Het was zomaar een week in februari, een week als alle andere weken, een unieke week. Het was een mooie week, misschien iets voller dan anders, maar verder vrij representatief voor mijn leven hier. Het was een nieuwe week in Londen.
Een beeld van mijn week.
Het is zondag. Nadat ik lang heb uitgeslapen en genoten van een ontbijt bestaande uit geroosterde boterhammen met gebakken ei en sinaasappelsap loop ik naar Turnpike Lane. Ik passeer de Turkse kruidenier, de Koerdische kebabtent, het Cypriotische theehuis, het Soedanese restaurant, de lampenwinkel en de bloemenwinkel met de knalroze knuffelberen in de etalage. De zon schijnt gul. Bij de bushalte van Turnpike Lane stap ik op bus 41, die me naar Archway brengt. Daar ontmoet ik een Engelse vriendin, met wie ik een middagje ga wandelen. We lopen langs de begraafplaats van Highgate maar besluiten om het graf van Marx voor een andere keer te bewaren. Verderop vinden we plotseling een prachtig hofje met donkerbruine Anton Pieck-huizen, compleet met torentjes, glas-in-lood raampjes en krulversieringen. We lopen verder, de Hampstead Heath in. Dit is waarschijnlijk het mooiste park van Londen, en we zijn niet de enigen die op het idee zijn gekomen om deze zonovergoten zondagmiddag hier door te brengen. De heuvel geeft ons een fraai uitzicht over de stad. Ik mag Londen graag, maar moet toch echt toegeven dat haar skyline ongelooflijk lelijk is. Het ergste is het fallische ruimteschipgebouw dat de koepel van St. Paul's Cathedral overschaduwt. Maar de blauwe lucht en het groen om ons heen maken alles goed. Kinderen spelen, zwanen zwemmen parmantig rond, grasparkieten laten zich graag fotograferen, mensen liggen te zonnen. We genieten van een sandwich en een flesje perencider. Ze nodigt me uit voor het avondeten in haar nieuwe woning, en ik help haar met de bereiding van de vegetarian roast. Ik heb nog nooit roast gegeten (sterker nog, ik wist niet eens wat het was), maar het smaakt prima. We genieten van een ovengerecht met wortel, ui en geroosterde noten, frietjes van pastinaak, gebakken aardappels, een sausje van koolraap, gekookte broccoli en uienjus. Na afloop van de maaltijd bekijken we een film over surfende pinguïns op Hawaï. Dan ga ik terug naar huis, waar het internet mij vertelt dat FC Groningen van AZ gewonnen heeft. Tevreden ga ik slapen.
Het is maandag. Ik heb geen college, en besteed wat tijd aan e-mail correspondentie. De coördinator van mijn programma is het eens met mijn voorstel voor mijn scriptieonderwerp. Ik ga mijzelf verdiepen in de wondere wereld van Japans christelijk zionisme. Nee, ik maak het mezelf niet gemakkelijk, maar daarvoor ben ik dan ook niet naar Londen gekomen. Ik hoop origineel onderzoek te kunnen doen, en daar uiteindelijk een artikel over te schrijven. Het grootste probleem is vooralsnog hoe ik aan al die obscure bronnen ga komen... Behalve aan het schrijven van e-mails besteed ik enige tijd aan facebook-gerelateerd studieontwijkend gedrag. Na het middageten lees ik een uurtje of twee in The Catalpa Bow, het klassieke standaardwerk over Japans sjamanisme. Ofschoon er het nodige op aan te merken is blijft het een belangrijk werk. Dan is het tijd om te gaan. Ik neem mijn fiets en loop naar de enige fietsenwinkel hier in de buurt die ik ken. Een paar weken geleden hebben boeven mijn zadel ontvreemd, en ik kwam steeds maar niet toe aan een bezoek aan de fietsenwinkel, die zich op een klein half uur lopen van mijn huis bevindt. Ik loop met mijn fiets door Finsbury Park, en geniet van het zonnetje. Wat een februari... Als ik bij de fietsenwinkel ben komt er een man binnenlopen met een eveneens ontzadelde fiets. We lachen, en ik maak een grapje over de fietszadelbendes die de stad onveilig maken. Dan fiets ik naar de universiteit, waar ik nog een tijdje studeer. Om zes uur ga ik naar een van de gebouwen van de grote broer, het University College London, waar we repetitie hebben. Over drie weken is onze première al, maar de repetitie verloopt belabberd en het gebrek aan concentratie van sommigen irriteert me. Na afloop ga ik nog even langs de pub voor de tweewekelijkse borrel voor postgraduate studenten. De opkomst is laag, maar het is wel gezellig. Om een uur of twaalf fiets ik naar huis.
