Friday 25 December 2009

Kerstverhalen

De leraar vertelt zijn leerlingen een verhaal dat de meeste van hen nog nooit gehoord hebben. Het speelt zich af in een land hier ver vandaan, lang, lang geleden. Het gaat over een arme man en vrouw, die ver moesten reizen, ook al had zij een baby in haar buik. Toen ze eindelijk aankwamen in het stadje waar ze moesten zijn was het laat en donker. En koud. Ze klopten aan bij verschillende herbergen, maar die waren allemaal vol. Uitgeput zochten ze hun toevlucht in een stalletje, dat ze moesten delen met een os en een ezel. Toen werd de baby geboren. Het was een bijzondere baby. Hij huilde niet, maar keek verwonderd om zich heen. Hij had grote bruine ogen. De ouders vroegen de os en de ezel of ze hun voerbak mochten lenen. Dat mocht, want de dieren begrepen ook wel dat hier iets bijzonders gebeurd was. Ze legden de baby in de voerbak, op een bedje van stro, en stopten hem lekker in. Het kindje viel in slaap, en de moeder ook. De vader, die niet echt de vader was maar wel die verantwoordelijkheid op zich nam omdat niemand wist wie en waar de echte vader was, hield de wacht. Hij zag niet dat er in de lucht boven het stalletje een grote, felle ster verschenen was.

In de heuvels buiten het stadje lag een groepje mannen te slapen, naast een kudde schapen. Een van de mannen was wakker. Hij moest moeite doen om zijn ogen open te houden, maar hij wist dat hij niet in slaap mocht vallen, want dan zou een hongerige wolf of een gemene rover zomaar een aantal van hun schapen kunnen stelen. Plotseling hoorde de man een geluid. Hij schrikte op. Het klonk niet als een wolf, maar als gezang. Heel mooi, hoog gezang. Langzaam kwam het dichterbij. De donkere hemel werd langzaam licht. De man was bang, en maakte zijn vrienden wakker. De lucht werd steeds lichter, het gezang steeds luider. Toen zagen ze het. Tientallen, misschien wel honderden engelen zweefden voor hen, en zongen van een baby'tje dat geboren was, hier vlakbij, in Betlehem. Dat baby'tje was gekomen om hun te leren hoe zij elkaar en anderen moesten liefhebben. De mannen hoorden het met open monden aan. Toen de engelen weg waren, gingen zij met al hun schapen terug naar het stadje, dat Bethlehem heette. Aan de hemel stond een heldere ster die ze nog nooit eerder hadden gezien. Toen ze bij het stalletje waren, begroetten ze de verraste ouders, en liepen naar de voerbak, waarin een baby'tje lag te slapen. Ze knielden voor hem neer.




Een jaar of drie geleden was de leraar zelf in Bethlehem. Hij was toen nog een student, en reisde met een aantal andere studenten. Om er te komen moesten ze door een poort in een grote betonnen muur. Soldaten met machinegeweren lieten hen erdoor, nadat ze hun paspoorten bestudeerd hadden. Toen ze door de poort waren, waren ze plotseling in een andere wereld. Later zou hij daarover het volgende schrijven:
De reis gaat naar Bethlehem, plaats van verbeelding waar het sneeuwde boven de herberg met het kindje in de kribbe en de os en de ezel en de herdertjes die bij nachte in het veld lagen en die ster zagen, de plaats waar bijna alle kerstliedjes over gingen, de plaats ook waar Asterix en Obelix ooit de nacht doorbrachten. Maar zoals wel vaker haalt de realiteit de romantiek in. Het huidige Bethlehem is een stad in Palestijns gebied, gegijzeld door de politiek van polarisatie. Het is van de hoofdstad en een deel van de ommelanden afgesneden door een hoge betonnen Muur, symbool bij uitstek van de moderne Israëlische apartheid. Met de laatste intifada en de bezetting van de Geboortekerk is het toerisme, belangrijke bron van inkomsten voor deze stad, ingestort, en dat trekt maar moeizaam weer aan. Gelukkig komt daar een groep Nederlandse studenten die voor honderden euro’s kerststalletjes gaat inslaan aangereden, alleen weten ze dat dan nog niet. Het passeren van een checkpoint blijkt, in tegenstelling tot wat alle wilde verhalen vooraf ons hadden doen geloven, helemaal niet zo moeilijk – maar dat zou ook verband kunnen houden met het feit dat onze bus vol zit met lief lachende blonde meisjes. Zelfs onze chauffeur, een Israëlische Palestijn die nog nooit aan deze kant van de groene lijn is geweest, mag mee. We rijden langs de Muur, die aan Israëlische zijde de tekst ‘Peace be with you’ draagt – o ironie. De Palestijnse kant daarentegen is beschilderd is met allerlei kunstwerken – van een grote enge slang die zo uit de geheime kamer van Hogwarts komt gegleden tot grappige trompe-l’oeuildoorkijkjes naar de andere kant – en natuurlijk met politieke graffiti. Als we het stadje binnenrijden worden we verwelkomd door de plaatselijke politie. We bezoeken de Geboortekerk, alwaar we zomaar een rondleiding krijgen aangeboden van een vriendelijke meneer. Wie de bouwkundige en historische details nog eens wil nalezen, consultere haar reisgids. Ik was zo vol van jeugdsentiment dat ik ze niet echt heb meegekregen. In dat kelderkamertje, op die plek op de grond waar die pelgrimjuffrouw een kus geeft, werd het kindje Jezus geboren. En in die nis daarachter stond de kribbe. O, nostalgie! Natuurlijk is het hier gebeurd! Netjes seculier opgevoede Aike wordt nu toch geraakt. Al die jaren kerstmis vieren is niet voor niets gebleken; als puntje bij paaltje komt ben ik toch stiekem wel een beetje christelijk, geloof ik. Ik kan het in elk geval niet laten om een kaarsje te branden en de boel daarboven even te bedanken voor deze mooie reis. Tja, en als onze vriendelijke onbaatzuchtige gids ons aan het einde van de rondleiding dan strategisch naar zijn winkeltje voert, kan ik het natuurlijk ook niet laten om een prachtige olijfhouten kerststal aan te schaffen. Ik ben niet de enige van ons die valt voor het fraaie houtsnijwerk, getuige de vele aankopen die gedaan worden.

