Monday 10 March 2008

White Hart Lane

Ik heb een groen-wit hart. Als tiener bracht ik menig zondagmiddag door in het gezellige oude Oosterparkstadion. De resultaten van de Trots van het Noorden gaven in die periode vaak weinig reden tot juichen, maar desalniettemin bleef ik altijd mijn cluppie trouw. Mijn verhuizing naar de Randstad, inmiddels ook al weer vijf en een half jaar geleden, zorgde er weliswaar voor dat ik niet meer zo vaak in het stadion te vinden was, maar mijn hart is altijd groen-wit gebleven. De successen die mijn club de afgelopen jaren heeft geboekt maken mij dan ook een gelukkig mens, en als ik nu naar de ranglijst kijk maakt een zekere trots zich van mij meester. Waar ter wereld ik in de toekomst ook terecht kom, ik zal altijd supporter van FC Groningen blijven.

Toegegeven, in tijden van Europese- en wereldkampioenschappen wil het groen-wit in mijn hart nog wel eens wat naar de achtergrond gedrongen worden door een oranje waas, maar dat is altijd slechts van tijdelijke aard. En de kleurencombinatie rood-wit, in welke vorm dan ook, heeft mij altijd betrekkelijk koud gelaten. Natuurlijk, het is mooi als een Nederlandse club de Champions League (Ajax, 1995) of de UEFA-Cup (Feyenoord, 2002) wint, en in beide gevallen heb ik dan ook vrolijk meegejuicht. In Europees verband gun ik iedere Nederlandse club succes. Maar geen van de rood-witte clubs heeft mijn uitgesproken voorkeur, zeker niet in de nationale competitie.

PSV is normaliter een club waar ik warm noch koud van word. Ik herinner mij de allereerste keer dat ik ze live zag nog goed. Het was zondag 24 maart 1996, en FC Groningen won met 1-0 door een verwoestende kopbal van verdediger en oudgediende Jan Veenhof. Het gevolg van deze gevoelige nederlaag was dat PSV de aansluiting met Ajax, de latere kampioen, definitief verloor. Het was een feestelijke dag, en mijn broertje en ik zongen de hele rest van de middag en avond voetballiedjes. Het gebeurt immers niet iedere week dat jouw cluppie wint van een club uit de top drie.

Ik heb nooit sterke antipathie gekoesterd jegens PSV, eerder desinteresse. Eindhoven is nu eenmaal zo'n typische kleurloze, totaal niet tot de verbeelding sprekende stad, die je vervloekt als je er drie kwartier op het station staat te wachten vanwege de een of andere vertraging, maar waar je verder eigenlijk bijzonder weinig van weet. De stad van Philips, het zal wel. Ik herinner me dat Philips ons ooit met de bus helemaal naar Eindhoven liet komen om ons gratis en voor niets rond te leiden in een of andere gigantische showroom. Het zal in de derde klas geweest zijn. Als ik het me goed herinner hadden ze een soort museum met allemaal hippe interactieve proefjes, en lieten ze ons de uitvindingen van de toekomst zien (zo was er een prototype van een tomtom te zien - je reinste science fiction). Sorry Philips, jullie deden hard je best van mij een trouwe consument te maken, maar ik had die dag vooral oog voor dat ene meisje uit de parallelklas. Technologische ontwikkelingen, ze konden me bijzonder weinig boeien.

Maar groen-wit hart of niet, als je in Londen woont, en een Nederlandse club komt op bezoek voor een wedstrijd in het kader van de UEFA-Cup tegen de club uit jouw stadsdeel, dan laat je die kans niet aan je neus voorbij gaan. Ik nodigde mijn voetbalminnende Italiaanse huisgenoot uit om mij te vergezellen, en slaagde erin via de website van de thuisclub, Tottenham Hotspur, twee kaarten te bemachtigen voor de wedstrijd. En zo was ik opeens een beetje PSV-supporter. Wie had dat gedacht, na al die jaren.

