Friday 15 October 2004

Baito!

Tokyo is een ontzagwekkende metropool, het bruisende centrum van een imposante economische en politieke macht, en een constant in beweging zijnde bron van ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, mode, kunst en architectuur. Tokyo is één van de grootste steden op deze aarde, en de invloed die ze heeft op cultureel en economisch gebied reikt wereldwijd. Tokyo is een paradoxale, maar fascinerende synthese van het traditionele en het hypermoderne Japan. Tokyo ís Japan, in feite.



Natuurlijk krijg ik wanneer ik dit beweer ruzie met enkele van mijn Leidse studiegenoten, die ervoor gekozen hebben om zich een jaar lang op te houden in afgelegen plattelandsoorden waar de mensen onverstaanbare dialecten brabbelen, obscure maritieme levensvormen nuttigen als ontbijt, en in kleding rondlopen die vorig jaar reeds uit de mode was. Vooruit, ze hebben best aardige tempels in die stadjes in het westen, maar je zou er toch niet willen wonen...



Toch moet ik ze één ding nageven, die studiegenoten van me. Op financieel gebied was het een verstandige keuze om niet in Tokyo te gaan wonen. Zo betaal ik drie keer zoveel als zij om in een dormitory te mogen wonen. Ook andere belangrijke zaken, zoals eten en uitgaan, zijn hier tamelijk prijzig. Mijn portemonnee is met een beangstigende snelheid aan het afslanken.



Er zit dus maar één ding op: baito!



'Baito' is één van de belangrijkste termen in het leven van de meeste Japanse studenten. Het woord is een afkorting van 'arubaito', dat is afgeleid van het Duitse 'Arbeit', en betekent 'bijbaantje'. Het bijbaantje is fundamenteel anders dan een reguliere full-time baan, en de twee mogen dan ook niet verward worden - het woord dat 'werk' betekent mag absoluut niet gebruikt worden wanneer verwezen wordt naar een bijbaantje, en vice versa. Ook al doen ze precies hetzelfde werk, iemand die baito doet heeft een principieel andere status dan iemand die ergens full-time werkt.



De Japanse economie is in grote mate afhankelijk van baito's. Cafés, restaurants, winkels en andere kleine bedrijven kunnen het zich vaak niet veroorloven hun werknemers vaste contracten voor langere tijd aan te bieden, en alle daarbij horende sociale premies, belastingen en dergelijke te betalen. Ook studenten hebben er belang bij zonder al te veel verplichtingen ergens gedurende een kortere periode te kunnen werken; per slot van rekening moeten die nieuwe telefoon, schoenen en handtas ergens van betaald worden (dat ze er moeten komen is evident - we zijn hier in Tokyo, dus we moeten wel up-to-date blijven met de laatste ontwikkelingen...).





Op zoek naar baito kwam ik terecht bij de Language School.



De Language School bevindt zich in een kille, met kantoren gevulde buurt in het centrum van de stad, even ten westen van het keizerlijk paleis. Tachtig procent van de mensen die gebruik maken van het nabijgelegen metrostation heeft een stropdas om de nek en een koffertje aan de hand. De eerst stijgende, vervolgens dalende weg die van het metrostation naar de Language School loopt wordt behalve door een noodlerestaurant, een broodjeszaak en een convenie geflankeerd door grote aantallen middelgrote kantoorgebouwen waarin zich middelgrote en kleine bedrijven bevinden.



Op de zevende en tevens hoogste verdieping van één van deze gebouwen bevindt zich een kamertje van hooguit tien vierkante meter. Op de deur staan de naam van de school en enkele van de talen die er gedoceerd worden. Wanneer men het kamertje binnengaat wordt men geacht zijn schoenen uit te doen en zijn voeten in een paar met roze stippen versierde badslippers te wurmen (een vrijwel onmogelijke opgave voor iemand met maat 45). Aan de rechterkant leidt een deur naar een klein toilet. Aan de linkerkant staat een tafeltje met een aantal krukjes, waarop naast een kamerplant een paar Newsweeks, een klein white board en dikke stiften in verschillende kleuren liggen. Verderop in het kamertje bevinden zich een gootsteen met enkele gebruikte glazen, een kast waarin Engelse leerboeken en kinderboekjes staan, een archiefkast en een bureau met een paar stoelen. Het bureau is gevuld met een roze radio annex CD-speler, een fax, een telefoon, drie mobiele telefoons waaraan verschillende speelgoedfiguurtjes bevestigd zijn, een grote stapel papieren, een doosje met met stickertjes in de vorm van vlindertjes versierde visitekaartjes en een groot blauw boek met Disney-verhaaltjes in het Engels. Er staat geen computer.