Het is dinsdag. Na een snelle douche en een kom ontbijtgranen spring ik op de fiets. Ik ben blij dat ik weer kan fietsen en niet elke dag ben aangewezen op een volle metro. Ik ben ook blij dat ik een helm draag, bedenk ik me als ik ternauwernood de moordaanslagen van Miss Diyarbakir '63, Opa Konstantinos en buschauffeur Bill overleef. Even afkloppen. Ik heb college in het gebouw aan Vernon Square. We kijken naar de vorming van laat-negentiende eeuwse mythen over de Indo-Europese oorsprong, naar de identificatie van het gebied van oorsprong met de Duitse gebieden (de 'Urheimat' ), en naar de creatie van de niet-Indo-Europese Ander als een bedreiging voor de pure oorspronkelijke cultuur - kortom, naar hoe antisemitisme deels voortkwam uit en gelegitimeerd werd door (semi-)wetenschappelijke theorieën. Na afloop van het college fiets ik naar het hoofdgebouw aan Russell Square. Ik haal mijn nagekeken papers op bij de faculty office, en zie tot mijn vreugde dat ik hoge cijfers heb gekregen en vooralsnog op koers lig voor een distinction. Dan ga ik naar de postgraduate common room, waar ik mij in een van de bordeauxrode luie stoelen nestel en artikelen lees over Japans ascetisme. Om zes uur ontmoet ik een vriendin, met wie ik eerst een kom ramen eet bij Tortoise and Hare, om vervolgens naar de repetitie van het wereldkoor te gaan. Binnenkort is onze uitvoering, en we herhalen een aantal liederen dat we eerder geleerd hebben; twee van de Balkan en drie uit zuidelijk Afrika. Zoals elke week geeft het zingen me veel energie. Na afloop lopen we naar de Theems. De Orchestra of the Age of Enlightenment geeft een concert in het kader van Nightshift: één uur durende concerten in een informele sfeer, waar studenten voor slechts vier pond naar toe kunnen. We krijgen enkele pianoconcerten van Mozart te horen. De pianist vertelt dat Mozart in feite een jazzpianist avant-la-lettre was, die tussen het orkest door improviseerde, de orkestleden en zichzelf daarmee uitdaagde en het publiek verraste. Hij laat ons horen hoe dat geklonken moet hebben, en het is fascinerend. Daarna krijgen we een dramatisch werk van Beethoven te horen - het contrast kon niet duidelijker zijn. Na een laatste drankje fiets ik naar huis.