We lopen naar het stadion, een aangename wandeling van een kleine drie kwartier door Noord-Londen. De eerste twintig minuten is het rustig, maar bij het station van de Seven Sisters (niet te verwarren met de gelijknamige kliffen nabij Eastbourne) komen we terecht in een supportersstroom. Iedereen loopt dezelfde kant op, iedereen komt voor dezelfde wedstrijd, en ik krijg kriebeltjes in mijn buik van de voorpret. Zo voelde het ook altijd als we vanaf de parkeerplaats naar het Oosterparkstadion liepen, realiseer ik me, en ik ben weer even tien jaar jonger. Tottenham- en PSV-supporters lopen in vreedzame coëxistentie door elkaar, iedereen dezelfde kant op. Het is een ietwat vervreemdende ervaring om langs de Turkse kruideniers van Noord-Londen te lopen en ondertussen overal om je heen Oost-Brabants te horen, maar het levert een paar hilarische scènes op. Een tweetal hijab dragende dames is het voorwerp van oprechte verbazing: 'Kijk daar! Boerka, boerka, boerka!' (Het Brabantse accent moet u er zelf bij denken.) Ook de kapperszaak wordt erg interessant gevonden, maar dat heeft vooral te maken met de wijze waarop men 'unisex salon' interpreteert - men doet in elk geval boeiende suggesties over wat er daarbinnen zoal zou kunnen gebeuren. Even verderop staat een rijtje PSV-shirts dragende tieners uitgebreid te wateren in een voortuin. Wanneer een politieagente zich realiseert wat er gaande is sleurt ze ze er aan hun shirts uit, ze onderwijl de huid volscheldend; haar mannelijke collega geeft ze nog een paar meppen mee met zijn gummiknuppel.

(Later zal een andere huisgenote me vertellen dat hossende PSV-supporters ook het tijdelijke lamleggen van een deel van het immer fragiele metronetwerk op hun geweten hadden, hetgeen haar een uur vertraging opleverde. Ik kan een kleine glimlach niet onderdrukken. Ik herinner mij hoe ik jaren geleden met een vriend onderweg was naar de wedstrijd Excelsior - FC Groningen, en in de tram plotseling in een groep uitbundige Z-Siders belandde. Ik heb nog nooit een tram zo beangstigend heen en weer voelen gaan, en te oordelen naar hun gezichten was een deel van onze medepassagiers er vast van overtuigd dat de tram zou omkantelen. Mijn Rotterdamse vriend (respect, respect) en ik zongen echter vrolijk met de hooligans het Groningse volkslied mee. Ja, ik weet het, het is natuurlijk schandalig allemaal, het gedrag van die voetbalvandalen - maar zolang het bij wildplassen en treinhossen blijft kan ik er niet echt wakker van liggen, sorry.)

Het stadion van White Hart Lane bevindt zich middenin de volkswijk Tottenham. In tegenstelling tot het kolossale Emirates Stadium, het gloednieuwe ruimteschip waarin het arrogante Arsenal zijn kunsten tegenwoordig vertoont, is het een bescheiden stadion aan een doorgaande weg, dat van buiten weinig indrukwekkend oogt. Van binnen is het echter een fraai, knus stadion, dat me direct aan de Euroborg doet denken. De blauwe tribunes bevinden zich direct aan het veld en er zijn geen hekken. Het stadion heeft een capaciteit van 36.000, maar het voelt kleiner aan. In tegenstelling tot grote broer en rivaal Arsenal is Tottenham Hotspur nog niet geheel gecommercialiseerd, en heeft het zich nog niet geheel vervreemd van zijn volkse achtergrond. Mensen van alle leeftijden en sociale klassen bevolken de tribunes. Ik voel me er direct thuis.

Voorafgaand aan de wedstrijd wordt de Carling Cup aan het publiek getoond. Vorige week won Tottenham deze beker (Engeland heeft, in tegenstelling tot de meeste andere landen, twee bekercompetities, en de Carling Cup is de naam van de tweede beker) door in een zinderende finale op Wembley verrassend het rijke Chelsea te verslaan. Sinds het ontslag van Martin Jol en de komst van de Spaanse succestrainer Juande Ramos gaat het beter met de club, getuige de bekerwinst en het feit dat men Europees overwinterd heeft. Het gevaarlijke spitsenkoppel Berbatov-Keane heeft al weer behoorlijk wat doelpunten op zijn naam staan. We verwachten, kortom, dat het geen makkelijke avond gaat worden voor PSV.

