Saturday 22 November 2008

Later

Tommie en Ieniemienie zaten op schoot bij Gerda. Ze zong een liedje voor ze:
"Later mijn kind
als je groter zult zijn
dan moet je werken
dat zul je wel merken
later mijn kind
als je groter zult zijn
wat voor werk
lijkt jou dan fijn?"
Dat lieten Tommie en Ieniemienie zich geen twee keer vragen. Ze werden astronaut, brandweerman en zangeres. Ze werden rijk, succesvol en beroemd. De toekomst was ver weg en mooi.

Later was altijd ver weg, een eeuwige belofte. Later werd ik zeeman, later werd ik kinderboekenschrijver en -tekenaar, later werd ik acteur, later werd ik politicus of diplomaat, later werd ik wetenschapper. Nu nog niet. Later was veilig opgeborgen, aan gene zijde van het nu. Tot voor kort.

Ineens was het later geworden. Zonder aan te kloppen had de toekomst bezit genomen van het heden. En ineens bleken alle grote dromen en idealen tien vogels in de lucht te zijn, en bleven mijn handen vertwijfeld leeg - vooralsnog, tenminste. Het lied van Stef Bos dreunde mijn trommelvliezen binnen:

"We speelden ooit verstoppertje
in de pauze op het plein
we hadden grote dromen
want we waren toen nog klein
de ene werd een voetballer
de ander werd een held
we geloofden in de toekomst
want de meester had verteld
jullie kunnen alles worden
als je maar je huiswerk kent
maar je moet geduldig wachten
tot je later groter bent

Is dit nu later?
is dit nu later als je groot bent
een diploma vol met leugens
waarop staat dat je volwassen bent
is dit nu later?
is dit nu later als je groot bent
ik snap geen donder van het leven
ik weet nog steeds niet wie ik ben
is dit nu later?"

http://www.youtube.com/watch?v=ugZUtCVkIaU&feature=related

Ik wilde er eigenlijk nog niet aan geloven. Diep in mijn hart omarmde ik de Noorse en Amerikaanse afwijzingen voor een promotieplaats en -beurs. Ik solliciteerde niet naar die aantrekkelijke functie die ik tegenkwam, waarbij ik onderzoek en politiek had kunnen combineren - ook al had ik de sollicitatiebrief al af. Ik wilde even rust en ruimte. Ik wilde die tien vogels nog even laten fladderen, daar boven mijn hoofd. En, bovenal, ik wilde 'iets van de wereld zien' en in volledige vrijheid door Azië huppelen, alvorens mij vast te leggen op een woning, baan of partner, in deze of gene stad. Eenvoudig was het niet. Verschillende keuzemogelijkheden bleven door mijn hoofd spoken. Ik las artikelen van en interviews met succesvolle leeftijdsgenoten: publicisten, schrijvers, politici, diplomaten in de dop, artiesten. En wat had ik nou helemaal bereikt? Geen ene donder, inderdaad. Een zeker gevoel van urgentie, gevoed door een soort calvinistisch plichtsbesef, maakte zich bij tijd en wijle dan ook van mij meester. Maar ik vermande me, en kocht doodleuk een ticket naar Thailand. Enkele reis, welteverstaan. Kortom, ik zegde de toekomst nog even brutaal de wacht toe.

In de tussentijd moest natuurlijk wel gewerkt worden, omdat men van de wind nou eenmaal niet kan leven. Na enkele malen bot gevangen te hebben besloot ik mij niet direct meer te richten tot winkeliers en horeca-ondernemers, maar gewoon te gaan werken via een uitzendbureau. Dat had ik eerder moeten bedenken, want ik kon direct aan de slag.