Het is woensdag. De dag begint met een college 'Theory and Method in the Study of Religions'. Elke week verheug ik mij op deze twee uren, maar deze week nog een beetje meer dan anders, want de docent heeft een PhD-student uitgenodigd om te komen vertellen over zijn vergelijkende onderzoek naar de Kyoto School en recente Franse filosofie. Maar helaas, zijn verhaal is rommelig en onsamenhangend, hij geeft geen enkele uitleg bij de personen en concepten die hij ten tonele voert, zijn vraagstelling wordt mij niet duidelijk, en ik zet mijn vraagtekens bij zijn interpretatie van Nishida. Ik haal snel een kop koffie en een sandwich en ga dan naar mijn tweede college van de dag. We spreken over verschillende ascetische praktijken in Japan, hoe deze dienen tot het verkrijgen van charisma en religieuze macht, en hoe ze, in tegenstelling tot de gangbare idee, primair collectieve aangelegenheden zijn. We zien een fascinerende documentaire over Nichiren-monniken die in hartje winter honderd dagen vasten en continu emmers koud water over zichzelf heen gooien, onderwijl sutra's schreeuwend. Na afloop van het college ga ik alvast op zoek naar literatuur voor mijn afstudeerscriptie. Ik vind een paar interessante werken over verschillende vormen van de mythe van de verloren stammen van Israël en over Japan en haar Anderen, en ben aangenaam verrast. Aan het eind van de middag drink ik een biertje in de studentenbar, en ga dan met een vriend een hapje eten. In de kelder van een Koreaanse kruidenierswinkel bevindt zich een klein illegaal restaurantje, waar je voor nog geen vijf euro een kom bibimbap met een schaaltje kimchi en een bekertje soep krijgt. We hebben een vrij bizar gesprek over Liechtenstein en apenhersenen, waarna we teruggaan naar de bar om mee te doen aan de pubquiz. We doen het niet slecht, maar winnen niet omdat de quizmaster wilde horen dat de voodoo religie uit West-Afrika stamt. Ja hoor, en het christendom is ontstaan in het oude Egypte, ga toch fietsen. Voodoo is toch echt een Haïtiaanse constructie, deels gebaseerd op West-Afrikaanse, deels op Rooms-katholieke elementen. Maar ach, de derde plaats is ook leuk, vertellen we elkaar als we genieten van onze prijs, een fles wijn. Dan vraagt een vriend van mijn vriend of wij hem die avond willen aanmoedigen, omdat hij meedoet aan een travestieshow. Aha, vandaar die jurk en haklaarzen... Waarom ook niet. We gaan nog even langs Chinatown voor een hapje eten bij Kintaro, mijn favoriete Koreaans-Japanse restaurant, en begeven ons dan naar Soho. Voor de deur van de club staan twee meter lange kerels met sexy pruiken en minirokken te roken. Ik betreed voor het eerst in mijn leven een homoclub in Soho. Het is er eigenlijk best gezellig, en de muziek is prima. Na een tijdje gedanst te hebben is het tijd voor de show. Er wordt gejoeld en geklapt, er worden vrij hilarische karikaturen neergezet en er wordt veel gelachen. Best grappig, voor een keertje, maar ik wil het niet al te laat maken en ga dus toch maar halverwege naar huis.
Het is donderdag. Ik druk wat al te vaak op 'snooze', en moet me dus haasten. Omdat ik de vorige dag met de bus naar huis ben gegaan moet ik nu met de metro naar de universiteit. Ik las in de krant dat het Londense vervoersbedrijf geweigerd heeft een poster met een naakte renaissance-dame in de metro te hangen, omdat mensen daar wel eens aanstoot aan zouden kunnen nemen. Nou, preutse sukkels, ik neem aanstoot aan al die reclame voor louche Scheringa-achtige woekeraars die mensen in het ongeluk storten en voor plastische chirurgie en botox-behandelingen die geadverteerd worden alsof het de normaalste zaak van de wereld is, en aan die vreselijke infantiele posters met behaarde cupido's en couch potatoes die adverteren voor de een of andere datingsite. Een beetje kunst, dat zou de metro goed doen! Ik ben helaas een kwartier te laat voor mijn werkcollege, wat jammer is want mijn studiegenote geeft een interessante presentatie, gevolgd door een boeiende discussie. Na de lunch ga ik naar de postgraduate common room om te studeren. Ik heb volgende week een presentatie over Okinawaans sjamanisme en de rol van gender. Het is een fascinerend onderwerp, maar ik moet nog veel lezen want ik weet nog vrijwel niets van Okinawaanse religie. Maar oh, wat is die bank lekker zacht... Ik kan het niet laten, en geniet van een heerlijk middagdutje. Daarna lees ik verder. Om vijf uur is de wekelijkse lezing van de mytholoog. Hij spreekt even zacht, monotoon en lang als de vorige keren. Zijn verhaal zit vol met details waar ik nauwelijks chocola van kan maken. Ik teken een gemene joker, een stoere voetballer, een zwevende monnik, een emoe, een vlinder en een torii. Omdat ik vanavond niet bij de toneelrepetitie hoef te zijn ga ik na afloop van de vermoeiende lezing met mijn docente en een paar postdocs een hapje eten in het vegetarische Indiase restaurantje om de hoek. Er wordt gesproken over conferenties, over het nieuwste nummer van de nieuwsbrief waarvoor ik ook een stukje heb geschreven, en over het verschil tussen de Europese en de Amerikaanse academie. Wordt dit straks ook mijn wereld? Het klinkt in elk geval behoorlijk spannend allemaal...
