Saturday 22 December 2007

Terug van weggeweest (II)

Vijf jaar geleden richtte een groepje studenten Wereldgodsdiensten een dispuut op. Zij hielden huiskamerlezingen en -debatten, organiseerden excursies, en creëerden en passant allerlei obscure esoterische rituelen, mythen en tradities. Nu bestond het dispuut precies vijf jaar, en dat werd op gepaste wijze gevierd. In een fraaie oude protestantse kerk in een gezellige Nederlandse universiteitsstad hield een bebaarde theoloog een sterk en bevlogen betoog over de rol van religie in de publieke ruimte, daarbij valse vooronderstellingen over 'integratie' overtuigend doorprikkend. Daarnaast kreeg de wethouder van de stad het eerste exemplaar aangeboden van hun eerste publicatie: 'Bezield Leiden', een boekje waarin verschillende lokale religieuze gemeenschappen geportretteerd waren, en waarvan ondergetekende de co-redactie had gedaan (http://www.nieuws.leidenuniv.nl/index.php3?m=&c=1990 - geïnteresseerden kunnen het boekje bestellen door mij te mailen of een berichtje achter te laten). Het diner na afloop was feestelijk, het weerzien met voormalige studiegenoten gezellig. Het zou de voorbode blijken van een mooie week.

Met een grote rugzak op mijn rug hopte ik heen en weer tussen de drie steden waar mijn Nederlandse leven zich voornamelijk heeft afgespeeld. De grachten van Leiden en Amsterdam lagen er nog net zo pittoresk bij als ik ze drie maanden geleden had achtergelaten. Ook de koffie en broodjes van de Bagels & Beans waren nog steeds dezelfde - hip, smakelijk en iets te duur. Buiten was het kouder dan ik me herinnerde, maar het was een aangename, frisse kou. Het was goed om de Nederlandse taal te spreken, en het was goed om even te kunnen spreken over dingen die er toe doen omdat er een paar lieve mensen waren bij wie dat kon. De afgelopen drie maanden leken voorbij te zijn gegaan als een gierzwaluw in duikvlucht.

We gingen eenmalig in reprise met de voorstelling die we in het voorjaar gespeeld hadden. Ik was weer de succesvolle jonge arts die zijn oudere collega en mentor moest ontslaan, net toen deze in beslag genomen werd door de zelfdoding van een twaalfjarige vluchteling uit Somalië. We lieten nog eenmaal zien hoe de Nederlandse overheid de afgelopen jaren is omgegaan met vluchtelingen die van haar afhankelijk waren, en hoe de vorige minister van vreemdelingenzaken (die nog steeds ongestraft haar tenenkrommende platitudes loopt te verspreiden, maar dat terzijde) tegen hen placht aan te kijken (http://www.toetssteen.nl/prods/boyebah/boyebah.html). Het was fijn om weer een avondje op het toneel te staan. De teerling is al jaren geleden in een andere richting geworpen, maar dat neemt niet weg dat het theater me blijft trekken.