De eerste week werkte ik via uitzendbureau A fulltime bij een bekend warenhuis. Tja, wat zal ik erover zeggen. Het is een hele verantwoordelijkheid hoor, koekjes en kopjes netjes in de schappen leggen, beveiligingsdingen aan sjaals prikken en reusachtige kerstboomtakken van magazijn zus naar magazijn zo verplaatsen, dat begrijpt u wel... Nee, zonder gekheid, de saaiheid spatte van het werk af. Toegegeven, het was wel leerzaam om eens te zien hoe een organisatie disfunctioneert (communicatie en coördinatie zijn niet de meest eenvoudige zaken, zo bleek). En de meeste collega's waren best aardig. Maar het blijft een vreemde gewaarwording, vuilcontainers legen samen met een doctorandus in de economie, en kerstversieringen uitpakken samen met een Master of Science in de psychologie (beide waren net afgestudeerd, net als ik). Nu las ik laatst ergens dat studenten met bijbaantjes de arbeidsmarkt verstoppen, en bijdragen aan werkloosheid onder ongeschoolden, door werk te doen dat eigenlijk bedoeld is voor hen. Bedrijven laten liever studenten het domme werk doen, want die werken harder of zijn betrouwbaarder, weet ik veel. Zo ook in dit warenhuis. Maar eigenlijk is het een beetje raar dat hier mensen met academisch niveau voor ingezet worden.

Ik richtte mij tot uitzendbureau B, gespecialiseerd in horeca en catering. Verscheidene mensen hadden mij laten weten dat zulk werk niets voor mij zou zijn, maar daar was ik het niet helemaal mee eens. Ik kan best dociel glimlachend wijn of koffie serveren, en tafels afruimen moet ook nog wel lukken, zo dacht ik. En inderdaad, het werk bevalt beter dan wat ik in het warenhuis moest doen, al was het alleen maar vanwege de afwisseling. De ene keer sta ik op een congres koffie te schenken, de andere keer bij een galadiner te bedienen, een derde keer in de pauze van een toneelvoorstelling drankjes te verkopen. Toegegeven, ook dit werk heeft zo zijn keerzijden: behalve dat je uitzendbureau je soms doodleuk op het laatste moment afbelt of een dagdeel minder laat werken, en de verdiensten minimaal zijn, is het natuurlijk ook niet echt leuk om door een verwaande windbuil van een pensioenfondsdirecteur geschoffeerd te worden omdat er een druppel koffie op zijn schoteltje ligt. Maar je merkt al snel dat vriendelijkheid in de meeste gevallen wederzijdse vriendelijkheid genereert, en de uitzonderingen leren je op zijn minst dat maatschappelijk succes niet altijd samengaat met elementaire fatsoensnormen - nooit zo'n windbuil worden, luidt het devies. Rondlopend op congressen en officiële diners zie je in elk geval precies hoe het wel en hoe het niet moet. Goede leiders stellen zich beleefd op, zien iedereen staan, laten zich niet verblinden door status. Slechte leiders zijn daarentegen narcistisch, doen uit de hoogte en zijn geobsedeerd door hiërarchische structuren. (Daarom is er ook zoveel slecht leiderschap in Nederland: op het studentencorps, waar de meerderheid van de toekomstige machthebbers rondloopt, zijn hiërarchisch denken, doorgeschoten assertiviteit en nepotisme - en seksisme, niet te vergeten - de norm. Durf die geijkte patronen maar eens achter je te laten, als je jong, ambitieus, talentvol en bovenal onzeker bent.) Hoe het ook zij, volgende week mag ik politieke hoogwaardigheidsbekleders bedienen, dus dat wordt pas echt interessant. Ik zal mijn ogen en oren open houden.

Gelukkig ben ik nog met een andere klus bezig, want elke dag lief lachen is ook weer wat veel van het goede. Bovendien kan ik van die paar centen die ik met bedienen verdien weliswaar net rondkomen, maar geld sparen voor de reis is er niet of nauwelijks bij. Vandaar dat ik blij was toen een Londense vriendin mij wees op een vacature van een Brits onderzoeksbureau, waarin gevraagd werd om iemand die zowel de Nederlandse als de Engelse taal vloeiend beheerst. Ik reageerde, en werd aangenomen. Zodoende ben ik deze weken bezig met het schrijven van een dik rapport, waarvoor ik statistische data moet analyseren en een verhaal schrijven over recente demografische, economische en culturele ontwikkelingen in Nederland, teneinde potentiële investeerders een beeld te schetsen van de Nederlandse markt en samenleving. Het is weer eens wat anders, maar een boeiende ervaring. Gelukkig heeft het CBS een uitstekende website.

