Tuesday, 2 March 2010

Tam Ky

Het is een onbeduidende provinciestad, omringd door rijstvelden. Het ligt toevallig aan de grote weg die Hanoi met Saigon verbindt, en krijgt dus het nodige vrachtverkeer te verwerken. Het staat bekend om zijn lẩu: een grote pan hete soep met mie, vis en/of vlees, en verse groenten, die door meerdere mensen gedeeld wordt. Er is net een grote supermarkt gebouwd. Religie doet het er om de een of andere reden goed. Zo bevinden zich er enkele evangelische kerken, een grote Cao Đài tempel, en een tientallen meters hoog beeld van de bodhisattva van het mededogen. De overblijfselen van tempeltorens uit de Champatijd, ten noorden en ten zuiden van de stad, zijn evenwel indrukwekkender. Maar geen van de toeristenbussen stopt hier, dus ze zien maar weinig bezoekers. In de hele stad is welgeteld één hotel waar mensen met een buitenlandse nationaliteit mogen verblijven, en dat hotel is tamelijk belabberd.

Toen Danang een stadsprovincie werd, inmiddels ruim tien jaar geleden, werd besloten om van Tam Ky de nieuwe hoofdstad van de provincie Quang Nam te maken. Sindsdien zijn er aanzienlijke bedragen gepompt in de bouw van brede nieuwe wegen en protserige overheidsgebouwen. Er was ruimte in overvloed, dus men heeft het groots aangepakt. De wegen zijn hier breder dan in Hanoi, al rijdt er nauwelijks verkeer. De overheidsgebouwen liggen tientallen meters uit elkaar. Op de tussenliggende lappen grasland grazen gemoedelijk runderen. De enige hoogbouw is de televisiemast. Tam Ky maakt haar grootheidswaanzin geen moment waar.

Wij waren hier eenmaal eerder, afgelopen september, om onze hersengolven te laten meten door vooroorlogse martelwerktuigen, om stapels papieren te laten bestempelen, en om geïnterviewd te worden door een ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat alles omdat wij graag wilden trouwen. Het was een bizarre, stressvolle dag, die ik uitgebreid beschreven heb in mijn verhaal Gekkenhuizen. Wij wisten toen niet wat ons nog te wachten zou staan; wij wisten niet dat die dag een vijf maanden durende bureaucratische nachtmerrie inluidde. Over die nachtmerrie heeft u kunnen lezen in de verhalen Meer papieren en Woede, dus ik zal u de details nu verder besparen. Laten we het erop houden dat enkele ambtenaren in Tam Ky hun uiterste best heeft gedaan onze procedure zo goed ze konden te frustreren. En laten we het erop houden dat een en ander ons soms kwaad en moedeloos maakte.

Maar wat ons niet doodde, maakte ons sterker. Onze relatie werd beproefd, kwam onder druk te staan, en groeide. We vochten, we scholden, en we leerden dat je soms gewoon geduld moet hebben, en vertrouwen dat het goed komt. We leerden ook hoe de bureaucratie in dit land functioneert – wettelijk vastgelegde procedures zijn van secundair belang, waar het om draait is de juiste hoeveelheid smeergeld bij de juiste persoon te krijgen. We vervloekten de corruptie, maar kozen uiteindelijk toch eieren voor ons geld. We betaalden, en droegen zo bij aan de instandhouding van een ziek systeem. Na maandenlang stress, waarin telkens weer een nieuw papier geëist en telkens weer een nieuwe stempel ongeldig verklaard werd, realiseerden we ons dat dat de enige optie was.

En ja hoor. We hadden nog niet betaald, of alle zogenaamd onoverkomelijke problemen betreffende stempels die niet zouden voldoen, adressen die niet overeen zouden komen en een interview wiens geldigheid verlopen zou zijn verdwenen als sneeuw voor de zon. Plotseling konden wij officieel bij de Partij voorgedragen worden, werd ons toestemming verleend, en werden wij uitgenodigd om op het kantoor in Tam Ky onze huwelijkspapieren te komen tekenen. Vijf maanden getraineer en getreiter door de twee dames die verantwoordelijk waren voor onze procedure kwamen tot een abrupt einde, dankzij tweemaal vijftig euro smeergeld bovenop de officiële kosten. Het was niet te geloven.

En dus namen wij bij aankomst op het vliegveld in Danang de bus naar Tam Ky in plaats van die naar Hoi An. Het was een kleine bus, en hij was stampvol geladen. Veel mensen waren op weg naar hun familie, om met hen Vietnamees Nieuwjaar te vieren. Naast een groot aantal passagiers, van wie de meeste moesten staan, vervoerde de bus een nieuwe matras, een fiets, een metershoge perzikboom en tientallen koffers en tassen, die het halve gangpad blokkeerden. Wij voelden ons als haringen in een ton. Een fietsstuur prikte in mijn rug. Desalniettemin vond de dame die de buskaartjes verkocht dat ik het dubbele tarief moest betalen, aangezien ik als enige in de bus een witte kop had. Dat vertikte ik.

De reis duurde bijna vier uur, en ik moest bijna al die tijd staan. Gelukkig hielden de heren Leonard Cohen en Stef Bos me gezelschap. Op het dashboard stond een fraai wit beeldje van de bodhisattva van het mededogen. Er lagen een pitaya en een mango bij. Toen we in Tam Ky aankwamen, was het al donker. We begaven ons naar een hotel, maar kregen te horen dat daar geen plaats was voor buitenlanders, waarop we doorliepen naar het enige hotel dat wel buitenlandse gasten accepteerde. Het was tamelijk belabberd, maar we waren zo moe dat we direct in slaap vielen.

