Vakantie. Na ruim drie gevulde maanden doorgebracht te hebben in de achtbaan Tokyo ben ik er nu even twee weken uit. En na maanden van hoge telefoonrekeningen en eenzame stadswandelingen ben ik weer even samen met mijn vriendin, Liza, wat heel erg fijn is.
Na eerst een week samen in Tokyo doorgebracht te hebben reizen we nu met 'seishun juhachi kippu' (青春十八切符) - goedkope treinkaartjes waarmee je vijf dagen lang onbeperkt van alle boemeltjes en stoptreintjes in het hele land gebruik kunt maken - rond. Momenteel bevinden we ons in Takayama, een prachtig historisch stadje diep in de bergen, ten noorden van Nagoya.
We verblijven in een minshuku, een pension in Japanse stijl. Dat betekent dat we in een kamer met rieten tatami-matten en rijstpapieren schuifdeuren voor de ramen op matrassen op de grond slapen, dat er wanneer we 's avonds in de kamer komen groene thee voor ons klaarstaat, en dat we aan het eind van de dag een heerlijk heet bad nemen, waarna we onze yukata (een soort Japanse badjas) aantrekken. Wanneer we 's ochtends wakker worden, de rijstpapieren deur opzij schuiven en genieten van het uitzicht op de hoge bergen ten oosten van het stadje, ontvouwt zich voor onze ogen een wit, door vrouw Holle te voorschijn getoverd sprookjeslandschap.
De straten van Takayama zijn een genot om doorheen te lopen. De huizen zijn houten kunstwerkjes. Ze zijn veelal gevuld met winkels, die bijzonder fraaie handgemaakte producten verkopen - vooral houtsnijwerk en lakwerk van soms zeer hoge kwaliteit. Daarnaast bevinden zich her en der traditionele sake-brouwerijen en oude koopmanshuizen met fabelachtige houten dakconstructies en fraai gestileerde wanden, versierd met abstracte inkttekeningen.
In een prachtig openluchtmuseum staan boerderijen van honderden jaren oud, die zich oorspronkelijk in het hooggebergte bevonden. De ontzagwekkend hoge en sterke rieten daken van de boerderijen konden vele meters sneeuw dragen. De architectuur is wonderschoon; de traditionele gebruiksvoorwerpen die zijn uitgestald in de huizen fascinerend.
In de vijver zwemt een trotse knobbelzwaan tussen de weerspiegeling van de daken door.
Even verderop staat een megalomaan bouwwerk in de vorm van een reuzentempel. Het bouwwerk draagt een schreeuwend goudkleurig dak, getooid met een grote rode bal. Voor de ingang staan twee torenhoge minaretten, waarop zich een joekel van een davidster en een swastika bevinden - toch een ietwat delicate combinatie, zal ik maar zeggen. Wanneer we er binnengaan worden we welkom geheten door een lange, enigszins gedrogeerd uit zijn ogen kijkende man met een beige legeruniform, en een tweetal mooie dames in kimono die onze naam willen weten. Ieder van hen praat met een zachte zalfstem. Binnen in de tempel bevindt zich een kolossale zaal, waarin vele honderden mensen kunnen zitten (op ons na zijn er op dit moment echter maar twee andere personen). En daar is het grote gouden altaar - de plek waar de Schepper, de heer Su, vereerd wordt. Immers, het was in Takayama waar de aarde geschapen werd - en het is ook Takayama, vanwaar de Nieuwe Tijd van Wereldvrede zich zal verspreiden.
Voor zover het hoofdkwartier van Mahikari, een van de vele nieuwe religies die Japan rijk is.
Het mooiste en opmerkelijkste verschil tussen Tokyo en Takayama zijn de mensen. In Tokyo kun je eenvoudig verdrinken in de anonimiteit zonder door iemand opgemerkt te worden - en als je toch opgemerkt wordt, haalt men zijn schouders erover op. Maar hier kijken mensen elkaar aan. Hier worden we plotseling begroet op straat, hier worden we door onbekenden vriendelijk en nieuwsgierig aangesproken... Mensen vragen ons waar we vandaan komen, wat we doen, wat Nederlanders eten (mijn standaardantwoord is haring - de uitleg over de wijze waarop wij dit dier nuttigen kan altijd op veel verbazing en ontzag rekenen). Gisteren werden wij, terwijl wij langs de weg liepen, plotseling door een picknickend echtpaar uit Nagoya uitgenodigd om met hen mee te eten (het niet beschamen van zulke gastvrijheid is dan ook even belangrijker dan semi-vegetarische principes - zelfs als het rauw varkensvlees betreft). Deze oprechte interesse van veel verschillende mensen is waarlijk een geschenk - zeker als je lange tijd in een stad woont, ben je geneigd de schoonheid en het belang van gastvrijheid een beetje te vergeten.
Aan de rand van het stadje bevinden zich enkele handenvol tempels en heiligdommen op een kluitje, doezelend in de sneeuw. De deuren zijn gesloten, opdat boeddha's en kami het niet koud krijgen. Terwijl we wandelen knispert de sneeuw onder onze voeten en ademen we wolkjes uit.
We weten ons welkom, in het stadje van de mooie daken.
Takayama, dank voor uw warmte.
Mahikari zijn mafkezen hoor, ze hebben ook een redelijk grote internationale tak geloof ik.
ReplyDeleteMocht je geinteresseerd zijn raad ik je aan dit boek telezen:
"Spirits, Selves, and Subjectivity in a Japanese New Religion : The Cultural Psychology of Belief in Shukyo Mahikari" , Brian J. McVeigh, 1997
Ah dus dat was dat afgrijzelijke ding dat ik gezien had. Heb trouwens die mooie dakjes niet gezien. Was met japanse vrienden onderweg en die waren alleen geintereseerd in eten. Moet toegeven het rundvlees daar is om van te smullen,.... maar had toch graag die huisjes willen zien. Jammer, volgende keer beter.
ReplyDeletePato
Ik ben het helemaal met je eens. Ben net een maand in Japan op vakantie geweest. Ik mis de warme Takayama! En die lekkere Takayama ramen, Hida beef....
ReplyDeleteHopelijk kan ik volgend jaar weer Japan bezoeken.