Tuesday 11 January 2011

Een pony in de sneeuw


December was traditioneel gezellig en druk. Zo druk, dat ik geen moment aan mijn weblog toekwam. Het eerste goede voornemen voor 2011 is dan ook een voor de hand liggende: regelmatig op deze plaats met u mijn gedachten en ervaringen delen. Niemand verliest graag lezers, natuurlijk. Daarnaast is schrijven voor ondergetekende een beproefde manier om zaken op een rijtje te zetten, of het nu overwegingen van politieke aard of reisimpressies betreft. Bij dezen beloof ik u dan ook plechtig dat ik u in het nieuwe jaar niet meer zo lang op nieuwe verhalen zal laten wachten als de afgelopen maand. Eén manier: korte verhaaltjes, observaties, in de stijl van 'Vietnam Kort', maar dan over de landen waarin ik mij in 2011 zal bevinden: Noorwegen en Japan. Coming soon.

Ik heb nog meer goede voornemens voor 2011. Een hele waslijst, om eerlijk te zijn. Dat ik die allemaal netjes na zal komen lijkt vrij onwaarschijnlijk, maar dat geeft niet, want de betekenis en het belang van goede voornemens staan in principe los van de vraag of ze wel of niet gerealiseerd worden. Plannen maken maakt ons menselijk, per slot van rekening. Maar daar kom ik binnenkort nog op terug. Voor ik ga vooruitblikken naar 2011 ben ik u eerst nog een laatste terugblikje verschuldigd: op de afgelopen maand.

Aangezien december zo vol was dat er heel veel te vertellen valt kwam ik er nauwelijks aan toe de ervaringen tot verhalen te maken. En aangezien het nieuwe jaar al volop gaande is, en ik mijn zeurende calvinistische werkethiek (lees: onrust) weer op mezelf heb losgelaten, lijkt het uitgesloten dat ik de tijd kan vinden om alle verhalen in geuren en kleuren te vertellen. Temeer daar ik er op donkere weekenddagen genoegen in schep mij te verliezen in deze of gene spannende roman, waardoor ik niet altijd aan schrijven toekom. Derhalve houd ik het deze keer bij een beknopte samenvatting.

In december is Oslo op zijn donkerst. De nacht hapt een groot deel uit de middag, waardoor je dagritme behoorlijk in de war raakt. Vermoeidheid is een gegeven, maar de kersttijd brengt licht. Gelukkig hoef je als buitenlander geen rekening te houden met alle bizarre culinaire voorschriften (gefermenteerde kabeljauw, kerstham, zeven zelfgebakken taarten) en andere onwrikbare normen (grote kerstschoonmaak, bergen cadeaus) waar de Noren, gek op tradities als ze zijn, zich aan menen te moeten houden. Maar je kunt wel genieten van fraaie versieringen, lekkere geuren en gezellige kerstmarkten. De mooiste werd gehouden in des stads openluchtmuseum. De handgemaakte prullaria waren er weliswaar onbetaalbaar, maar de kerstsfeer was onovertroffen. De Kerstman danste in het rond met grut in kabouterkleding; er waren mierzoete, glimmend rode geglazuurde appels op stokjes; een dame in klederdracht vertelde ons over eeuwenoud bijgeloof; in de staafkerk werd een echt eredienstje gevierd; en de kerstelfen hadden hun eigen pakjeswerkplaats. 's Lands kitsch, 's lands trots, en o zo gezellig.















Er was nog meer winterpret. We werden uitgenodigd voor een eerste langlauftocht, op een prachtige, zonovergoten zondagochtend. Langlaufen lijkt makkelijk, maar dat is het niet. Peuters worden hier al op ski's gezet voor ze goed en wel kunnen lopen, en dan leer je het vanzelf, maar je als stokoude twintiger leren voortbewegen op die veel te lange latten is voorwaar geen sinecure. Al ziet het er makkelijker uit, langlaufen is stiekem een stuk moeilijker dan alpineskiën, vooral het afdalen. Desalniettemin ging het die eerste keer niet slecht. We verplaatsten ons over hobbelige bospaadjes, stralend witte meren en glanzende loipes. We passeerden de voetafdruk van een trol. Er werd af en toe gevallen, natuurlijk, maar dat mocht de pret niet drukken. Passanten die ons inhaalden knikten ons bemoedigend toe. Eventjes hoorden we erbij.

Helaas werd de positieve eerste langlaufervaring gevolgd door een veel minder aangename tweede, een paar weken later. Het was een klassieke pechdag, waaraan ik maar beter niet al te veel woorden vuil maak. In het kort: een gekneusde teen, slecht werkende sluitingen, vroeg ingevallen duisternis en een plotselinge angst af te dalen maakten dat de pret van de eerste keer ver te zoeken was. Een derde poging zal dan ook nog wel even op zich wachten, want voorlopig sta ik nog ietwat ambivalent tegenover deze volkssport nummer één. 