Nederland bleek nog steeds op zoek te zijn naar zichzelf, zoals ze dat al een paar jaar is. Populistische en racistische lieden die een zetel in de Tweede Kamer bezetten werden op raadselachtige gronden verkozen tot politicus van het jaar. Een razend populair tv-programma waarin het idyllische Nederlandsche platteland met zijn Pure Agrarische Zielen geportretteerd werd als een prachtige, liefdevolle wereld waar wij allen naar terug dienen te verlangen ging zijn derde jaargang in. Mijn op één na favoriete vaderlandse liedjeszanger had net een nieuwe CD uitgebracht met allemaal liedjes over het land en zijn inwoners. Een hartverwarmende feelgood movie waarin 's lands populaire acteurs en cabaretiers bijna allemaal acte de présence gaven (alleen hun allochtone vakbroeders en -zusters waren vreemd genoeg allemaal afwezig) was een liefdesverklaring aan fietsen langs de grachten van Amsterdam, aan diplomazwemmen en schooltuintjesmoeders, aan bruine cafés en brallende corpsballen en Sinterklaas en Zwarte Pieten in de Bijenkorf en aan het homohuwelijk - kortom, aan alles wat gezien wordt als typisch Nederlandsch. De samenleving is gefragmenteerd, angst en anomie spoken rond, en men is overspannen op zoek naar een collectieve identiteit. Het gevolg: nostalgie sells. Het lijkt wel alsof we in een nieuwe Romantiek zijn beland, met de zoektocht naar identiteit, het verlangen naar nostalgie en de constructie van het platteland als de Urheimat. En Nederland is hierin natuurlijk niet uniek: Engelse films als 'Love Actually', 'Elizabeth: The Golden Age' en natuurlijk de Harry Potters appelleren aan een zelfde behoefte, hetgeen bijvoorbeeld ook geldt voor de populariteit van Keltische muziek en cultuur. Wij doen ons best ons een nieuwe collectieve identiteit te construeren, romantisch nationalisme is weer helemaal in, en wie niet mee wil doen hoort niet bij ons - daar komt het op neer.

(Maar eerlijk is eerlijk: ook mijn hartje werd verwarmd door de prachtige plaatjes van Sinterklaas in een besneeuwd Amsterdam, door de kus die Daan Schuurmans en Paul de Leeuw elkaar gaven, door de boodschap dat alles toch wel Liefde is ook al heb je het niet altijd door, en natuurlijk door de belofte dat als ik maar hard genoeg geloof in die Liefde ik op een dag Carice van Houten tegen het lijf zal lopen die spontaan smoorverliefd op me zal worden. Dus Carice, als je nog een keertje in Londen bent...)

De trein bracht me naar het hoge noorden. Tussen het schrijven van de gedichten door schold ik even ouderwets goed op de dramatische nieuwe dienstregeling van de NS. In Den Horn kwam de Sint nog even langs - ietwat verlaat, maar dat mocht de pret niet drukken. Hij bracht me als altijd veel moois, waaronder een nieuwe pet waarop ik heel zuinig zal zijn (hoe wist die beste man toch dat ik een nieuwe nodig had...?) en de nieuwste CD van mijn op één na favoriete vaderlandse liedjeszanger. Zijn gedichten gingen opmerkelijk vaak over mijn nieuwe woonplaats. Later die avond won ik voor het eerst sinds jaren weer eens een potje mahjong.

Vanuit een Noord-Drents heideveld keek een verlaten molen op ons neer. Mensen die ons passeerden groetten vriendelijk. De kou sneed door mijn handschoenen. Het was te laat voor bramen en beukennootjes, maar we waren precies op tijd om te genieten van een donkeroranje lucht. De Chinees in Hoogkerk zat nog steeds op dezelfde plek als vijftien jaar geleden, en de mevrouw die me de kroepoek gaf was dezelfde mevrouw die me toen altijd een lolly gaf.

Tussen het neo-classicistische stadhuis en de Martinitoren had men een schaatsbaantje gelegd. In het midden stond een grote kerstboom. Ooit was ik verzot op schaatsen (jarenlang smeekte ik mijn ouders om noren in plaats van houtjes, ik droomde ervan ooit de Elfstedentocht te schaatsen, en ik kon het nooit hebben dat ik bij de schaatswedstrijden in het dorp steevast als tweede of derde maar nooit als eerste eindigde), maar de laatste tien jaar heb ik nauwelijks op schaatsen gestaan. Het was een genot om weer ijs onder mijn voeten te voelen, en het feit dat de gehuurde blauwe ijshockeyschaatsen knelden en botte ijzers hadden deed daar niets aan af. Sierlijk maakten we onze rondjes. Als sterren dansten we over het ijs. Helaas vond een groepje gedrogeerde, verwende vindicatjochies het nodig om de ijsbaan te betreden om aldaar uitgebreid hun bonobodriften tentoon te spreiden, maar gelukkig hielden ze het snel voor gezien. Opgelucht schaatsten we door. Mijn nieuwe pet zat als gegoten.

