Tuesday, 5 October 2004

De gemeente en de pater familias

De dormitory is geen echte dormitory. Ik bedoel, het is natuurlijk wel een dormitory, want er wonen veel internationale studenten in kleine, relatief dure kamertjes. Maar het oorspronkelijke doel van de dormitory was helemaal niet de dormitory. Waseda Hoshien, zoals de dormitory heet, is eigenlijk een evangelische organisatie die zich bezig houdt met het promoten van allerlei culturele en religieuze activiteiten. Dat blijkt onder meer uit het feit dat ik, wanneer ik het gebouw waarin ik woon verlaat (de dormitory bestaat uit meerdere gebouwen), oog in oog sta met een fraaie bakstenen kerk. De kerk, die geflankeerd wordt door een schitterende, tot de hemel reikende pijnboom, wordt behalve voor kerkdiensten vaak gebruikt als ambiance voor huwelijksvoltrekkingen (niet zelden zie ik mij, wanneer ik op de fiets ben, genoodzaakt tussen de bruiloftsgasten door te slalommen teneinde de openbare weg te bereiken) en als repetitieruimte voor verschillende koren (wanneer ik aan het eind van de middag thuiskom, word ik regelmatig verrast door harmonieus samenzingende mannenstemmen).



Voor het overige is er niet zoveel te merken van het christelijke stempel dat de dormitory draagt. De bewoners schijnen nagenoeg allemaal aanhangers te zijn van het onverschillig-agnostisch secularisme (een moderne vorm van religie die ervan uit gaat dat religie op zich best wel boeiend is, zolang je je er maar niet al te zeer in hoeft te verdiepen, en dat mensen best mogen geloven, ook best niet mogen geloven, en dat je zelf eigenlijk niet gelooft, of misschien wel in iets maar niet in iets wat anderen al voor je hebben geformuleerd, maar in elk geval niet in iets waar je iets voor moet doen, en dat religie best mag, zolang het maar geen invloed heeft op de samenleving, en dat boeddhisme eigenlijk best wel interessant is. Het onverschillig-agnostisch secularisme is, kortom, de ultieme synthese tussen New Age, atheïsme en pragmatisme; en als zodanig zeer succesvol in met name West- en Noord-Europa, ofschoon het wereldwijd aanhangers heeft). Het enige teken van religieuze affiliatie onder mijn medebewoners kwam van een lief meisje uit Singapore dat mij meedeelde dat zij tot Kannon (alias Avoliketshvara) bidt.

Dus nee, over het algemeen speelt geloof niet echt een grote rol in de dormitory. Ik heb ook niet de indruk dat men hier sterk de behoefte heeft ons te bekeren; ik heb althans nog niet een schrijven in mijn postvakje aangetroffen dat mij oproept mijn heil te zoeken bij Jezus Christus.



Vorige week hadden wij een welkomstbijeenkomst in de dormitory. Wij werden verwacht in de kelder van één van de gebouwen, waar wij een eenvoudige doch voedzame maaltijd zouden ontvangen. Gezien het feestelijke karakter van de bijeenkomst was er zelfs gezorgd voor een heuse cocktailbar (dat sinas en goedkope gin niet echt de meest wervelende combinatie vormen die men zich voor kan stellen mocht de pret niet drukken). Kennelijk wordt het zaaltje waarin wij samengekomen waren ook gebruikt voor kerkdiensten, want op een verhoging achter in de zaal bevonden zich een microfoon, een standaard waarop een eventuele spreker een min of meer heilig boek zou kunnen leggen, en een piano. Daarachter hing bovendien een groot kruis aan de muur.



Voordat wij ons mochten storten op het eten en drinken dat voor ons was klaargezet, moesten eerst de nodige plichtplegingen worden afgewerkt. Natuurlijk werden wij eerst nog even gewezen op een paar belangrijke regels in de dormitory. Daarna werden wij uitgenodigd ons vooral in te schrijven voor een weekendtrip naar Fukuyama, ergens in november, waar wij samen met high school-meisjes soba (noodles) kunnen gaan bereiden; een uitnodiging die enkele van mijn mannelijke medebewoners reeds deed watertanden (of dat nu wel of niet was omwille van die heerlijke soba laat ik graag aan de lezer ter beoordeling). Vervolgens werden wij voorgesteld aan een aantal mensen die ons verblijf hier zullen trachten te veraangenamen, zoals de portier, de dame bij wie we terecht kunnen met allerhande lichamelijke en mentale ongemakken, en een aantal studenten die het leuk vinden om op stap te gaan met buitenlandse studenten. Tot slot was het de beurt aan de pater familias om zijn welkomsttoespraak te houden.



