Sunday, 27 April 2008

Wier Neerlands bloed...

"A nation is a soul, a spiritual principle. Two things, which in truth are but one, constitute this soul or spiritual principle. One lies in the past, one in the present. One is the possession in common of a rich legacy of memories; the other is present- day consent, the desire to live together, the will to perpetuate the value of the heritage that one has received in an undivided form. Man, Gentlemen, does not improvise. The nation, like the individual, is the culmination of a long past of endeavours, sacrifice, and devotion. Of all cults, that of the ancestors is the most legitimate, for the ancestors have made us what we are. A heroic past, great men, glory (by which I understand genuine glory), this is the social capital upon which one bases a national idea. To have common glories in the past and to have a common will in the present; to have performed great deeds together, to wish to perform still more-these are the essential conditions for being a people. One loves in proportion to the sacrifices to which one has consented, and in proportion to the ills that one has suffered. One loves the house that one has built and that one has handed down." - Ernest Renan

"[The nation] is an imagined political community. (...) It is imagined because the members of even the smallest nation will never know most of their fellow-members, meet them, or even hear of them, yet in the minds of each lives the image of their communion." - Benedict Anderson

"Nationalism is not the awakening of nations to self-consciousness: it invents nations where they do not exist." - Ernest Gellner


I.

De afgelopen jaren heeft er in Nederland een opmerkelijke nationalistische renaissance plaatsgevonden. De mythe van het tolerante, open, kosmopolitische landje is doorgeprikt en failliet verklaard, om plaats te maken voor een nieuw discours over nationale identiteit en uniciteit. Balkenende's 'normen en waarden' project was meer dan holle paternalistische retoriek - het had een sterk nationalistische subtekst, daar het een poging was te definiëren wat het is dat 'ons Nederlanders' met elkaar verbindt en uniek maakt. Dit nationalistische motief werd nog eens onderstreept door zijn uitspraken over de 'VOC-mentaliteit' - we moeten trots zijn op ons vaderland, op zijn heroïsche verleden, op de handelsgeest die ons land groot heeft gemaakt, dat was de boodschap (subtekst: leve de goede oude tijd, leve het ouderwetse imperialisme, leve de natie). Het succes van een nationalistische populiste als Rita Verdonk maakt deel uit van dezelfde trend. Een van de minst capabele ministers ooit, koningin van de kretologie, grof en discriminerend - maar desalniettemin verkozen tot 'beste politicus van 2007', en zeer succesvol in de peilingen met een partijtje dat door een of ander PR-mannetje 'Trots op Nederland' is genoemd. Wie naar haar website gaat, ziet haar staan aan een groot oranje roer, met op de achtergrond wapperend rood-wit-blauw - de kracht van symbolen wordt door nationalisten over het algemeen goed begrepen.

(Ik zal het verder maar helemaal niet hebben over de platinablonde kruisvaarder uit Venlo, die zijn neo-fascistische agenda eveneens legitimeert middels nationalistische mythen en symbolen. Meneer heeft wel genoeg gratis publiciteit gehad de laatste maanden. Sterk staaltje stupiditeit, Volkskrant.)

De nationalistische renaissance gaat natuurlijk verder dan de politieke arena. Het discours bestaat vooral bij gratie van massamedia. Een programma als 'Boer zoekt vrouw', hoe vermakelijk ook, is een nostalgische constructie van het Nederlandse platteland met een nationalistische subtekst - een van de belangrijkste aspecten van nationalisme is de aanname van een direct verband tussen de natie en een geïdealiseerd landschap, dat teruggaat tot oeroude tijden ('ethnoscape', noemde Anthony D. Smith dit). Een ander voorbeeld is een film als 'Alles is liefde'. De film schept een beeld van een idyllisch Amsterdam, en bevestigt en versterkt tal van symbolen van 'onze' nationale identiteit: Sinterklaas, woonboten, het homohuwelijk, diplomazwemmen, corpsballen, de Bijenkorf, het koninklijk huis, et cetera. Deze symbolen worden geassocieerd met abstracte waarden als solidariteit, tolerantie, vergevingsgezindheid, droge humor en liefde - ziedaar 'onze' nationale volksaard. Wat hebben we het toch gezellig met elkaar. Het is dezelfde boodschap als die van de Top 2000, die elk jaar door miljoenen mensen in Nederland beluisterd wordt, persoonlijke verhalen op ingenieuze wijze in een nostalgisch narratief over de naoorlogse geschiedenis van 'ons land' plaatst, en zodoende een gevoel van gezamenlijkheid creëert, ook met 'Nederlanders' die in verre buitenlanden woonachtig zijn (leve het internet). Ik ben ervan overtuigd dat de Top 2000 de afgelopen jaren sterk heeft bijgedragen aan een toegenomen gevoel van collectieve nationale identiteit - aan Nederland als een 'reimagined community', zogezegd - en zodoende een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de nationalistische renaissance is.