En er was pasta, en wijn, en er waren lieve mensen en goede gesprekken en verdrietige dingen en mooie plannen en Donald Ducks, en toen bracht de trein me al weer terug naar het vliegveld. En voor ik erg in had was ik weer thuis, in Londen, waar ik door de kerstlichtjes fietste, verwachtingsvol uitkijkend naar de kerstdagen.

Sunday 9 December 2007

Een groene kerst?

Vervuilende vliegtuigen vol VN-diplomaten vliegen naar Bali. Meneren met stropdassen spreken in congreszalen met airconditioning over smeltende ijskappen. IJsberen verzuipen, ecosystemen gaan kapot, natuurrampen en droogte kosten vele mensenlevens, en de meneren met stropdassen zeggen dat te willen veranderen. Alleen jammer dat de meeste regeringen die ze vertegenwoordigen niet zoveel prioriteit geven aan de kwestie.

Je zou denken dat in een land dat voor de helft beneden de zeespiegel ligt een VN-klimaattop groot nieuws zou zijn, maar de websites van de Nederlandse 'kwaliteitskranten' wijden er geen enkel woord aan. Over de hele wereld wordt gedemonstreerd tegen klimaatverandering, maar te oordelen naar de dagbladen maakt men zich in Nederland liever druk over het formaat van frisdrankflesjes en over de nietszeggende beledigingen van een geschifte dictator aan ons adres. Onze sukkel van een minister-president is al lang weer vergeten dat hij enige tijd geleden met Al Gore diens documentaire heeft gezien, en maakt zich nu kwaad over een oud-minister die zo verstandig was om toe te geven dat de Nederlandse deelname aan de illegale inval in Irak misschien niet zo'n goed idee was (Jan-Peter gelooft namelijk nog immer dat we er goed aan hebben gedaan de Born-Again Texaan te volgen in zijn Heilige Oorlog, en sluit graag zijn ogen voor diens structurele mensenrechtenschendingen en voor het feit dat hij het Kyoto-verdrag gebruikt heeft om zijn barbecue mee aan te steken). Ondertussen is de enige groene partij in Nederland onverminderd marginaal, daar de meeste mensen liever Trots op Nederland zijn dan dat zij iets veranderen aan hun consumptiegedrag. De trend van het jaar is een energiezuipende straalkachel in je tuin zetten opdat je ook in de winter op je terras kunt zitten, onderwijl genietend van je kerstverlichte gevel. Men vreet vrolijk vlees zonder zich te realiseren dat de bioindustrie verantwoordelijk is voor het grootste gedeelte van de totale CO2-uitstoot wereldwijd. Wat is er geworden van dat zogenaamde gidsland?

In het Verenigd Koninkrijk is klimaatverandering een meer geuite kreet in het politieke discours. Maar evenals het Nederlandse kabinet denkt de Labour-regering dat ze voor een dubbeltje op de eerste rij kan zitten, en dat een paar halfzachte maatregelen voldoende is om het tij te keren. Men realiseert zich niet dat hiervoor een veel grotere mentaliteitsverandering nodig is, dat het paradigma van continue economische groei en massaconsumptie losgelaten moet worden, dat alleen vergaande belastingmaatregelen en milieuwetgeving machiavellistische multinationals de juiste kant op kunnen duwen. De opportunistische conservatieve oppositie is zo slim geweest om het onderwerp te kapen, en probeert nu te scoren door zich voor te doen als uiterst milieubewust. Alsof economisch liberalisme samengaat met genoemde mentaliteitsveranderingen, alsof de Tories echt bereid zouden zijn multinationals en rijke etters lastig te vallen met milieubelastingen, en alsof ze ook maar iets geven om internationale samenwerking en verdragen... Het is een PR-stunt, maar wel een die ervoor zorgt dat het onderwerp bij de gemiddelde hoogopgeleide Labour-aanhanger irritatie opwekt. Tijdens discussies met zogenaamd linkse mensen krijg je vaak de mythe te horen dat klimaatverandering niet wetenschappelijk bewezen is (dat een paar schreeuwende pseudo-wetenschappers het goed doen in massamedia, en dat niet alle verbanden tussen natuurrampen en het broeikaseffect onomstotelijk vaststaan, betekent natuurlijk niet dat er geen sprake is van snelle klimaatveranderingen als gevolg van menselijk handelen). Partijen ter linkerzijde van Labour maken zich wel zorgen over de ontwikkelingen, maar het ondemocratische Britse districtenstelsel zorgt ervoor dat kleinere partijen zelden of nooit zetels krijgen in het nationale parlement, als gevolg waarvan de stem van de bezorgde minderheid niet of nauwelijks gehoord wordt.

