Friday, 30 March 2012

Noorse lente (3): Leverbloempjes

Maart is meestal wit en koud. De lente komt hier doorgaans pas in april. Maar dit jaar was ze ongeduldig, en kwam een maand vroeger dan normaal. Het gevolg: een ongewoon mooie maart. Het kwik liep op tot boven de tien graden, een enkele keer zelfs tot vijftien. Het was licht en zonnig, en elke avond duurde langer dan de vorige.

Oslo is zelden zo mooi als nu. De natuur ontwaakt voor onze ogen. De wilg draagt al katjes. De knopjes op de heg worden elke dag een beetje groter, tot ze op een mooie ochtend opeens in blaadjes zijn veranderd. In de voorheen kale voortuin is een paar dozijn krokussen tevoorschijn gekomen. Geel, blauw, roze: de wereld krijgt er allerlei nieuwe kleuren bij. Maar het mooiste zijn de blauw-paarse leverbloempjes, die zomaar onder de heg vandaan komen. Ook in het bos groeien ze, hier en daar, door niemand geplant maar des te meer geliefd.

De kwettervogels houden het niet meer. Ze zitten met zijn allen in de heg te fladderen en bekvechten. En ze zijn niet de enigen die de lente in hun kop hebben. Een paar warme dagen, en de helft van de Noren heeft zijn kleren al uitgetrokken. Jonge moeders, verwend met een jaar ouderschapsverlof, flaneren zonder jas door de stad. Hun gezichten gaan schuil achter enorme zonnebrillen. Jonge mannen lopen rond in korte broek en T-shirt, een enkeling zelfs op teenslippers. Twee bikkeltjes van tien duiken zelfs in het ijskoude fjord, gadegeslagen door hun trotse vaders. Het is veertien graden, maar men waant zich reeds in de tropen.

De donkere winter is dood en begraven. En als de lente komt, dan komen de feestjes. Iedereen is opeens jarig, en wie dat niet is verzint wel een ander excuus om een feest te organiseren. Er wordt gedanst, geflirt en gezopen. De stad is een stel jonge beren, gulzig ontwaakt uit hun winterslaap. Er hangt speelsheid in de lucht.

Maar er moet ook gewerkt worden. Ik schrijf een boekrecensie en twee korte essays, lees een aantal artikelen, vervolg mijn pogingen klassiek Chinees te leren, word geïnterviewd door een studentenradiozender en geef een presentatie voor een onderzoeksworkshop over Oost-West discours. Veel collega-promovendi hebben de afgelopen weken hun proefschrift ingeleverd. Ik ben nog lang niet zo ver. In mijn hoofd begint mijn proefschrift weliswaar steeds concretere vormen aan te nemen, maar het moet zich allemaal nog materialiseren in de vorm van een stapel beschreven papier. Mij wacht nog een spannende anderhalf jaar.

Maar eerst een weekje uitrusten. De komende week is het paasvakantie, dan neemt het halve land een week vrij om met de familie de bergen in te trekken of naar Zuid-Europese stranden te vliegen. Wij maken van de gelegenheid gebruik om weer eens op bezoek te gaan in het vaderland. Eitjes eten, tulpen kijken, fietsen op het platteland. Even pauze.

No comments:

Post a Comment