Religieuze romantiek is leuk, maar de realiteit roept. Onze bus brengt ons naar Al-Khader, een plaatsje een paar kilometer verderop, alwaar wij een bezoek brengen aan de Hope Flowers School. Dit is een gemengde school (meisjes en jongens, moslims en christenen), gericht op vredeseducatie, het bevorderen van wederzijds begrip en democratie. In 1984 stichtte de in een vluchtelingenkamp opgegroeide Hussein Ibrahim Issa (1947–2000) het Al-Amal kinderopvangcentrum, waarna in 1993 het huidige gebouw in gebruik werd genomen door de Hope Flowers School. De stichter geloofde dat het conflict tussen Israëliërs en Palestijnen alleen op een niet-gewelddadige manier opgelost zou kunnen worden, en dat onderwijs hierin cruciaal is. Tijdens zijn hoogtijdagen had de Hope Flowers School 600 leerlingen, van kleuter- tot middelbare schoolleeftijd. Sinds de tweede intifada gaat het echter een stuk slechter; als gevolg van geldgebrek wordt er geen les meer verzorgd op middelbare schoolniveau waardoor de school nu nog maar 250 leerlingen heeft, sommige kinderen uit vluchtelingenkampen zijn ernstig getraumatiseerd geraakt door het optreden van het Israëlische leger, uitwisselingen met buitenlandse en Israëlische scholen zijn heel moeilijk geworden en de armoede van veel kinderen en werkloosheid van ouders zijn verder toegenomen. Tot overmaat van ramp liggen op een steenworp afstand van de school de funderingen voor een Israëlische nederzetting, en het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat de Muur verder gebouwd wordt – vlak langs de school, waardoor er een continue militaire aanwezigheid zal komen. Het bezoek aan de Hope Flowers School laat ons iets zien van wat het conflict concreet voor gevolgen heeft in dit gebied, en het is pijnlijk om te zien hoe een sympathiek en hoopgevend initiatief als dit onder dreigt te sneeuwen in militarisme en armoede. Internationale steun is er genoeg, maar de belangen van machthebbers komen niet altijd overeen met die van hen die vrede willen.

We krijgen een rondleiding door de school, koffie en koekjes, en kopen zelfgemaakte vaasjes en petten. Dan gaat de reis verder. We gaan terug naar Bethlehem, maar rammelen van de honger. Gelukkig heeft de jongen die bij ons in de bus was gesprongen om ons de weg te wijzen naar Al-Khader nog wel een neef met een restaurant. We verwachten ergens in een klein eethuisje terecht te komen, maar in plaats daarvan belanden we bij een gloednieuw hotel van God weet hoeveel verdiepingen, compleet met fontein en ballenbad en salsamuziek en een dakterras vanwaar wij een weergaloos uitzicht hebben over Bethlehem en het veld waar de herdertjes lagen en de onvermijdelijke Israëlische nederzetting. Ideaal voor huwelijksfeestjes. Wij houden het echter bij een zeer smakelijk broodje falafel en een flesje frisdrank. Daarna krijgen wij van onze genereuze reiscommissie zowaar nog een uurtje vrije tijd, die wij geheel naar eigen inzicht mogen besteden. Met enkele anderen bezoek ik de moskee aan het centrale plein. De meneer die ons ontvangt en rondleidt is zo vriendelijk om ons naar het uiterste topje van de minaret te leiden, en de ruimte te tonen vanwaar hij vijfmaal daags de oproep tot gebed de wereld in slingert. Het uitzicht vanaf de minaret over het plein en de Geboortekerk is fenomenaal. Vervolgens bezoek ik in het bezoekerscentrum een tentoonstelling met kerststalletjes uit alle hoeken van de wereld; een stalletje op poten uit Laos en levensgrote mandarijnen uit Hongkong en een Russisch paleisje en Afrikaans houtsnijwerk. Tot slot breng ik een bezoek aan de bijhorende boekwinkel, maar gelukkig heb ik geen geld meer want ik zou veel te veel hebben gekocht.
En gelukkig hebben we de foto's nog!