Een op het oog sympathiek project (het formuleren van collectieve normen en waarden, het maken van een romantische film) kan ingezet worden als strategie voor differentiatie, daar het niet slechts uitspraken doet over 'wij', maar en passant ook de 'wij' onderscheidt van een 'zij'. Het moge duidelijk zijn dat de nationalistische renaissance niet alleen gezien moet worden als een project dat gericht is op het creëren en opnieuw uitvinden van een nationale identiteit, maar eveneens als een project dat een kunstmatig onderscheid wil maken tussen 'Nederlanders' en 'anderen'. Aannames over nationale identiteit en over het onderscheid tussen 'wij' en 'zij' worden gereïficeerd; dat wil zeggen, ze worden gepresenteerd als absolute, vanzelfspekende waarheden, in plaats van als recente constructies. Een treffend voorbeeld is de volgende aanname, zo vaak gepapegaaid de afgelopen jaren: 'wij hebben een Verlichting doorgemaakt, zij niet, daardoor zijn wij tolerant, zij niet, en daarom moeten zij zich aanpassen'. Deze aanname is niet alleen uiterst problematisch op historische gronden; het is niet alleen een contradictio in terminis (als 'wij' zo tolerant zijn, waarom hebben we dan zo'n moeite om verschillen te accepteren?); het is bovenal een manier om te zeggen 'zij horen er niet bij, zij zijn anders dan wij' - kortom, 'zij zijn geen echte Nederlanders.'

Nationale identiteit wordt in Nederland tegenwoordig vaak direct geassocieerd met etniciteit en religieuze achtergrond: aan de ene kant heb je Nederlanders, en aan de andere kant heb je moslimse allochtonen. De idee van een moslimse Nederlander strookt niet met ons beeld van Nederlanderschap. Waar in het Verenigd Koninkrijk ten minste nog een poging gedaan wordt een zeker multicultureel ideaal van Britse identiteit te verspreiden (waarmee verhuld wordt hoezeer de Britse samenleving nog een standensamenleving is, en hoe beperkt de sociale mobiliteit voor veel migranten is, maar dat is weer een andere kwestie), wordt in 'ons' nationalistische discours Nederlandse identiteit vrijwel altijd impliciet geassocieerd met afkomst en etniciteit. Vanochtend las ik in de e-Volkskrant de volgende tekst: 'Minderheden in Nederland vinden de lintjesregen de laatste jaren veel te wit. Zo zijn er vrijwel geen Turken en Marokkanen onderscheiden.' Nog even afgezien van de betekenis van deze tekst, die op zich natuurlijk al boekdelen spreekt, is het toch te bizar voor woorden dat we verschillen in stand houden door landgenoten te blijven aanduiden als Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen, Molukkers en dergelijke? De nationalistische renaissance heeft, kortom, een nare racistische ondertoon. De boeren en hun potentiële partners in 'Boer zoekt vrouw' zijn allemaal wit, en dat is geen toeval. Hetzelfde geldt voor de personages in 'Alles is liefde' - hoe is het in vredesnaam mogelijk dat in een film die een eerbetoon is aan Amsterdam, de meest multi-etnische stad van het land, de enige gekleurde mensen Zwarte Pieten (over racistische subteksten gesproken...) en een karikaturale Amerikaanse hiphopper zijn? De boodschap is duidelijk: de Nederlandse volksaard is heel erg wit. Migranten worden gedoogd zolang ze zich 'aanpassen' - kortom, zolang ze bestaande structuren niet ten twijfel trekken - en dan zeggen we op paternalistische toon 'kijk eens naar Aboutaleb, "ze" kunnen het wel, waarom doen de anderen niet als hij?' Maar dit blijft natuurlijk een vorm van differentiatie, een manier om onderscheid te maken tussen 'echte' (etnische) Nederlanders en anderen (al dan niet 'aangepaste' allochtonen), niets meer of minder.


II.