Ondertussen komt mijn reis beangstigend dichtbij. Op 11 december reeds vlieg ik van Düsseldorf via München en Bangkok naar Chiang Mai, in het noorden van Thailand. Dat is over minder dan drie weken. Ik moet nog van alles regelen: een verzekering, malariapillen, een Thais visum. Stiekem vind ik het allemaal behoorlijk eng. Zuidoost Azië is toch wel wat anders dan Japan of het Midden-Oosten, en ik was nog nooit zo lang alleen op reis als ik nu van plan ben. Maar tegelijkertijd geniet ik ook van de voorpret. Het plan, zoals dat er nu uitziet, is als volgt: ik begin mijn reis in Chiang Mai, om van daaruit in twee weken tijd via de oude steden Sukhotai en Ayutthaya naar Bangkok te trekken. Daar ontmoet ik een vriendin, met wie ik kerstmis vier en vervolgens in een paar weken tijd via Zuid-Thailand naar Maleisië en Singapore trek. Zij gaat dan weer naar huis, waarna ik de Straat van Malakka oversteek, om via Sumatra naar Java te gaan. Bali en Sulawesi volgen, waarna ik ergens half februari terugvlieg naar Bangkok. Via Cambodja ga ik dan naar Vietnam, om vervolgens noordwaarts te gaan. Ik hoop dan een visum voor China te krijgen, waar ik enige tijd rond wil reizen. Mogelijk steek ik dan in april over naar Japan en/of Korea om vrienden te bezoeken, maar dat zal afhankelijk zijn van mijn financiële situatie. Uiteindelijk wil ik in Peking op de trein stappen, om via Mongolië en Siberië terug naar Europa te gaan, waar ik ergens in mei of juni weer hoop te zijn.

Natuurlijk gaat het altijd anders dan gepland. Natuurlijk kunnen er vervelende dingen gebeuren, waardoor je eerder naar huis moet, of je reisplannen moet verzetten. Natuurlijk kun je onderweg oude plannen inwisselen voor nieuwe - misschien beland ik uiteindelijk wel in India of Australië, wie zal het zeggen. Natuurlijk bestaat de kans dat ik de Ware tegen het lijf loopt, met wie ik op een tropisch eilandje een bed & breakfast ga beginnen. Er komen altijd onverwachte dingen op je pad als je op reis bent - het lijkt het echte leven wel. Maar waar ik ook beland en wat er ook gebeurt, dat zal niets afdoen aan het plezier dat het plannen maken me nu geeft.

En natuurlijk is er de mogelijkheid dat ik ergens in de loop van het voorjaar plotseling hoor van een mooie promotieplaats, en besluit om eerder naar huis te gaan. Want dat is toch echt wat ik na deze reis het liefste wil, geloof ik: een spannend onderzoek doen, daar een mooi boek over schrijven, en uiteindelijk een doctorstitel halen. Deo volente, zullen we maar zeggen. Ik heb in elk geval recentelijk in een vlaag van inspiratie een opzetje geschreven voor het proefschrift dat ik zou willen schrijven. Het zou een sterk filosofisch verhaal worden, en het plan is heel erg ambitieus. Maar dromen mag, vind ik. Om Mandela te citeren: "We ask ourselves, who am I to be brilliant, gorgeous, talented, and fabulous? Actually, who are you not to be? You are a child of God. Your playing small doesn't serve the world. There's nothing enlightened about shrinking so that other people won't feel insecure around you. We are all meant to shine, as children do. We are born to make manifest the glory of God that is within us. It's not just in some of us, it's in everyone." Boven het maaiveld uitsteken dus, hoe eng ook. Your playing small doesn't serve the world - durf groot te zijn. Niet ter meerdere eer en glorie van het ego, integendeel - maar om de wereld, de Ander, te dienen. Op je eigen manier.

Dus als ik later groot ben, dan word ik wetenschapper, dan word ik filosoof, dan word ik professor, dan word ik schrijver, dan word ik politicus, dan word ik minister, dan word ik vredestichter, dan word ik papa.

Maar eerst een tijdje op reis. Later wacht nog wel even.

1 comment:

  1. Eerdere reacties:


    rachelle, 23 november 2008:

    fijn dat je in je uurtjes hier nog even de tekst op mijn prikbord hebt gelezen :) xx


    mathilde, 24 november 2008:

    Mooie reis hoor... jaloers! (vooral van die treinreis, maar ook toch wel over de rest) Geniet ervan, ben benieuwd naar je verhalen over dat deel van de wereld.

    ReplyDelete