Gisteren vond evenwel een grote klimaatdemonstratie plaats. Duizenden bezorgde mensen trotseerden de regen en hun verkoudheid om van het nationale parlement naar de Amerikaanse ambassade te lopen. Een groep studenten had zich verkleed als kerstmannen en rendieren. Ook liepen her en der met uitsterven bedreigde pinguins, ijsberen en sneeuwpoppen. Er werden interessante kerstliederen gezongen, variërend van 'climate change, climate change, change is on the way - oh wat fun it is to shout when the icecaps melt away' tot 'do they know there's climate change at all'. Toeristen en journalisten maakten aan de lopende band foto's van ons. We liepen naar Trafalgar Square, en van daar naar Piccadilly Circus. Er waren spandoeken van de Groene Partij, de links-populisten van de Respect partij, de liberaal-democraten en de Socialistische Partij, wier leden hun best deden propagandistische krantjes te slijten aan mededemonstranten. Bebaarde fietsers liepen naast besjaalde anarchisten; oudere christelijke dames liepen naast jonge scholieren in gothic-outfit. Een groot aantal religieuze organisaties was vertegenwoordigd, waaronder het London Islamic Environment Network, het Christian Veggie Network, Operation Noah (die mijn sympathie won met spandoeken als 'climate change is Creation abuse' en 'there is no planet B' ), New Age clubjes die papiertjes uitdeelden waarop stond dat als je goed voor de Planeet zorgt de Planeet goed voor jou zorgt, en de Quakers, voorzien van een schitterend veelkleurig vilten spandoek waarop verscheidene afbeeldingen stonden van die prachtige Schepping waarvan wij deel mogen uitmaken. Milieuactivisme en religieuze overtuiging: het zou een leuk onderwerp zijn voor een scriptie... Iemand?

We liepen langzaam Mayfair in. Ik moest nodig naar het toilet, maar realiseerde me dat we net de drukke winkelstraten achter ons hadden gelaten. De laatste Starbucks bleek geen toilet te hebben. Het was wel gepast geweest als ik mijn behoefte had gedaan tegen de etalage van de Rolls Royce winkel, maar helaas stonden twee politieauto's strategisch in de omgeving geparkeerd. Ik dwaalde af van de demonstratie, op zoek naar een café, maar er was in geen velden of wegen een te bekennen. Mijn God, gaan die rotmiljonairs nooit naar de WC? Dan ben je de duurste buurt van Monopoly en dan kun je je niet eens een openbaar toilet veroorloven... Na tien minuten paniekerig rondlopen kwam ik bij een patserig Gordon Ramsay-restaurant. Ik overwoog er naar binnen te gaan, maar zag toen even verderop een café. Toch maar daar.

Gelukkig vond ik mijn vrienden, de ijsbeer en de kerstman, snel weer terug. We waren inmiddels op het plein van de Amerikaanse ambassade aanbeland - een kolossaal, arrogant betonnen gebouw met een hele grote wapperende vlag aan een hele hoge vlaggenmast op het dak. Het standbeeld van Roosevelt keek afkeurend neer op het zootje ongeregeld dat zich op het plein verzamelde. Op strategische afstand van het ambassadegebouw was een podiumpje gebouwd, vanwaar bandjes liedjes zongen en politici toespraken hielden. Dichter bij de ambassade, maar nog altijd op meer dan vijftig meter afstand, werd gedemonstreerd tegen het gedrag van 's werelds grootste vervuiler en zijn gehate president. Tientallen politiemensen met hoog opgeheven kinnen stonden in een rij achter dranghekken. Op enkele centimeters van hen vandaan bevonden zich de anarchisten, die luid trommelden en dansten. Een agent zoomde met een grote camera in op de gezichten van alle aanwezigen.