Ik ben een Nederlander. Dat betekent voor mij weinig meer dan het simpele feit dat ik toevallig een Nederlands paspoort heb - voor hetzelfde geld was ik ergens anders geboren. Ik geloof niet zo in essentialistische uitspraken over de aard van 'Nederlanders' (om maar even te generaliseren: veel 'Nederlanders' vinden het om de een of andere reden heel leuk om te filosoferen over 'Nederlanders', en elkaars aannames over verschillen tussen 'Nederlanders' en anderen te bevestigen - zeker wanneer ze zich in het buitenland bevinden. Het zijn net Japanners), en mijn nationaliteit is geen belangrijk onderdeel van mijn zelf-identiteit (toegegeven, in juni zou dat wel eens licht kunnen veranderen - maar voetbal is liefde, en liefde maakt blind, dus dat laten we maar even buiten beschouwing). Maar goed, dat paspoort, dat valt natuurlijk moeilijk te ontkennen. Ik ben ook best blij met mijn Nederlandse paspoort, want het maakt reizen er een stukje makkelijker op. De ellende is natuurlijk wel dat zo'n ding om de zoveel tijd afloopt. En als je dan in het buitenland bent, dan moet je naar de ambassade om een nieuw paspoort te halen. Ambassades zijn prachtige symbolische locaties, stukjes nationale ideologie, markers van de 'imagined community'. Boeiende fenomenen, kortom, en de moeite van het bezoeken meer dan waard.

De metro gaat naar Gloucester Road. De Nederlandse ambassade bevindt zich in een groot, trots pand naast de ingang van Hyde Park. Om de een of andere reden hangt de nationale driekleur moederziel alleen. In tegenstelling tot alle andere ambassades van EU-landen waar ik de afgelopen tijd langs liep schittert de Europese vlag door afwezigheid. Zijn die irrationale anti-Europa sentimenten nu al zo ver tot in het ideologische staatsapparaat doorgedrongen dat ambassades de vlag in de ban hebben gedaan? Onvoorstelbaar, dan ben je een van de landen die de EGKS (de vroegste voorloper van de EU) mede heeft opgericht, een van de landen die economisch geweldig garen heeft gesponnen bij Europese samenwerking, en dan ben je zo opportunistisch om de vlag die die samenwerking symboliseert in de ban te doen... (Maar wie weet, misschien zit het ding gewoon in de was en hangt hij er normaal wel. Het zou natuurlijk kunnen.)

De visum- en paspoortafdeling bevindt zich in een zijkamer van de ambassade. Om er te komen moet men eerst een metaaldetector en twee man beveiligingspersoneel passeren. De zwarte jongeman voor mij wordt streng toegesproken en uitgebreid gecontroleerd. Ik word daarentegen vriendelijk begroet met de tekst 'you're a good guy'. Ik vraag me af wat hij daarmee bedoelt; het zakmesje aan mijn sleutelbos wordt in elk geval genegeerd. Ook de vrouw achter het eerste loket is vriendelijk. Ik mag doorlopen naar de wachtruimte, die gevuld is met families van Oost-Afrikaanse afkomst. In de jaren negentig hebben veel Somalische vluchtelingen de Nederlandse nationaliteit gekregen, waarna een groot deel van hen zich de Europese gedachte heeft eigen gemaakt en zich in het Verenigd Koninkrijk heeft gevestigd. Geheel legitiem, lijkt mij, maar door sommige Nederlanders wordt het geïnterpreteerd als een motie van wantrouwen jegens ons kikkerlandje, dat hen toch zo gastvrij in de armen had gesloten. Kleine kinderen rennen door de wachtruimte, terwijl ik een poging doe een boek te lezen. De koningin kijkt toe. Een man maakt in goed Nederlands een praatje met mij en een dame die ook zit te wachten. Dit is al de derde keer dat hij hier is, want de vorige keren was er steeds iets mis met het formulier of had hij een benodigd document vergeten mee te nemen. Het weerhoudt hem er niet van ons een mooie lach te schenken, terwijl zijn vrouw haar jongste wiegt.