Een week voor kerst vertrokken wij voor een dag of tien naar Nederland. Ook daar waren net de eerste paar vlokjes sneeuw waren gevallen, dus Schiphol en de Nederlandse Spoorwegen waren reeds onderweg naar chaos -  maar gelukkig wisten wij onze eerste bestemming te bereiken, zij het met de nodige vertraging. Dit keer verbleven wij eens niet in Leiden of Amsterdam, maar in het mij tamelijk onbekende Rotterdam. Het eerste dat mij opviel (en dat gezegd moet, hoe anekdotisch de bewijsvoering ook is): Rotterdammers zijn een stuk vriendelijker in de publieke ruimte dan Amsterdammers. Het tweede: als de zon schijnt, is een boottocht door de haven een ware traktatie. Het derde: Rotterdam heeft een fraai Russisch-orthodox kerkje, met een glimmend gouden koepeldakje. Het vierde: mijn lief heeft zich ontwikkeld tot een fanatieke sneeuwballengooister. Het vijfde: FC Groningen had die voorsprong op Excelsior nooit uit handen mogen geven, maar daar staat tegenover dat de scheidsrechter nooit die penalty had mogen geven. En het zesde: het Wereldmuseum in Rotterdam heeft een indrukwekkende collectie Tibetaanse en Japanse esoterisch boeddhistische voorwerpen, die mij aangenaam verraste. Het is ook nog eens gratis te bezoeken.

We hadden geen dag later moeten vliegen, want grote sneeuwbuien legden de Randstad lam. Gelukkig reden er nog een paar treinen, zodat we onze vrienden konden ontmoeten, en een bus, zodat we richting polder konden. Daar stond een rij eeuwenoude windmolens in een eindeloze witte vlakte schitterend zichzelf te zijn. Alleen de schapen konden er niet van genieten, want ze hadden hun koppen diep in de sneeuw gestoken, om toch nog wat gras te kunnen vinden. Ondertussen leidden de provocaties van mijn lief tot een sneeuwballengevecht van epische porties. Drie tegen drie, de Alblasserdammers tegen de indringers, een strijd om leven en dood. De Turkse koffie smaakte heerlijk, na afloop.
















Wij reisden naar Groningen. De NS deelde gratis koffie uit om vermoeide treinreizigers te pacificeren. Maar toen we eenmaal voorbij Amersfoort waren, waren er geen problemen meer - met uitzondering dan van die pony, die in Beilen op het spoor stond en niet weg wilde. Uiteindelijk heeft de conducteur het dier weten over te halen, waarna ze samen achterbleven. Zomaar stof voor een gedicht:

Er staat een pony op het spoor
in Beilen, heel alleen, te wachten
op het paardenkind dat altijd
voor hem zorgt, maar door
de dikke sneeuw vandaag niet
Hoogersmilde uit kan fietsen.

Als de conducteur, misschien, die aan
het eindpunt niets te zoeken heeft, wie
slechts een stille avond wacht, onder
een lege kerstboom. Zegt:
laat mij maar bij de pony staan.

De trein de witte wereld in ziet
weggaan, maar: het eindpunt
wacht wel even. Het dier laat zich
gewillig aaien.

Dank, NS, voor de gedetailleerde informatievoorziening in dezen. Helaas kon er bij geen van de andere reizigers ook maar een kleine glimlach vanaf, maar mij heeft u zonder dat te weten een mooi verhaal cadeau gedaan. Daar kunnen geen tien gratis koppen koffie tegenop.

Wij bleven een week in Groningen, en die week vloog voorbij. Sinterklaas, die zelf inmiddels op Gran Canaria aan het genieten was van een welverdiende vakantie, had een Piet bereid gevonden om ons nog een paar zakken verlate cadeaus te brengen. Zodoende genoten we enkele dagen voor Kerstmis van een ouderwetse sinterklaasavond met mooie cadeaus, hilarische dan wel ontroerende gedichten en zoete lekkernijen. Ook de daaropvolgende avonden brachten we door in het goede gezelschap van vrienden en/of familieleden. En op eerste kerstdag maakte ondergetekende een diner bestaande uit toastjes met gerookte vis, cocktail van Hollandse garnalen met rode grapefruit, pittige auberginesoep, risotto met vongole een victoriabaars, en zelfgemaakte tiramisu toe. Ook op de andere avonden werd er smakelijk gegeten.

Een paar dagen na kerst vlogen we terug naar Oslo, onze bagage volgepropt met flessen wijn, pindakaas, oliebollenmix, kleren en sinterklaascadeaus. We kregen gezelschap van een vriend, met wie we de volgende dagen Oslo verder ontdekten, en het nieuwe jaar inluidden, dat inmiddels al weer anderhalve week op gang is. De tijd heeft vleugels, om er nog maar eens een cliché tegenaan te gooien.

2010 zit er in elk geval op. Het was een gedenkwaardig jaar.

No comments:

Post a Comment