Tuesday 15 June 2010

Vietnam Kort (10): Big Fish

Nog niet zo lang geleden was ik zestien, druk met toneel en taal, kritisch maar onzeker. Het is inmiddels tien jaar geleden, maar als ik mijn ogen sluit en mij situaties van toen voor de geest haal lijken het eerder tien dagen. Vandaag sta ik aan de andere kant. Ik geef les aan zestienjarigen, druk met hun eigen dingen, kritisch maar onzeker. Ze zijn bijna volwassen, doen alsof ze alles kunnen en weten, hebben een grote bek, en zijn als de dood voor wat komen gaat. Ze raken even makkelijk verveeld als geïnspireerd. Ze leren Engels, want papa heeft gezegd dat ze in het buitenland moeten gaan studeren, en papa kan het betalen. Maar er moet nog een hoop gebeuren voordat hun Engels daar goed genoeg voor is.

Ik doe mijn best ze grammaticale constructies uit te leggen die niemand mij ooit fatsoenlijk heeft uitgelegd: het verschil tussen de present perfect simple en de present perfect continuous, bijvoorbeeld. Maar ik doe ook een poging ze tussen de bedrijven door een beetje algemene ontwikkeling bij te brengen. Vietnamees geschiedenisonderwijs beperkt zich helaas tot een handjevol nationalistische mythen en wat nietszeggende jaartallen; aardrijkskunde en maatschappijleer zijn helemaal afwezig. Ik doe wat ik kan - niet omdat het onderdeel is van mijn baan, maar omdat ik geloof dat het belangrijk is iets te leren over de wereld waarin je leeft.

Iets als een Bildungsideal is in Vietnam volstrekt afwezig. Geestes- en sociale wetenschappen leiden een marginaal bestaan, ook aan universiteiten. Kosmopolitisme bestaat nauwelijks: op economisch gebied is Vietnam weliswaar internationaal georiënteerd, daaronder ligt een nauwelijks verhulde nationalistische trots. Tegelijkertijd is er weinig of geen diepgaande kennis van de eigen intellectuele, artistieke en religieuze tradities, laat staan van die van andere landen. Wie voorstelt klassiek Chinees in te voeren als verplicht schoolvak, zodat studenten de klassieken kunnen lezen die hun cultuur gevormd hebben, wordt uitgelachen of genegeerd. China wordt gehaat, en daarmee de gehele Oost-Aziatische intellectuele traditie. 'Socialistisch' totalitarisme, naïef nationalisme, en het structurele opruimen en wegwerken van politieke dissidenten in de afgelopen decennia hebben ertoe geleid dat Vietnam in intellectueel opzicht straatarm is.

In economisch opzicht is het dat al lang niet meer, hoe oneerlijk de koek ook verdeeld is. Vietnam is een kapitalistisch lustoord, een rap groeiende zeepbel waar wild gespeculeerd en geconsumeerd wordt. De stedelijke middenklasse bekommert zich om één ding: geld. Maatschappelijk succes en geluk worden gelijkgesteld met rijkdom. Er heerst dan ook een zeer utilitaristische opvatting van onderwijs. Negen van de tien tieners willen zakenman (of -vrouw), accountant of bankier worden. Het aantal afgestudeerden in business management of accounting and finance loopt in de miljoenen - het gemiddelde niveau laat zich raden. Ondertussen is er een problematisch tekort aan elektriciens, loodgieters, handwerkslieden en verpleegkundigen, want dat wil niemand worden. Over sociologen, historici en filosofen zullen we het maar helemaal niet hebben.

Ik doe mijn best. Ik sprak met mijn studenten over de betekenis van het woord gender, en over het nature-nurture debat. We spraken over democratische verkiezingen. Ik vertelde ze over de Holocaust en over apartheid, en legde de betekenis uit van woorden als stereotype en discrimination. We lazen een stukje uit het dagboek van Anne Frank. Er is meer in het leven dan een goedgevulde bankrekening en een dikke SUV voor je deur, wilde ik maar zeggen. Er is meer in het leven dan consumptie, er is meer van waarde. Ik wil niet alleen dat mijn leerlingen woordjes stampen, ik wil ook dat ze kritisch leren lezen. Leren denken. Verder kijken dan hun eigen kleine wereld.

Vorige week had ik een parents meeting. Mijn leerlingen mochten ondertussen een film kijken. Ik had gekozen voor Big Fish. Ik weet niet of u hem kent. Het is een prachtig verhaal over een verhalenverteller, een ode aan de verbeelding, gevoelig en grappig. Ik houd van die film om dezelfde reden als waarom ik van de roman Life of Pi houd; omdat hij concepten als waarheid, leugen, verhaal en mythe problematiseert en ermee speelt. Omdat hij laat zien hoe we onze eigen geschiedenis en zo onze eigen identiteit narratief construeren, en hoe verbeelding daarbij een rol speelt. Maar ook voor wie die diepere laag niet meteen herkent is het een mooie film. Een ontroerend sprookje, met een ontwapenend sympathieke Ewan McGregor in de hoofdrol.

Niet voor hen. Ik kwam terug van de parents meeting, hopende dat ze geboeid naar de film zouden kijken. In plaats daarvan werd er druk gekletst en gekeet. Bijna niemand had oog voor de film. 'Saai,' vonden ze hem. 'Er gebeurt niets.' 'Zijn dan alleen films waarin gevochten wordt de moeite waard?' vroeg ik. Ja, daar kwam het wel op neer. Ze hadden niet de concentratie kunnen opbrengen om naar een lieve film te kijken. Er moest vooral niet teveel worden nagedacht. Een film moet namelijk eenvoudig geconsumeerd kunnen worden.

Ik zuchtte eens diep. En voelde me opeens heel oud.

1 comment:

  1. Moedig en knap dat je dit doet Aike, dat jij juist wel bereid bent die extra stap te zetten. En misschien is er wel iemand in je groep die over een paar jaar aan je terugdenkt omdat jij degene was die een klein zaadje plantte. Je weet het nooit. Natuurlijk ook weer prachtig beschreven!

    ReplyDelete