(Die Verenigde Staten zal ik wel niet meer in komen, nu ik netjes geregistreerd sta in de een of andere database als een potentiële terrorist. Tja, wat wil je ook: milieuactivisme, reizen naar islamitische landen, interesse in religie, subversieve politieke ideeën... Een Amerikaanse studiegenote van me was om vergelijkbare redenen door een conservatief joch in haar universiteit aangegeven bij een Homeland Security iets, en toen zij recentelijk een groot geldbedrag overmaakte naar haar Amerikaanse rekening ging men er automatisch van uit dat ze terroristen financierde - reden voor de FBI om haar uit Engeland over te vliegen en vier uur lang te ondervragen ('heb je wel eens een islamitisch vriendje gehad?' ) en haar te confronteren met e-mails die ze had geschreven. Big Brother is watching you!)

De demonstratie liep tegen haar einde. De ijsbeer, de kerstman en ik vonden een gezellige pub waar heerlijke warme wijn werd geserveerd. Ondertussen liepen hongerige mensenkuddes Oxford Street af en aan, druk zoekend naar zoveel mogelijk goederen. Immers, kerstmis komt eraan, dus er moet gekocht worden. Toen ik mijn wijn op had voegde ik mij bij hen. Gevels en lantaarnpalen waren vrolijk versierd met lampjes. Af en toe werd ik aangestoten door iemand die haast had om ergens te komen, maar dat mocht de pret niet drukken. Zachtjes zong ik kerstliedjes. Een slimme winkelier verkocht alleen milieuvriendelijke producten en had zijn winkels versierd met bewerkt afval. Ik kon het niet laten om mijn kerstcadeautjes bij hem te kopen.

'We're dreaming of a green Christmas', stond er op de papieren draagtas die ik mee kreeg. Mooi gezegd.

Thursday 6 December 2007

Bezoek van de Sint

Decembers donkere dagen zijn aangebroken. Een zeurende keelpijn vertelt me dat ik op mijn vitamientjes moet letten. Het eerste trimester is bijna afgelopen, en ik vraag me vertwijfeld af waarom de tijd zo schrikbarend snel gaat. Ik heb bij lange na niet alle boeken gelezen die ik had willen lezen, niet alle musea bezocht die ik had willen bezoeken, niet alle lezingen bijgewoond die ik had willen bijwonen en niet alle wandelingen gemaakt die ik had willen maken, maar toch zijn de afgelopen weken vol geweest. December is traditiegetrouw de maand van de reflectie, en ik reflecteer er op los, maar de daglichtarme dagen reflecteren weinig licht. Welke idioot heeft ook verzonnen dat er een uur tijdsverschil moet zijn tussen dit land en het continent? Heidegger stelde dat de mens continu in de toekomst leeft, dat 'zijn' neerkomt op 'worden', maar zijn stelling geldt niet voor december, de maand waarin wat 'is' bepaald wordt door wat geweest is, niet door wat zal zijn. Donkere dagen, dit jaar.

Maar gelukkig is december ook de maand van de lichtjes. Kaarsjes branden, een ster wijst de weg. Iemand troost je met een lange boeddhistische e-mail. Iemand anders nodigt je uit voor een paar koppen warme gluehwein en bergen Duitse zoetigheden op de eerste zondag van Advent. En natuurlijk is er het bezoek van de goedheiligman. Hij wist me te vinden toen ik drie jaar geleden in Japan woonde, en hij wist me te vinden in Londen. Ook mijn huisgenoten leerden hem kennen.

