Wednesday, 7 May 2008

Mei

De nieuwe maand begon in mineur. Op de dag van de arbeid werd een van de beste burgemeesters uit de geschiedenis van Londen weggestemd, om plaats te maken voor een rechtse populist met de bestuurlijke ervaring van een kikkervis, die de stad wil omvormen tot een kleine politiestaat. Als burger van de EU mocht ik ook stemmen, maar als altijd wist mijn stem het tij niet keren. Verkiezingen verlopen meestal teleurstellend, is mijn ervaring. Wat dat betreft is Londen geen uitzondering.

Maar ik zal u niet verder vermoeien met politieke overpeinzingen. De nieuwe maand bracht ook veel moois, waarop hier de aandacht gevestigd mag worden. Zo lieten de weergoden zich van hun beste kant zien. Zoete zomerdagen overspoelden de stad. Korte broeken, zomerjurkjes en teenslippers werden tevoorschijn getoverd. Parken en plantsoenen vulden zich met doezelende, lezende, drinkende, studerende, vrijende en mijmerende mensen. Een lichte ongerichtheid en een ongerichte lichtheid maakten zich van de stad meester. De zon maakte ons dronken. Ik kocht steeds flesjes ijsthee.

April werd begraven. Nog nooit beleefde ik een zo drukke maand. Strenge deadlines dwongen me tot intensieve, nachtenlange schrijfsessies, niet zelden van mystieke aard. Ik deconstrueerde de mythe van de Japanse liefde voor de natuur, en schreef een tienduizend woorden tellend artikel over nationalisme, religie en identiteitsvorming. Ik verdiepte mij in de wondere wereld van de gender studies, en keek naar verschillende theoretische modellen aan de hand waarvan men gepoogd heeft de macht van vrouwen in traditionele Okinawaanse religie te duiden. Ik interpreteerde de vroege filosofie van Nishida aan de hand van de ethiek van Levinas, en beschreef hoe de boeddhistische ontkenning van de ontkenning ingezet zou kunnen worden om de ervaring van absolute alteriteit tegelijkertijd te bevestigen als te overstijgen. Ik schreef een onderzoeksvoorstel, dat momenteel in Oslo gelezen wordt door mevrouwen en meneren die over mijn toekomst gaan beslissen. Gedachten die geen plaats konden vinden in mijn essays, zoals mijn bevindingen met betrekking tot het etnische nationalisme dat mijn vaderland overspoeld heeft, werden tussen de bedrijven door losgelaten op Iwatabi. Nog nooit schreef ik in zo korte tijd zoveel. Tot overmaat van ramp moest ik naast het schrijven van essays ook nog eens een lezing en een tweetal presentaties verzorgen.

April was, kortom, een prachtmaand - vol van leven, vol van gedachten, vol van woorden, vol van hoop. Maar ik was toch wel opgelucht toen ze achter de rug was, en ik weer eens uit kon ademen.

Ik mag mij deze maand verheugen in het gezelschap van meerdere Nederlandse bezoeksters. Mijn voormalige toekomstige schoonzusje was de eerste; zij was het afgelopen weekeinde bij mij te gast. De gelegenheid werd aangegrepen voor een paar ouderwets gezellige mahjongavondjes. Voor wie het niet weet (arme u!): mahjong is een prachtig, oeroud Chinees spel, dat gespeeld wordt door vier spelers, en dat met zijn machtige draken, magische windrichtingen en onvoorspelbare wendingen nooit nalaat tot de verbeelding te spreken en te verrassen. Tot mijn grote vreugde waren mijn favoriete Italiaanse huisgenoot en zijn vriendin binnen de kortste keren in de ban van dit prachtige spel, zodat we er gevieren van konden genieten.

We hadden een heerlijk weekeinde. We wandelden langs Londens mooiste kanaal naar Little Venice, waar een woonbotenfestival gaande was. Overal wapperden vrolijke vlaggetjes. We bezochten King Lear in het Globe openluchttheater. We zagen dinosaurusbotten en opgezette walvissen in het Natural History Museum. Een stoere Glyptodon met een machtig schild, een hele zachte buik en krullende witte snorharen wandelde mijn leven binnen (kleine Tatou was zo gelukkig toen zij haar opa Don zag!). We werden besproeid met dure luchtjes in Harrods, we lagen in de bloemenzee van het St. James Park, en we dronken Australische chardonnay in de schaduw van de London Eye. Het leek wel zomer.

Het is een vreemde gewaarwording, om na weken van continue inspanning en concentratie plotseling even geen grote verplichtingen meer te hebben. Natuurlijk, ik moet een scriptie schrijven, maar daarvoor heb ik nog vier maanden de tijd. Overigens zou mijn prachtplan nog wel eens in het water kunnen vallen: de obscure vooroorlogse zionistisch-christelijke Japanse teksten die ik nodig heb groeien nou niet direct aan de Londense bomen. Nu zou dit geen probleem hoeven te zijn, ware het niet dat meerdere Japanse bibliotheken om wat voor reden dan ook geweigerd hebben hun exemplaren via het interbibliothecaire leensysteem uit te lenen. In het ergste geval betekent dit dat ik mijn scriptieplan moet omgooien. Hoe dan ook kan ik de komende weken nog niet zo gek veel doen.

Ik slenter in mijn eentje door de stad, op zoek naar een Volkskrant om mij gezelschap te houden in het park. Tevergeefs, vandaag. Daar is de rivieroever weer. De trommelgroep trommelt, de jongleur jongleert, de breakdancers breakdancen. Drommen toeristen genieten van de zon, de straatartiesten, de stad en elkaar. Ik zit in het gras, kijk om me heen, blader wat door wandelgidsen. Ik realiseer me dat ik deze zomer niet hier zal blijven. Het lijkt erop dat ik weer een nomade zal worden. Dat betekent dat mijn verblijf in Londen over een schrikbarend korte tijd al weer voorbij zal zijn. Ik vraag me af wat er om de hoek ligt.

Dit verhaal heeft kop noch staart, zie ik. De rode draad is verloren gegaan tussen de regels. Het zij zo.

Wat een heerlijk zonnetje.

1 comment:

  1. Eerdere reactie:


    Wim, 7 mei 2008:

    Nog even een reactie op je vorige verhaal deel I.

    Er is nog een maatschappelijk-politieke factor die misbruikt wordt voor het versterken van nationalistische sentimenten: Onze jongens en meisjes in Afganistan.
    Je kunt er voor of er tegen zijn, maar het blijft altijd triest als er weer eentje gewond raakt of dood gaat.

    Populisten (ook wel volksmenners genoemd) zijn, helaas, van alle tijden; de Romeinen en de Grieken hadden daar al last van, maar ook de vorige eeuw stond bol van dit soort mensen.
    Het lijkt er soms op, dat het alternatief voor populisme, regentisme is; dat is ook niet alles.
    Wie wat beters weet mag het zeggen.

    Verder genieten we natuurlijk gewoon van het mooie weer en de vrije dagen; niet geheel onbelangrijk.

    ReplyDelete