Het duurt even voordat ik aan de beurt ben. Gelukkig heb ik me goed voorbereid, en heb ik wel alle benodigde documenten bij me. Mijn pasfoto's, die ik voor drie pond op de kop had getikt bij de vriendelijke Griekse (dat wil zeggen, Britse) apotheker aan Green Lanes, blijken echter niet aan de strenge eisen te voldoen, omdat mijn hoofd er een fractie te groot op staat afgebeeld. Heerlijk, regeltjesfetisjisme. Wanneer ik vraag of ik mijn oude paspoort mag houden, krijg ik te horen dat dat niet mag, daar de pagina met mijn persoonsgegevens deels heeft losgelaten. (Dat deed het drie jaar geleden al. Ik heb de pagina toen met een klein plakbandje gerepareerd, en heb er vervolgens twee-en-een-half jaar lang probleemloos mee rondgereisd, totdat enkele maanden geleden een Amsterdams douane-ettertje me op hautaine wijze mededeelde dat dit strafbaar is, en me gebood het plakbandje los te maken. Hij was zichtbaar teleurgesteld toen bleek dat niet de hele pagina losliet, en hij me door moest laten. Later heb ik er natuurlijk weer een nieuw plakbandje opgeplakt, om verder uitscheuren te voorkomen - maar gezien zijn opmerking dat dit eigenlijk strafbaar is leek het me wel zo verstandig om dat nu te verwijderen.) De redenering ontgaat mij volkomen. Wanneer je een oud paspoort terugkrijgt, wordt dat sowieso beschadigd, zodat je het niet meer kunt gebruiken. Wat maakt het dan in godsnaam uit dat het al een beetje beschadigd is? Hoe dan ook, regels zijn regels (om de koningin van de kretologie maar eens te citeren), en ik ben mijn oude paspoort kwijt. Slik. Daar gaan ze, mijn Japanse studentenvisum, het Syrische visum dat me zo heeft laten zweten (u herinnert zich een van de eerste verhalen van deze weblog), de re-entry permit waar ik in een bureaucratische hel in een uithoek van Tokyo uren op heb zitten wachten, de yinyang stempeltjes uit Korea, de mooie stickers uit Turkije en Libanon, de andere Japanse stempels... Vaarwel, lieve stempels. Gelukkig heb ik de verhalen nog.

Ik hoor hoe aan het loket naast me de jongeman die eerder door de beveiligingsbeambte onder handen was genomen wordt afgesnauwd. Hij heeft zijn formulier niet goed ingevuld, en hij is bovendien niet teruggekomen voor een nummertje, zoals de dame achter het eerste loket hem had opgedragen. Drie kwartier wachten met een verlopen paspoort, en dan vervolgens afgesnauwd worden omdat je niet begrepen hebt wat men je eerder vertelde, alsof je een hond bent - ik heb wel met hem te doen. Je hóórt het de lokettist gewoon denken: 'stomme Afrikaan, die slecht Nederlands verstaat en zich niet aan de regels kan houden'. (De grootste obsessie van de nieuwe nationalisten is de Nederlandse taal, die gezien wordt als een van de belangrijkste markers voor nationale identiteit - en, derhalve, continu ingezet wordt om het onderscheid met de Ander te benadrukken. Wie de Nederlandse taal niet vloeiend beheerst, is per definitie geen Nederlander, zo gaat de redenering. Vandaar de volstrekt absurde eis, een van de monsterlijke producten van de eerste Balkenende-kabinetten, dat migranten deze taal moeten spreken vóórdat zij zich in Nederland mogen vestigen. Maar dat terzijde.)

Ik loop naar de fotograaf aan Gloucester Road, die precies weet hoe een Nederlandse pasfoto eruit moet zien. Naast me loopt de dame die ook zat te wachten, met haar twee kinderen, voor wie ze net een paspoort heeft aangevraagd - ook hun foto's voldeden niet aan alle regeltjes. De dame blijkt al achttien jaar in Engeland te wonen. Haar kinderen zijn hier geboren en getogen. Ze vraagt zich af hoe het komt dat er zoveel 'Somalische' families waren, en ik vertel het haar. 'En dat noemt zich Nederlander', schampert ze. Ik vraag me af hoe een Nederlandse die zich zelf in het buitenland gevestigd heeft het in haar hoofd haalt haar landgenoten (want dat zijn het natuurlijk, juridisch gesproken) die dezelfde keuze hebben gemaakt te veroordelen. Maar ik zeg maar niets.

De fotograaf is een grote smeerlap. Hij vraagt vijftien pond voor een zestal pasfoto's, op te halen na drie kwartier; als je maar een kwartier kunt wachten word je twintig pond lichter gemaakt. Het is een bizar bedrag, maar de kerel baat zijn monopoliepositie genadeloos uit. Ik vraag me af hoeveel procent van zijn omzet in de zakken van het ambassadepersoneel verdwijnt, zeker als ik zie dat de pasfoto's maar een heel klein beetje verschillen van de foto's die ik aanvankelijk had overhandigd. Nee, het zal toch niet? 'Wij Nederlanders' zijn toch niet corrupt...?