Maandagavond zetten we alvast onze schoen. Daar niemand wortels had werd het paard verwend met twee appels, een zoete aardappel, een blikje tomatensoep, een lik nutella en een ananas. Zwarte Piet kreeg zijn traditionele biertje - elk jaar krijgt hij een pijpje Grolsch van me, dit jaar moest hij het met een blikje doen, maar zolang het Grolsch is hoor je hem niet klagen - omdat over de daken klimmen nou eenmaal dorstig maakt. Als een volleerde dirigent leerde ik mijn huisgenoten 'Zie ginds komt de stoomboot', dat we vervolgens gezamenlijk ten gehore brachten. Wat is die Nederlandse taal toch heerlijk lastig om uit te spreken... Maar ook al waren niet alle woorden even eenvoudig te verstaan, onze inspanning werd beloond. De volgende morgen waren onze schoenen gevuld met verrukkelijk ogende chocoladeletters.

Woensdagavond was het eigenlijke Sinterklaasfeest. Daar de beste man eerst nog bij alle Nederlandse huizen langs moest, had hij mij medegedeeld dat hij ietsje later bij ons zou zijn, hetgeen mij de tijd gaf om een grote pan heerlijke tomatensoep te maken. Dat het vieren van Sinterklaas bevorderlijk is voor sociale cohesie bleek wel uit het feit dat we voor het eerst sinds ik hier woon met zijn zevenen gezamenlijk de maaltijd genoten. De vijandelijkheden tussen mijn Italiaanse huisgenoot en mij als gevolg van de loting voor het aankomend Europees kampioenschap voetbal werden even vergeten. Mijn meestal solitaire buurman bleek opeens een heel gezellige jongen te zijn. Het broertje van mijn huisgenote maakte iedereen vrolijk met zijn grapjes in krom Engels. De soep en salade deden het goed. Buiten waaide de wind door de bomen, maar in huis was het lekker warm.

De lege borden en kommen op tafel maakten plaats voor schalen met oud-Hollands strooigoed, een heerlijke zelfgemaakte taart met peertjes en chocoladesaus, mince pies, vruchtenstrudel, kerststol en geconfijte sinaasappelschijfjes met chocolade. De lege flessen wijn werden vervangen door koppen warme chocolademelk met bailey's. Plots werd aan de deur geklopt - net op het moment dat ik even naar het toilet was - en toen we de deur openmaakten zagen we een grote blauwe Ikea-tas vol cadeautjes. We staakten ons wild geraas en gingen over tot het belangrijkste moment van de avond: het openmaken van de cadeaus.

Natuurlijk gingen de cadeaus vergezeld van prachtige gedichten. Mijn Poolse huisgenote had het getroffen: zij mocht een twee pagina's in beslag nemende ode aan haar adres voorlezen (welke Piet schrijft nou gedichten van twee kantjes...?), en kreeg vervolgens een tweetal Murakami-boeken. Mijn gedicht was ietwat ondoorgrondelijk, maar ik geloof dat het er op neer kwam dat de Sint mijn gebruik om de godganse dag te lopen zingen positief waardeerde. De Spaanse identiteit van de goedheiligman bleek uit het feit dat hij in de laatste regel van het gedicht in de Spaanse taal refereerde aan ons gezamenlijke zingen eerder deze week: 'porque tu con nosotros cantarás!' Ook zijn geschenk had hij van huis meegenomen: een fraaie fles Rioja van respectabele leeftijd. Daarnaast kreeg ik wat snoep, en, om een mij onbekende reden, een knalroze boa. Die Sint... Mijn andere huisgenoten werden verblijd met boeken, kaarsen, cd's, snoep, handschoenen en pennen - wat is het toch een geruststellende gedachte dat, hoe internationaal het gezelschap ook is, het altijd dezelfde dingen zijn waarmee de Sint mensen gelukkig maakt. En wat is het een geruststellende gedachte dat hij nooit stilletjes mijn huisje voorbij rijdt, waar ik ook woon.

De lichtjes van december zijn de mooiste van het jaar. En er komen er gelukkig nog meer aan...