Thursday 2 December 2004

De ambassade

Ik ben lid van een grote familie. Het is een oude familie, wier stamboom teruggaat tot in de zeventiende eeuw. Het is een deftige en trotse familie, die in de loop der eeuwen vele invloedrijke en iets minder invloedrijke wetenschappers, politici en andere belangrijke figuren heeft grootgebracht. Het is een familie die vrijheid - van het woord, het geschrift en de gedachte - hoog in het vaandel heeft staan. Het is ook een familie die nog wel eens wat al te neerbuigend doet over andere families die iets minder oud en beroemd, maar daarom niet minder succesvol zijn. Hoe het ook zij, het is een familie van internationaal academisch aanzien (ten minste, dat plegen de familieleden te geloven).

Ik ben een student van de Universiteit Leiden. En ik ben er trots op - zoals het hoort.



Leidse familieleden hebben zich verspreid over de gehele planeet. Maar zoals het dankbare kinderen betaamt, verloochenen zij hun afkomst niet. Zo organiseren zij familiedagen, waarop zij elkaar kunnen ontmoeten - zelfs in den vreemde. Als Leidse student had ik afgelopen week de eer uitgenodigd te worden voor een dergelijke familiedag, waarop afgestudeerden van aanzien, onzekere nog-niet-afgestudeerden, en mensen die zich enigszins onwennig tussen het servet en het tafellaken in bewogen samenkwamen voor een goede maaltijd en een interessante lezing.



Wij waren door de ambassadeur en zijn charmante Franse echtgenote uitgenodigd in hun residentie (de ambassadeur is zelf een voornaam lid van de Leidse familie, en nodigt ieder jaar zijn familieleden uit voor deze bijeenkomst). Samen met mijn Leidse neef Wouter, die ook in Tokyo studeert, begaf ik mij naar de ambassade voor deze bijeenkomst. Wij hadden ons voor de gelegenheid strak in het pak gehesen - je komt per slot van rekening niet iedere dag bij een ambassadeur thuis. Tamelijk onzeker waren we over de tijd waarop we geacht werden te verschijnen - betekent 'half zeven' dat je moet zorgen op dat tijdstip aanwezig te zijn, of dat je vanaf dat tijdstip kunt komen binnendruppelen? Uiteindelijk besloten we maar om exact om half zeven het huis te betreden; dan begingen we in elk geval geen al te grote faux pas.



Bij de ingang werden wij verwelkomd door een Japanner in uniform, die ons in het Engels aansprak, wat een vreemde gewaarwording was - ik kan me in elk geval niet herinneren ooit een geuniformeerde Japanner Engels te hebben horen praten. Daarna begaven wij ons richting het huis.

Ofschoon ik nooit in Jakarta geweest ben, laat staan in Batavia, waande ik mij onmiddelijk in die contreien. De residentie was een grote villa, gebouwd in een imposante koloniale mix van neo-stijlen. De negentiende eeuw grijnsde ons reeds vanaf de gevel tegemoet, en dat gevoel werd behoorlijk versterkt toen wij bij de voordeur welkom geheten werden door een opmerkelijk Zuidoost-Aziatisch ogende dame in een zwart-wit serveerstersuniformpje. Wij werden geleid naar een ruime kamer, waarvan de gebroken witte muren en het plafond versierd waren met beschaafde, niet overdadige doch ontegenzeggelijk Victoriaanse ornamenten. Aan het plafond hing een kroonluchter. De ene helft van de ruimte werd in beslag genomen door een grote tafel, de andere helft door enkele tientallen in dezelfde richting geplaatste stoelen, enkele kleinere tafeltjes en een diascherm.



Wij werden van drinken voorzien door een eveneens ietwat Zuidoost-Aziatisch ogende butler (die onze glazen de rest van de avond zodra zij enigszins leeg begonnen te raken weer zou bijvullen). Om ons heen begroetten oude relaties elkaar op rituele wijze. Onder het spreken en begroeten waren her en der de statusverschillen reeds zichtbaar. Oude jongens waren aangevangen met hun gesprekken over krentenbrood. Wij bewogen ons daar schuchter doorheen, trots als een pauw dat we waren uitgenodigd en deel uit mochten maken van deze familie. We spraken met studiegenoten die we reeds kenden, en met enkele andere leden van de vermaarde Leidse familie die we nog niet kenden. Een enkele sympathieke afgestudeerde heer van aanzien vroeg ons wie wij waren en wat wij in Japan kwamen doen.