Als ik terugkom bij de ambassade is de paspoortafdeling reeds gesloten, maar ik mag mijn foto afgeven bij de receptie. De receptiedame draagt een keycord waar 'Holland' op staat. Aan de muur hangen twee grote Keukenhof-posters, en portretten van Beatrix en, zowaar, prins Claus. Alle symbolen zijn netjes aanwezig. De blauwe vlag met gele sterren is netjes afwezig. De dame spreekt door de telefoon met iemand over een andere familie, die nog niet is teruggekomen. Ik denk dat ze het over de dame met de twee kinderen heeft, en wil haar vertellen dat die later komen omdat ze, begrijpelijk, voor de langzame pasfoto's hadden gekozen. 'Nee, die Somalische familie', zegt ze. Als ik wegloop dringt de absurditeit van haar antwoord pas goed tot me door. Ze heeft ze net zelf een nieuw Nederlands paspoort verkocht, ze weet donders goed dat het een Nederlandse familie is - maar ze zal ze nooit als Nederlanders beschouwen.

Want Nederlander, dat word je door de kleur van je neus, de locatie van je wieg en je moedertaal - niet door je paspoort.


III.

Elke natie heeft haar rituele feestdagen. Zo is de viering van de verjaardag van het vorige staatshoofd een symbool van onze nationale identiteit. Geen beeld zo mooi als een jongetje van Turkse afkomst dat in het Vondelpark blokfluit staat te spelen, of een meisje van Surinaamse afkomst dat oranje linten in het haar draagt - dat is pas ware integratie. Koninginnedag verbindt ons en onderscheidt ons van de buitenwereld, en het vieren van Koninginnedag is een essentiële voorwaarde voor Nederlanderschap. Een jaar geen Koninginnedag gevierd is een jaar niet geleefd. Dus natuurlijk kwamen wij, Nederlandse studenten in de diaspora, ook samen voor een viering. Enkele dagen eerder, dat wel - 30 april is hier geen vrije dag, dus er werd uitgeweken naar het weekend voorafgaand aan Koninginnedag - maar dat mocht de pret niet drukken.

'Dresscode: oranje!' stond er in het mailtje. Ik heb een oranje t-shirt, maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen het aan te trekken. Het dragen van oranje op Koninginnedag associeer ik met de monarchie (waarvan ik geen grote voorstander ben) en met lichte vormen van nationalisme. Ik associeer het ook met de dronken Purmerenders en corpsballen die met vereende krachten Amsterdam onveilig maken. In plaats van oranje kies ik ervoor mijn Al-Hema t-shirt te dragen. Ja, dat is een politiek statementje. Ik vind het fantastisch hoe de kunstenaars van het Al-Hema project erin geslaagd zijn om een symbool van Nederlandse identiteit - de Hema en zijn producten - radicaal te herinterpreteren, en zo de manier waarop wij etnische minderheden plegen buiten te sluiten op creatieve en speelse wijze aan de kaak te stellen.

De avond begint in het hostel waar ik eind 2001 kerstmis vierde met mijn broertje - over nostalgie gesproken. Er zijn studenten uit Oxford, Bristol, Bath en Londen. Het is altijd leuk om nieuwe mensen te ontmoeten, zeker als die mensen interessant onderzoek doen waar ze enthousiast over vertellen, en bijzondere reiservaringen met je delen. Na afloop van de maaltijd, een paar biertjes en leuke gesprekken, verplaatst de groep zich naar een club nabij London Bridge, waar vanavond een groot 'Nederlands feest' plaatsvindt.

De club bevindt zich in een tunnel, en er staat een lange rij. Als ik in de rij sta te wachten, zie ik ze plotseling: echte, authentieke corpsballen. De oranje polo-shirts kunnen nauwelijks hun trotse bierbuiken verhullen. De jiskefetklanken van hun stemmen vullen mijn Leidse studentenhart met een warm, nostalgisch gevoel. Dat is lang geleden... Hun conversatie is van een dusdanige finesse en eenvoudige schoonheid dat ik u deze niet wil onthouden:
'Hé lul, hieR ben je!'
'DiedeRik, lul!'
'Heb jij FloRis-Jan gezien?'
'Staat achteR je, lul.'
'Hé, wat doe jij hieR?'
'Hé vieze homo! Alles goed?'
De gedachte dat deze lieden de economische, juridische en medische machthebbers van de toekomst zijn deprimeert mij soms licht.