Bethlehem anno 2007

De Geboortekerk

De toren van de Geboortekerk

Het altaar op de plek waar de kribbe stond

De herdertjes lagen bij nachte in het veld. Hier, om precies te zijn, op Palestijns grondgebied, tussen de illegale Israëlische nederzettingen.

Palestijnse autoriteiten

Een kunstwerk op de Muur

Kerstmis in Nigeria

Kerstmis in Peru

Kerstmis in Laos


Kerstmis in Rusland

Terug naar het hier en nu. De leraar is klaar met zijn verhaal. Er wordt op de deur van het klaslokaal gebonsd, en 'hohoho' geroepen. Een Kerstman komt binnen met een zak cadeautjes - schattige maar nuttige plastic opbergmappen. De kinderen doen hun best Jingle Bells te zingen. De leraar verdwijnt naar de lerarenkamer, om even later terug te komen met drie grote pizzadozen en een aantal blikjes frisdrank. Als hongerige wolven storten de kinderen zich op de pizza's. De kleinste uk van de klas weet zes pizzapunten weg te werken. Een hele prestatie.

Kerstmis in Hanoi is een vrij seculiere aangelegenheid. Afgezien van de kerststal op het pleintje voor de kathedraal is er niets dat herinnert aan de religieuze betekenis van het feest. Kerstmanmutsen zijn daarentegen alomtegenwoordig. Sommige kleuters waggelen zelfs rond in complete kerstmanpakjes, inclusief broek, jas en glimmende zwarte laarsjes. Je kunt veel zeggen van de Hanoise nouveaux-riches, maar niet dat ze smaak hebben. Warenhuizen hebben levensgrote modellen van de Kerstman naast de ingang geplaatst, compleet met rendieren, kunstsneeuw en arreslee. Mensen verdringen zich om ermee op de foto te gaan - het concept 'rij' is het Vietnamese volk vreemd. Voor een van de warenhuizen staat een metershoge kerstboom, geheel opgetrokken uit lege Heinekenflesjes. Overal dreunen de houseversies van beroemde kerstliedjes - netjes afgewisseld met Last Christmas, natuurlijk.

Maar wie christendom zoekt, vindt het, ook in de socialistische heilstaat. In de balzaal van een vijfsterrenhotel komen de leden van twee internationale kerken samen om de kerstdienst te vieren. De evangelische club heeft zijn stempel iets nadrukkelijker op de dienst weten te drukken dan de oecumenische. Een paar opwekkingsliederen hebben zich een plek tussen de kerstliedjes weten te veroveren. Away in the Manger wordt gezongen in een onbekende melodie. En een Nederlandse voorganger mompelt een weinig inspirerend verhaal over dat we niet alleen de geboorte van Christus moeten vieren, maar toch vooral ook aan diens naderende Wederkomst moeten denken. De film 2012 wordt nog even vergeleken met het Bijbelboek Openbaring, maar dan is het gelukkig voorbij, mogen de kaarsjes aan en wordt er, godzijdank, Silent Night gezongen.

De kerkdienst viel weliswaar tegen, het kerstdiner deed dat gelukkig niet. Vooraf werd een cocktail geserveerd van krab en pomelo, gegarneerd met dille. Dat werd gevolgd door een romige, licht pittige soep van wortel en pompoen, geserveerd met verse koriander en brood. Het hoofdgerecht bestond uit een verrukkelijk stuk zalmfilet met een sausje van Japanse sojasaus, knoflook en sinaasappel. De bijgerechten waren gebakken aardappeltjes, en een salade met tomaten, opnieuw pomelo en cashewnoten. Het dessert bestond uit kokosijs met pitaya, sinaasappel en vers geklopte room. Bij dat alles dronken zij een prima Hongaarse chardonnay.

Vrolijk kerstfeest.

4 comments:

  1. Mooie weergeve van kerst in den verre :) xchelle

    ReplyDelete
  2. hej Aike,

    klinkt allemaal positief. Alvast de beste wensen voor volgend jaar. Op een spetterend 2010!

    liefs Marlies

    ReplyDelete
  3. Gelukkig nieuwjaar, Aike!

    Reinier

    ReplyDelete
  4. Interesting post - demystifying and re-mystifying Christmas.

    Betlehem looks rather beautiful from those pictures. Never been.

    Despite the longing to spend Christmas elsewhere every now and then, in the end Christmas is nowhere quite as great as at home, isn't it?

    Happy New Year!

    ReplyDelete