Het is vrijdag. Vrijdag is een vrije dag, maar er moet wel gestudeerd worden. Dat lukt eigenlijk niet. Ik doe de was en ruim mijn kamer op, want beide waren hoognodig. Ik doe wat administratieve dingen die ik veel te lang heb laten liggen en schrijf twee kaartjes. Ik stuur een paar mailtjes en heb onverwacht een lang en vrij serieus chatgesprek met iemand. Ik bel naar White Hart Lane om te vragen of er al kaarten te koop zijn voor de UEFA-Cup wedstrijd tegen PSV, maar krijg te horen dat ik nog even geduld moet hebben. Tegen de tijd dat ik aan lezen toekom is de dag al vergevorderd. Na een tijdje gelezen te hebben doe ik boodschappen. Ik maak een eenvoudige doch smakelijke pasta met een tomaten-champignon roomsaus met zongedroogde tomaatjes, kappertjes en blaadjes van het basilicumplantje in de vensterbank. Het smaakt prima. Later die avond volgt een aangename verrassing: Zwartboek is op tv. Ik had de film nog niet gezien en bekijk hem samen met twee huisgenoten. De verhaallijn is soms wat ongeloofwaardig, maar dat neemt niet weg dat het een spannende en zeer onderhoudende film is.
Het is zaterdag. Ik realiseer me dat die presentatie steeds dichterbij komt, en lees een ietwat gedateerd boekje over de religie van Okinawa als achtergrondinformatie. Ik lees dat de hogepriesteres huisde in het paleis Shuri, dat ik drie jaar geleden bezocht heb, en bedenk me dat ik te zijner tijd best wel een jaartje in Okinawa zou willen wonen om onderzoek te doen voor mijn proefschrift. Ik eet een restje pasta en neem mijn tekst nog eens door, want om vijf uur heb ik tekstrepetitie. Het gaat onverwacht goed en ik krijg weer wat meer vertrouwen in de voorstelling. Ik ga direct door naar het feest voor postgraduate studenten van UCL en SOAS. Er zijn weinig mensen die ik ken, en de muziek is vrij beroerd, maar verder is het heel gezellig, getuige het ongemerkt voorbij vliegen van de tijd. Mogelijk heeft het feit dat de drankjes maar 1,50 kosten daar ook een en ander mee te maken. Om een uur of twee neem ik de bus terug naar huis. Na een middernachtelijke maaltijd ga ik slapen. Het was een mooie week.
Eerdere reactie:
ReplyDeleteJinko, 2 maart 2008
Komt me wel bekend voor, van dat studeren ;) En van al die andere dingen die je kan doen, wat is een week toch kort hè? Nog twee weekjes en dan ben ik er tenminste even vanaf, lekker twee weken excursie in Canada en nog een week vakantie, heerlijk. Succes met die presentatie! Groetjes