Het eerste deel van de eerste helft is behoorlijk mat. Beide ploegen kijken de kat uit de boom, en er worden weinig kansen gecreëerd. Geleidelijk aan komt er echter meer spanning in de wedstrijd. Na een half uur is het raak: Jefferson Farfán krijgt de bal terug van een klungelende verdediger, waarna hij fraai in de verre hoek schiet en scoort. We zitten precies in de goede hoek van het stadion. Ik kan het niet laten om half op te staan, een kort en bescheiden vreugdekreetje te slaken en één keer in mijn handen te klappen. Daarna ga ik snel weer zitten, want we zitten per slot van rekening tussen de Tottenham-supporters. Maar mijn Italiaanse vriend, opgegroeid tussen fascistische AS Roma-hooligans, doet het op dat moment al bijna in zijn broek. 'Aike, niet juichen!' sist hij zenuwachtig. Verbaasd zeg ik dat ik nauwelijks juichte, en dat we bovendien op een beschaafde familietribune zitten dus dat er geen reden is tot bezorgdheid. Hij deelt mijn mening niet geheel, maar de rest van de wedstrijd houd ik mij redelijk rustig.

En het is een leuke wedstrijd. Het niveau is niet altijd even hoog, maar er worden de nodige kansen gecreëerd en het spel gaat aardig op en neer. Vlak voor rust krijgt Keane een grote kans op de gelijkmaker, maar Gomes redt bekwaam. Na rust laat PSV zich wat terugzakken, en Tottenham krijgt nog een paar kansen. Maar onder andere door het foutloze keepen van Gomes weten de Spurs niet te scoren. PSV komt er af en toe gevaarlijk uit, en krijgt een paar goede kansen op de 0-2. Het PSV-publiek in de verre hoek vermaakt zich ondertussen prima. Ik moet lachen wanneer ze overgaan tot het zingen van 'Ajax-publiek, Ajax-publiek' (Ajax-publiek heeft de reputatie opportunistisch te zijn en alleen achter de eigen club te staan als het goed gaat, niet als het even tegenzit - supporters van andere clubs zingen elkaar dit graag plagend toe, als het even stil is aan de overkant) - de plaagstoot is verder natuurlijk aan dovemansoren gericht. Het Tottenham-publiek gaat even later over tot een eveneens tamelijk irrelevant 'Stand up, if you hate Arsenal' - een groot deel van het stadion geeft inderdaad aan de oproep gehoor. Maar iedereen realiseert zich al snel dat bepaalde insider's jokes die het in de nationale competitie goed doen weinig betekenis hebben op internationaal niveau, en men concentreert zich dan ook gauw weer op de wedstrijd.

De slotfase levert nog een paar spannende momenten op, maar uiteindelijk blijft het bij 0-1. Het is een verdiende overwinning voor PSV, dat het meest effectief speelde. De Spurs hadden in de tweede helft weliswaar het overwicht, maar wisten slechts een paar keer echt gevaarlijk te worden, en man of the match Gomes stond altijd op de juiste plek. Het enige dat je PSV kunt verwijten is dat ze de counters beter hadden kunnen uitspelen en nog een keer hadden moeten scoren. Maar al met al is het een goed resultaat, en een prima uitgangspunt voor de heenwedstrijd. Tevreden verlaat ik het stadion.

In de stadionwinkel koop ik een blauw-wit sjaaltje. Vanavond was ik even PSV-supporter, en ik hoop van harte dat de rood-witte jongens uit Eindhoven dit jaar de UEFA-Cup winnen. Maar in de Premier League heb ik mijn favoriete club nu ook eindelijk gevonden. Geen groot biljoenenlogo, maar een gezellige volksclub. Geen wereldtopper, maar een nationale subtopper. Het cluppie van mijn stadsdeel.

Blauw-wit lijkt wel een beetje op groen-wit.

No comments:

Post a Comment