De volgende ochtend stonden we vroeg op. Heel vroeg. We liepen over een brede stoep langs een brede weg waarover heel weinig verkeer reed. In een cafeetje dronken we een kop koffie, voor een kwart van het bedrag dat je er in Hanoi meestal voor kwijt bent. Mijn zwager, die werkzaam is in Tam Ky, hield ons gezelschap. Toen we de koffie op hadden liepen we naar het provinciale Huis van de Wet (of: Huis Waar Je Gek Wordt). Een dame met een gezicht dat eruit zag alsof ze net in een citroen had gebeten heette ons welkom. Nou ja, wat heet welkom: we werden gesommeerd te gaan zitten en braaf te wachten tot we aan de beurt waren, en vervolgens een kwartier genegeerd. Niet dat er enige reden was om te wachten, want er was niemand vóór ons, maar het ging om het idee - we moesten niet denken dat we zomaar door konden lopen.

We kenden de dame goed. Ze had maandenlang actief onze procedure gefrustreerd. Pas toen we haar een weeksalaris 'cadeau' deden liet ze haar bezwaren varen. Aan haar gezicht te oordelen was het geld reeds op, en hoopte ze op meer. Dat kon ze echter op haar dikke buik schrijven.

Uiteindelijk mochten we dan toch naar boven. In een klein zaaltje zaten de andere dame die onze papieren maandenlang genegeerd had, en haar baas. We kenden haar nog van het interview dat ze ons in september afgenomen had. Ze zag er een stuk vrolijker uit dan toen. Of dat kwam doordat het bijna Nieuwjaar was, of doordat ze ons dankbaar was voor het weeksalaris dat we haar 'cadeau' hadden gedaan, konden we niet met zekerheid zeggen. Ze sprak wat lege woorden, we kregen een boeketje in onze handen gedrukt (waar we later voor moesten betalen, drie keer de marktwaarde, maar dat terzijde), en we mochten het contract tekenen. Mijn geboorteplaats was verkeerd gespeld, zag ik direct, als 'Smallinggerland'. Stomme ambtenaren. Maar wat niet weet, wat niet deert, dus ik hield wijselijk mijn mond, ervan uitgaande dat dit kleine detail onze toekomstige registratie bij de Nederlandse burgerlijke stand niet zal bemoeilijken. Dat hoop ik dan maar.

We tekenden de papieren, we tekenden onze pagina in het Boek van de Wet, en we zagen hoe de papieren getekend werden door de baas. We mochten naar voren komen, en tussen hem en het borstbeeld van Ho Chi Minh in komen staan. Hij overhandigde ons de papieren, mijn zwager maakte een foto, en toen was het reeds voorbij. De ceremonie was kort en zo kaal als een biljartbal. Er kwam geen ritueel bij kijken.

Maar het kon ons weinig schelen. We hadden onze papieren, we hadden een hoge barricade geslecht. We waren officieel, wettelijk, man en vrouw. Op de rituelen en het feest moesten we nog even wachten. Tot tien april, om precies te zijn, want dan is de eigenlijke bruiloft. Hoe dan ook, de bureaucratische nachtmerrie was achter de rug. Vijf maanden stress en honderden euro's, en dat voor een paar lullige velletjes papier, met een stempeltje, een handtekening en een verkeerd gespelde geboorteplaats... Maar het zat erop. Blij en opgelucht liepen we weg van het Huis van de Wet.

We bezochten de Champatorens. Ze waren fraai en gaaf. We bewonderden de reliëfs van dansende hemelwezens, de sierlijke ornamenten en de beelden van Shiva, Parvati en Garuda. We waren de enige. Het was nog vroeg, maar de zon scheen fel, en het was warm. Alleen in de torens was het koel. Het rook er naar vleermuizen. We dankten de goden.

Toen zegden we Tam Ky vaarwel, en stapten op de bus. Onze reis ging verder.


Het Huis van de Wet in Tam Ky

De handtekening

Het is officieel

De champatorens ten zuiden van de stad

De champatorens ten noorden van de stad


De Godin

9 comments:

  1. Van harte gefeliciteerd!!!!!!!!!!!!!!!!!
    Met jullie huwelijk zowel als met de grote overwinning op de bureaucratie!
    Joantine

    ReplyDelete
  2. Lieve 2, van HARTE GEFELICITEERD!!! wat een heerlijk gevoel moet dit zijn!! Veel GELUK!!
    Een dikke zoen van ons.
    Roel en Dea.

    ReplyDelete
  3. you look cute guys! am so happy for you!!!

    ReplyDelete
  4. 結婚おめでとう

    Vergeet niet alles in Nederland zo snel mogelijk te regelen. Alle paperassen zijn slechts 3 maanden (of zoiets) geldig. Dan kan je namelijk weer op nieuw beginnen uittreksels, vertalingen, apostilles とか te verzamelen.

    ReplyDelete
  5. Dat 'Huis van de Wet' doet me wel een beetje denken aan dat gebouw uit 'Asterix en de twaalf proeven', waar ze ook van het kastje naar de muur worden gestuurd. Misschien had je dezelfde tactiek als Asterix & Obelix wel kunnen toepassen ;) Maar mooi dat het geregeld is!

    ReplyDelete
  6. Hoi Aike en Nhung! Van harte gefeliciteerd van ons! Veel geluk!
    Liefs Harmen, Stella en Lente

    ReplyDelete
  7. I cant understand what you wrote here, but I have seen the pictures ^ ^ Congratulations!!! A long journey though, you two made it :)

    ReplyDelete