De locatie is fantastisch. De stenen gewelven doen denken aan een middeleeuws kasteel. Aan het plafond hangen grote, van kleur veranderende opblaassterren. Beroemde Nederlandse DJ's (Aike: 'Wie? Hoor ik die te kennen?' Ander: 'Ja, die zijn heel beroemd, die treden op in Ibiza en New York en zo.' ) verzorgen de muziek. Op een videoscherm verschijnen advertenties van de KLM (u weet wel, die Franse luchtvaartmaatschappij) en van een aantal Nederlandse steden en universiteiten (dan werk je op de afdeling publiciteit van de Universiteit Maastricht, en dan vraag je je af waar je nu eens zult adverteren, en dan is er iemand die op het idee komt om duizenden euro's te besteden aan een advertentie in een nachtclub in Londen - wat voor idioten hebben ze daar in dienst!?). Een MC (Microfoon Clown) staat in het Engels in een microfoon te schreeuwen: 'Amsterdam in da house!' (ik juich), en een aantal seksistische opmerkingen die ik hier niet ga herhalen, en heel veel onontwarbaar gekwaak. Iedereen drinkt flesjes Heineken. De helft van de mensen is in het oranje gekleed, en overal wordt Nederlands gesproken. Lieve hemel, ik wist niet dat er zoveel Nederlanders in en rond Londen wonen. Het zal een warm bad zijn voor een ieder met een oranje hart. Vermoed ik.

Maar wat vooral heel leuk is (behalve het dansen natuurlijk), is dat ik de avond doorbreng in het gezelschap van een groepje mensen van wie ik de meeste voor vanavond nog niet kende, maar met wie het heel gezellig is.

Het is een typisch Nederlandse gezelligheid.

1 comment:

  1. Eerdere reacties:

    Merel, 27 april 2008

    Hey Aike,
    hier in Amerika is het nog RAScistischer, in dat er geen onderscheid wordt gemaakt op nationaliteit maar op ras. Men wordt regelmatig in surveys (van de overheid, van de kerk, etc) gevraagd tot wat voor ras men zich rekent. Met de beste bedoelingen natuurlijk; Positieve discriminatie enzo (wat vaak ook contraproductief werkt maar dat ter zijde). Voor mij was het allemaal nieuw. Ik heb bijvoorbeeld nooit geweten dat er White Hispanics, Black Hispanics, Asian Hispanics en zelfs Latino Hispanics zijn.Zo leer je nog eens wat...
    Groetjes Merel


    Aike, 27 april 2008:

    Hoi Merel,

    Bedankt voor je berichtje! Ja, die obsessie met 'ras' statistiekjes heb je hier in het VK ook, maar wellicht nog sterker in de VS. Allemaal in het kader van positieve discriminatie, natuurlijk... Het is natuurlijk de vraag of het effect inderdaad wel zo positief is. Maar ja, het andere uiterste, de Franse benadering - verschillen, en daarmee problemen, volstrekt negeren - heeft ook niet echt positieve resultaten gebracht...

    Het verschil met Nederland is dat 'Amerikaans' zijn niet etnisch bepaald is - iedereen die de symbolen van de natie omarmt wordt geaccepteerd (dat is althans de nationale mythe - dat de realiteit wel eens anders is bleek uit de concentratiekampen waar tijdens WO II Japanse Amerikanen werden opgesloten, of meer recent, de houding t.o.v. moslims - zie Mohsin Hamid, The Reluctant Fundamentalist). Het nationale narratief is in elk geval: wij (onze voorouders) zijn allemaal migranten, en elke migrant kan in principe lid worden van de natie, mits hij/zij onze nationale mythen en symbolen accepteert en viert. In Nederland daarentegen worden migranten pertinent NIET gezien als leden van de natie, zoals blijkt uit ons taalgebruik ('Marokkanen' als je het hebt over jongeren die in Nederland zijn geboren, getogen en opgeleid, om maar eens een voorbeeld te noemen). In die zin is de Amerikaanse natie opener dan de Nederlandse.


    Dea, 28 april 2008:

    Aike,
    Je staat niet voor niets bij mijn favorieten!! Mooi!!
    Geniet verder!!
    Lieve groeten dea.


    Jan, 29 april 2008:

    Geweldig!

    ReplyDelete