Monday 21 April 2008

Rondom Regent's Park

Het was een volle week. Het volgen van mooie impulsen (in mijn geval: het last minute schrijven van een onderzoeksvoorstel en het solliciteren naar een AiO-plaats - zie mijn vorige verhaal) kan als vervelend gevolg hebben dat een netjes geplande planning de prullenbak in kan, waarop een bittere strijd volgt met een genadeloze deadline. Ik had vier dagen de tijd om een zwaarwegend essay van tienduizend woorden te schrijven, en dat bleek geen geringe opgave. Aan de andere kant komen uit dreigende deadlines paradoxaal genoeg soms de beste resultaten voort. Laten we hopen dat dat ook nu het geval blijkt - ik heb in ieder geval met veel plezier vier dagen zitten schrijven, mezelf verrast met nieuwe verbanden en interpretaties, en daar een mooi verhaal aan over gehouden waar ik zelf veel van geleerd heb. En daar gaat het per slot van rekening om: ik ben geen master gaan doen om me weer druk te gaan lopen maken over cijfertjes, maar wel om verder te gaan op de ontdekkingstocht die studeren heet. Dit essay was een mooie nieuwe etappe.

Toen kwam de donderdag. Het was een hele spannende donderdag, want ik mocht een lezing geven voor het research seminar van het Centre for the Study of Japanese Religions. Het onderwerp van mijn lezing was de Japanse pinkstergemeente waar ik een paar jaar geleden onderzoek heb gedaan (hetgeen de basis vormde voor de bachelorscriptie die ik vorig jaar heb geschreven), en dan met name de vraag hoe een kleine minderheidsreligie met een sterk afwijzende houding jegens de buitenwereld haar identiteit vormgeeft. Helaas waren er minder mensen dan anders, wat mij licht teleurstelde. Maar de lezing ging prima, tot mijn grote opluchting: ik kwam goed uit mijn woorden, hield me precies aan de tijd (een klein uur), en kreeg boeiende vragen. Voor ik er erg in had was het achter de rug en zat ik onder het genot van een beugelflesje Grolsch na te praten. Wat leuk, een lezing geven!

Het was een volle week, met een paar verrassingen en nieuwe ontmoetingen en een wandeling in een zonovergoten St. James Park en met vrienden Indiaas en Thais eten en een presentatie over de Kleine Zeemeermin voorbereiden (ideologie zit ook overal) en een nieuwe pubquiz (weer tweede) en een spontaan bezoekje aan Southwark Cathedral en lezen in de lentezon. De plannen voor de zomer werden helaas omgegooid - die reis naar Sri Lanka gaat er waarschijnlijk niet komen, want iedereen trok zich plotseling terug. Maar de plannen waren nog niet geannuleerd of er kwamen weer nieuwe mooie uitnodigingen. Ik vroeg me ook af of ik toch niet liever gewoon tot september in Londen wilde blijven. Als binnen een tijdsbestek van twee dagen drie schone jongedames je vertellen dat je echt moet blijven, dan ga je natuurlijk wel twijfelen... Maar ze hebben gelijk: hoe vaak in je leven heb je nu de kans in Londen te wonen, en hier de zomer door te brengen? Wordt vervolgd dus.

Lange tijd was Londen voornamelijk grijs. Maar de laatste weken heeft ze plotseling haar schoonheid onthuld. Kale kapstokken zijn plotseling veranderd in trotse bomen met uitbundige bloesempracht. Pleintjes zijn weelderige tuinen geworden; parken zijn met ongekende kracht tot leven gekomen. Veel van wat grijs was gaat nu schuil achter volle kleuren groen. De lente verspreidt haar tienduizend geuren, geuren die zo vol herinneringen zitten, herinneringen aan voetballen en verliefdheden en Japan en Amsterdam. De stad is uit haar cocon gekropen. De stad heeft mij voor zich gewonnen.

Ik loop. Ik moet eigenlijk mijn essays schrijven en mijn presentaties voorbereiden, maar soms gebeurt er iets waardoor je het even nodig hebt om te lopen.

De wandeling begint bij het beroemdste zebrapad van de stad. Ooit liep een viertal heren over dit zebrapad. Het zou het beroemdste viertal uit de muziekgeschiedenis worden. En omdat de foto waarop te zien was hoe zij dit zebrapad overstaken de hoes van een van hun beroemdste albums zou sieren, is het zebrapad onsterfelijk geworden. Een groepje toeristen maakt foto's van zichzelf op het zebrapad. Ik heb geen fototoestel bij me, dus ik steek maar gewoon over.