Een trotse heer van respectabele leeftijd stapte naar voren. Hij ging gekleed in een donkerbruin pak, een stropdas in dezelfde kleur als het pak, en een kraakhelder wit overhemd dat licht doorschijnend was, als gevolg waarvan het hemd dat hij eronder droeg zichtbaar was. Met zijn borst ietwat naar voren en zijn kin ietwat omhoog heette hij ons welkom, waarna hij ons de geschiedenis van de dormitory begon te vertellen. Aangezien hij in het Japans sprak kon ruim de helft van de aanwezige studenten zijn verhaal niet volgen, maar dat weerhield hem er niet van om ons uitgebreid te onderrichten over het eerdere wel en wee van ons aller dormitory. Hij glom daarbij als een liefhebbende ouder die vol trots de buren inlicht over de schoolresultaten van zijn kinderen.



Studenten van Waseda staan erom bekend dat ze altijd te weinig tijd hebben om alle dingen te doen die ze willen doen, simpelweg omdat ze veel te veel willen doen (wat ongetwijfeld één van de redenen is dat ik me hier thuis voel). Ze studeren aan één van 's lands beste universiteiten, ze hebben bijna allemaal een bijbaantje omdat hun universiteit zo duur is en omdat ze ook willen stappen en de nieuwste mobiele telefoon willen hebben (in tegenstelling tot de ouders van studenten van die andere beroemde, rivaliserende privé-universiteit, Keio, zijn de ouders van Waseda-studenten over het algemeen niet buitenproportioneel rijk), en daarnaast zijn ze ook nog eens lid van één, twee of meerdere studentenclubs, 'circles' genaamd. Circles zijn groepen studenten die in grootte variëren van, pak hem beet, tien tot vele honderden leden, en die een bepaalde interesse delen. Een groot aantal circles houdt zich bezig met sport; zo zijn er tientallen honkbal-, voetbal-, tennis- en skicircles. Daarnaast zijn er vele muziek-, film- en toneelcircles, en natuurlijk een groot aantal studiecircles. Nogal wat circles doen vrij maffe dingen; zo ben ik onder meer een verstoppertjecircle, een frisbeecircle en vele circles die zich bezighouden met de aanbidding van een bepaald idool tegengekomen. Ook de jongens in de donkerblauwe, semi-fascistische uniforms die het publiek tijdens de honkbalwedstrijd bezighielden vormen een circle.



Een studieverblijf in Japan is niet compleet zonder het lidmaatschap van ten minste één circle. Geïnspireerd door recente karaoke-ervaringen besluit ik dan ook om eens te kijken of ik lid zou kunnen worden van een circle die zich met zingen bezighoudt, zoals een koor of een musicalgezelschap. Aangezien er, zoals ik al zei, vaak door koren gerepeteerd wordt in de kerk tegenover mijn gebouw, ga ik naar de balie van de dormitory om te vragen of er misschien een (kerk)koor is dat aan de dormitory verbonden is. Dat is er niet, zo krijg ik te horen; maar er zijn wel verschillende circles die repeteren in de kerk.



Dan komt uit een zijkamertje met statige tred de pater familias aangelopen. Boven zijn grijze pantalon draagt hij een paars-rood-bruin Hawaii-overhemd. Zijn borst heeft hij ietwat naar voren, zijn kin ietwat omhoog. Hij heeft mijn vraag gehoord en noemt me de namen van een paar beroemde studentenkoren waar ik lid van zou kunnen worden. Hij zegt met gepaste trots dat hij ook lid is van een koor, en dat hij aanstaande donderdag de repetitie zal leiden omdat de eigenlijke dirigent dan afwezig is.

Even wordt het stil; zijn gedachten lijken af te dwalen, in beslag genomen door een plotseling opkomende herinnering. Dan beginnen zijn ogen te glinsteren. Zijn borst gaat nog wat verder naar voren, zijn kin gaat nog wat verder omhoog. En hij vertelt. Met een grote glimlach vertelt hij hoe hij, toen hij nog een middelbare scholier was die lid was van het schoolkoor, op een mooi moment gevraagd werd om bij een belangrijke gelegenheid ten overstaan van de gehele school een solo ten gehore te brengen. Heel even is de pater familias weer een zenuwachtige maar apetrotse jongen van zeventien, die zijn moment van glorie beleeft; een moment dat hij zijn hele leven lang zal blijven koesteren.

De glinsterende ogen kijken mij vragend aan; bewonderend kijk ik terug.

Wanneer ik de pater familias bedank voor de informatie over de circles en wegloop, roept hij me nog wat na. Met warme, licht ontroerde stem zegt hij: 「ぜひ日本の生活をエンジョイしてください」 (zehi nihon no seikatsu wo enjoy shite kudasai), 'geniet zeker van het leven in Japan' - daarbij het Engelse woord 'enjoy' gebruikend. Ik bedank hem nogmaals en loop dan weg. Hij kijkt me na tot ik de deur uit ben.
Gevuld met dromen zingt de jongeman zich een weg naar de toekomst.
De uitwisselingsstudent mag eventjes een spiegel zijn.





No comments:

Post a Comment