theaters en musea. En dan is er natuurlijk de groene omgeving. Bergen is, u raadt het al, omringd door bergen, vanwaar men op zonnige dagen als deze kan genieten van indrukwekkende panorama's. De bekendste en dichtstbijzijnde berg heet Fløyen. Deze is ruim driehonderd meter hoog, en ligt direct naast de oude stad. Op de top stikt het van de toeristen, die en masse het kabelbaantje naar de top nemen. Maar de berg is eenvoudig te beklimmen, dus daar gaat onze voorkeur naar uit. De wandeling naar de top is aangenaam, gaat door geurig bos, en is nog gratis ook.
We hebben het fjord achter ons gelaten, en rijden het hooggebergte in. De trein stijgt gestaag. Een woeste beek reist een eindje met ons op. Ik hou van woeste beken, vooral als ze door wouden snijden; ik hou van het contrast tussen dat beukende, steeds veranderende water, en de stilstaande oude bomen eromheen. Maar naarmate we aan hoogte winnen, dunnen de bossen. Er ligt hier verbazingwekkend veel sneeuw. Na elke tunnel is het landschap witter. Grijswit gevlekte bergen strekken zich voor ons uit. Her en der staan eenzame berghutten. Hier zou ik me wel een paar weken willen terugtrekken. Wandelen, koken, lezen, slapen en heel veel schrijven. Meer niet. In de stilte, in de zon, met een smeltend sneeuwlandschap om me heen.
We zijn bijna op de top. Behalve een paar lage, kale boompjes groeit hier weinig. In de sneeuw hebben zich beken van smeltwater gevormd. De trein stopt in Myrdal, en de Chinese dames verlaten de trein, om plaats te maken voor een groep backpackers. Dan gaan we weer verder, het besneeuwde plateau op. Tunnel in, tunnel uit, door oogverblindend witte landschappen en pikzwarte tunnels - over contrasten gesproken. Na een tijdje arriveren we in Finse, het hoogstgelegen station van de spoorlijn, 1222 meter boven de zeespiegel. Dan gaan we weer verder. Richting Oslo, terug naar huis, door het prachtige Noorse landschap.
No comments:
Post a Comment