St. John's Wood is een nette buurt, met sjieke appartementen en brede straten met groene bomen en scholen en ziekenhuizen in statige negentiende eeuwse gebouwen. De St. John's Wood Kerk is zo'n trots neoclassicistisch bouwwerk. Ik bezoek de dienst. Protestants, noemt men dit, maar ik was nog nooit in zo'n high church dienst. Met zijn Latijnse gezangen en zijn grote hoeveelheid collectieve recitaties doet de dienst niet onder voor de gemiddelde katholieke mis. De preek is helaas ook weinig inspirerend. Na afloop van de dienst bezoek ik Londens voornaamste moskee, een steenworp verderop. De betonnen minaret en goudkleurige koepel zijn van verre zichtbaar. Van binnen is de moskee ruim en licht. Ik hou van religieuze plaatsen waar je gewoon op de grond mag zitten - het geeft me altijd het gevoel iets dichter bij God te zijn. Bovendien zijn de blauwe tapijten lekker zacht. Als ik wegloop drukt de bebaarde parkeerplaatsportier me een stapeltje folders in de hand. 'Wat de Bijbel zegt over Mohammed'. Goh, en ik maar denken dat Mohammed leefde toen de Bijbel al een paar eeuwen af was...

Regent's Park is prachtig. Regent's Park is vol met joggers en kinderen in gele bootjes en tulpen in alle kleuren van de regenboog en zwoele kersenbloesem en jonge ouders met kinderwagens en nog meer joggers en praktiserende tai chi'ers en Canadese ganzen en eenden met knalrode koppen en flamingo's en blauwe reigers en duiven en meerkoeten en verdienstelijke amateurvogelfotografen en nog meer joggers en Amerikaanse families en trainende bokseressen en weelderige treurwilgen en voetballers en rugbyers en nog meer joggers en lentegeuren en gedachten die heel mooi maar tegelijkertijd ook een beetje beangstigend zijn en mijn voetstappen.

Ik beklim Primrose Hill, en geniet van het fraaie uitzicht over de stad. In de verte zie ik de karakteristieke vormen van de Big Ben en de London Eye. Waarom was ik hier niet eerder? Ik loop verder, de gelijknamige wijk in, die een van de mooiste wijken van de stad blijkt te zijn. Fraaie bakstenen huizen met witte kozijnen flankeren de straten. Ik passeer een biologische supermarkt en delicatessenwinkels en een boekwinkeltje en stijlvolle cafés en een visrestaurant. Onder het genot van een kop koffie verkeerd lees ik een boek van de Japanse filosoof Nishida Kitaro. Hij schrijft over 'pure ervaring' - de ervaring die vooraf gaat aan de betekenis die eraan gegeven wordt. Ik ga deze notie interpreteren aan de hand van de ethiek van Levinas - de 'pure', oorspronkelijke ervaring als primair een ervaring van de Ander. Volgens Levinas gaat deze ervaring (de ervaring van verantwoordelijkheid, wederzijdse afhankelijkheid en te kort schieten) vooraf aan alle andere ervaringen, en dus ook aan de betekenissen die daarop volgen. Betekenissen zijn, kortom, secundair. Anders gezegd: soms kan de behoefte iets te duiden je vervreemden van de oorspronkelijke ervaring. Dat geldt ook voor de ervaring van de Ander.

En zo vallen puzzelstukjes een beetje op hun plaats, en zo begrijp ik dat het waardevol kan zijn om sommige ervaringen niet direct te willen duiden, maar ze gewoon te laten zijn. Niet alles hoeft meteen een naam te hebben.

Ik loop langs het kanaal. Een meneer speelt accordeon. De woonboten zijn geschilderd in primaire kleuren en versierd met bloemmotieven. Een groot piratenkasteel heeft een hoge vlaggenmast met een wapperende doodshoofdvlag. Ik bereik Camden Lock, dat prachtige oude haventje bij de sluis waar nu de populairste markt van de stad is. Het is zondagmiddag, dus het is waanzinnig druk. Punkers met enorme knalrode hanenkammen en gezichten vol metaal lopen trots rond tussen de toeristen. Enkele maanden geleden was hier een grote brand, maar daar is niets meer van te merken. Kraampjes verkopen hippiekleren en grappige t-shirts en Palestijnensjaals en piercings en asbakken en waterpijpen en plateauzolen en frutsels. Andere kraampjes verkopen fajita's en takoyaki en Venezolaanse maïsbroodjes en falafel en paëlla en kebab met vers brood en fish and chips en felgekleurde Caribische gerechten en soba en loempia's en tajine en waterpijpen en donuts en pasta en biologische sandwiches. Ik laat me uiteindelijk verleiden door de verrukkelijke geuren van de West-Afrikaanse stoofpotjes, en ik krijg er geen spijt van. Na afloop van de maaltijd drink ik een potje muntthee in een typisch Marokkaans tentje met tapijten en kussens en houten tafeltjes en prachtige lampen. Ik lees verder. Ik moet nog veel lezen.

Het was een mooie zondag. De nieuwe week is begonnen.

1 comment:

  1. Eerdere reactie:


    rachelle, 21 april 2008:

    mooi! dank :)

    ReplyDelete