Tuesday 12 October 2010

Herfstdagen

De nachtvorst is gekomen. Het gras en de autodaken zijn bedekt met een laag rijp, die pas tegen het middaguur verdwijnt. Oren tintelen van de kou. De lucht is helder, blauw, smaakt fris.

Ik was vergeten hoe de herfst ruikt, vergeten ook hoe mooi ze is als de regenwolken weg zijn. De kleuren in Oslo zijn majestueus. De berk draagt een felgele jas, de eik is goudbruin oranje, de esdoorn volgeel en trots. Geen stad zo vol bomen als deze.

In de tuinen groeien rozenbottels en lijsterbessen, tussen trampolines in. Achter zich houten landhuizen met rode klimop, die eigenlijk in de provincie horen. Eksters huppen de wacht. De stad is stil maar vol van leven.

De stad houdt je niet gevangen, je laat haar zo achter je. Het bos is overal, en iedereen heeft het lief. Rotsblokken, vennetjes, meren, en naald- en loofbomen gemengd.  Een palet aan herfstkleuren, een boeket aan geuren. Volg de blauwe strepen als je niet wilt verdwalen. De rode lopen dood, behalve als het winter is en je ski's draagt.

Maar je mag het pad af, je mag lopen waar je wilt en plukken wat je wilt. Vorige week hadden we geluk. Het had geregend, en het bos was vol met paddenstoelen. Trechtercantharellen, in Nederland beschermd, hier uitbundig groeiend en zeer eetbaar. We waren in goed gezelschap, en wisten twee grote manden vol te oogsten. Daarna aten we stoofpot met hert en cranberries, en worteltaart toe. Dank.

Vandaag blijven we in de stad, bijna net zo kleurrijk als het bos. Een meisje fietst een heuvel op, door een dikke bladerdeken, haar tong uit de mond. Een hardloper passeert haar. Ik doe pogingen een boom te fotograferen, een prachtige boom, in koninklijke herfstdracht. Als ik omkijk zie ik mijn lief plots een appelboom in klimmen, steeds hoger de kruin in, nauwelijks zichtbaar achter de bladeren. Ze blijft me verrassen.

Ze mag blijven. Ze heeft een papiertje gekregen met een stempel van de politie, waarop staat dat ze hier mag zijn. Een enkel A4'tje, niet meer dan wat inkt en een stempel, maar ons al te lief. Nu kan ze een nummertje aanvragen, zodat ze officieel bestaat. Nu kan ze met mij door Europa reizen, nu mag ze hier zijn. Het is veel sneller gegaan dan we vreesden.

Het is de tiende van de tiende van het jaar tien. Ver weg vieren Hanoi, Taiwan en Noord-Korea hun verjaardagsfeestjes. Heel ergens anders houden de Nederlandse Antillen op te bestaan. In Oslo is het de mooiste herfstdag ooit. Een goede dag om precies een half jaar getrouwd te zijn. Ons feestje is een wandeling.

Pas als we in het Vigeland Park zijn wordt het druk. Honderden beelden van naakte mensen, liefhebbend en vechtend, knuffelend en kronkelend, badend in het namiddaglicht. Sommige menselijk, andere demonisch, allen opmerkelijk en poedelnaakt. Toeristen en Osloƫrs kuieren gemoedelijk rond. Vandaag kan niemand boos zijn. Behalve de kleine jongen van Vigeland, natuurlijk.

We verlaten het park, en lopen naar het conservatorium, waar we vanavond een concert zullen bijwonen (Chopin en Sjostakovitsj, voorwaar een wonderlijke combinatie). Onderweg komen we langs een bioscoop met een groot koepeldak, en een beeld van Charlie Chaplin. Op zijn bolhoed draagt hij gele en rode bladeren. De lucht kleurt paars en oranje.

De herfst is vol verrassingen.


















No comments:

Post a Comment