Daarna volgde de maaltijd. Deze was verrukkelijk. Wij nuttigden haar op de van tempo doeloe overlopende verwarmde veranda met rococozuiltjes, die uitkeek over een fraaie tuin met een idyllisch egaal gazonnetje. Het gesprek ging natuurlijk over de aangekondigde bezuinigingen die ons aller opleiding binnen afzienbare tijd ongenadig hard zullen treffen, waarbij duidelijk werd dat de klachten die men dertig jaar geleden had ten aanzien van deze opleiding nauwelijks verschilden van de klachten van vandaag de dag - voor zover de illusies aangaande verbeteringen in het onderwijs. Ook wel aardig was het feit dat het beleid dat de afgelopen jaren door de opleiding gevoerd is door bepaalde invloedrijke japanologen op ongenadige harde wijze bekritiseerd werd (hun kritiek was volkomen terecht, maar dat terzijde).

Ook dat is de Leidse familie: genieten van het weerzien door weer even lekker samen te mopperen over het gebrek aan daadkracht, visie en kwaliteit in het ouderlijk huis.



Na afloop van de maaltijd konden wij, onder het genot van een kopje koffie en zeer smakelijke, ongetwijfeld peperdure gebakachtige hapjes dessert, luisteren naar de lezing die door een collega van mij van het Japan-Nederland instituut (sprak hij, eenvoudige part-time taaldocent, niet zonder enige trots) gehouden werd. Zij vertelde een vermakelijk verhaal over een achttiende-eeuwse Hollandse zwendelaar, wiens graf zich hier in Japan bevindt. Historisch onderzoek heeft vele opmerkelijke details over dit heerschap naar boven gehaald; zo was hij onder meer verantwoordelijk voor de verplaatsing van een heuse orang oetan van Indie naar Nederland, en een liefhebber van de goede dingen des levens.



Tijdens de lezing zaten wij, de nog-niet- en de nog-maar-net- afgestudeerden, discreet op de achterste stoelen te luisteren. Natuurlijk lachten wij beschaafd wanneer er een grapje werd gemaakt; voor het overige waren wij stil en luisterden wij.

Vooraan zaten de gerespecteerde afgestudeerden, iets luider lachend dan wij. Zij waren het die na afloop van de lezing de vragen stelden.

Ten weerszijden van de spreekster, ten slotte, bevonden zich de twee hooggeachte heren met de meeste invloed en autoriteit op het gebied van de relaties tussen Japan en Nederland. Zij waren gezeten op stoelen die iets luxer waren dan die van de andere aanwezigen, en zij zaten ook net iets meer ontspannen op hun stoel. Zij waren het die tijdens de lezing op gezette tijden de grapjes mochten maken, zij waren het die de spreker soms onderbraken met verbeteringen en (niet altijd geheel ter zake doende) kritische vragen. Zij hadden de regie.



Graag betuig ik bij dezen mijn dankbaarheid voor de gastvrijheid van de ambassadeur en zijn echtgenote.

Graag ook betuig ik mijn dankbaarheid voor een interessant kijkje in de keuken van de grotemensenwereld, en voor een boeiende introductie tot haar sociale rituelen.



Welkom in de familie, Aike!

4 comments:

  1. Hier nog zo'n Nederlander. Niet in Japan maar wel degelijk een zwendelaar.

    http://www.tsha.utexas.edu/handbook/online/articles/view/BB/fbaae.html

    Vraag me af hoeveel van dit soort figuren we geexporteerd hebben.

    Pato

    ReplyDelete
  2. Tijdens het lezen, bevond ik mij gelijk weer op de bewuste avond!! Beter beschreven kon het niet!!

    Ohja.. side info... die vieze geur is niet van zwervers of de hond van de Ambassadeur, maar van de vruchten van bomen die kapot zijn getrapt. Ik had begrepen dat je ze ook kan eten.. de vruchten. (??)

    Daarna naar Roppongi geweest naar een Mexicaanse bar... Meishi zijn toch heel handig kan ik je verzekeren.. Een pen trouwens ook, wanneer je geen meishi hebt ;-(

    ReplyDelete
  3. Hey Aike, wat leuk dat jullie naar dit soort feestjes kunnen! Lijkt me wel wat.. was t Sintfeestje nog leuk? ook wij hadden de mensen in het huis lootjes laten trekken, t was gezellig.. Met de kerst komen Esther en ik trouwens eens even kijken of Tokyo echt zoveel meer stad is dan dat `boerse` Nagasaki.. :D doeg Sylvia

    ReplyDelete
  4. Hoi Sylvia,

    Leuk dat jullie komen! Wanneer precies? Ik vertrek zelf op de 26e, en ben dan weg de twee weken na kerstmis (naar Takayama en naar de Kansai), maar ik hoop jullie daarvoor nog even te kunnen zien hier! Mail anders nog even het e-mailadres van je mobiel.

    Aike

    P.S. Heb je al een verblijfplaats in Tokyo? Op http://www.khaosan-tokyo.com/ vind je een backpackershotel voor 2000 per nacht...

    ReplyDelete