De talenschool wordt gerund door een dame van een jaar of dertig, die (evenals Endo Shusaku, één van de drie grootste Japanse auteurs uit de twintigste eeuw, maar dat terzijde) Frans gestudeerd heeft aan Keio University, de grote concurrent van Waseda. Wanneer ik haar vraag of dat betekent dat ze Frans spreekt telt ze met de nodige moeite tot tien, waarna ze me vertelt dat haar studietijd voornamelijk bestond uit feesten. Wanneer ze niet in gesprek is met een nieuwe student voor wie ze een geschikte leraar moet zien te vinden of met een nieuwe leraar voor wie ze een geschikte student moet zien te vinden houdt ze zich meestal bezig met één of meerdere van de aanwezige mobiele telefoons. Het lijkt erop dat ze zowel doordeweeks als in het weekend in het kamertje aan het werk is, en meestal doorgaat tot 's avonds laat.

Af en toe is er een man op de Language School die iets, maar niet veel ouder is dan zij. Hij gaat gekleed in een zwart pak, een wit overhemd met zalmkleurige streepjes en een zalmkleurige stropdas met witte streepjes. Hij heeft een baardje in de vorm van een paar zwarte sprietjes haar, en spreekt met zachte, hese stem. Het eerste wat hij mij vertelt is dat mensen hem gezegd hebben dat de verhalen die hij heeft geschreven van een vergelijkbaar niveau zijn als die van, pak hem beet, Kawabata Yasunari (ook één van de drie grootste Japanse auteurs uit de twintigste eeuw). Vervolgens vertelt hij mij hoe ik mijn lessen vorm moet geven, en dat het belangrijk is dat studenten tot in den treure hetzelfde stomme zinnetje herhalen, zonder zich bezig te houden met de betekenis, opdat ze hun uitspraak perfectioneren (een lesmethode waar ik zo mijn twijfels bij heb; iemand die altijd dezelfde passeerbeweging oefent wordt toch ook geen goede voetballer?). Daarna houdt hij onder andere een filosofische monoloog van een half uur tegen een nieuwe studente, leest hij mij met veel passie Sneeuwwitje voor in het Engels, en weet hij mij aan de hand van de numerologie van mijn naam te vertellen wat mijn sterke en zwakke kanten zijn (hij zit er niet ver naast, moet ik bekennen).
En ik? Ik praat Engels en lees Sneeuwwitje met nieuwe studentes, ik plak stickertjes in de vorm van vlindertjes op visitekaartjes, ik spreek een bandje in. Tussendoor lees ik. En natuurlijk kijk ik om me heen.
Best leuk, baito...!

4 comments:

  1. Jelle: Het is hier ook best gezellig hoor :) De eerste dagen had ik wel een soort heimwee naar Tokyo, maar die is nu al helemaal weg :) Het duurt hier iets langer om te vinden waar coole dingen te doen zijn enzo...
    Ik vind je opmerking dat Tokyo Japan is wel een beetje gewaagd :) Maarja ik heb minder ervaring met in Japan zijn dan jou dus een goed beargumenteerd weerwoord weet ik zo ook niet te plaatsen :) Het ligt er natuurlijk ook maar net aan wat jij de belangrijkste facetten van een land vind enzo :)
    Ik kan je in ieder geval zeggen: ik verveel me geen minuut :) Ik had gister zo'n beetje voor de eerste keer een rustdag sinds ik hier ben.
    Binnenkort ook maar es een baitootje zoeken... Ik ben opzich wel goed in irasyaimase zeggen, misschien moet ik ff bij de locale konbini gaan werken ofzo :P
    Je baito klinkt wel goed... Ik vraag me af wat de mogelijkheden hier zijn aangaande het engels les geven...

    ReplyDelete
  2. Het is wellicht niet de bedoeling ze Engels te leren maar Engelse les te geven.

    Als een soort bezigheidstherapie

    De groeten, Rianne

    ReplyDelete
  3. Mijn opmerking dat Tokyo Japan ís was lichtelijk provocatief bedoeld... De ironie stond mij, eenvoudige Groningse plattelandsjongen, even toe een sterk staaltje niet geheel oprechte grotestadsarrogantie ten toon te spreiden...

    Tokyo is natuurlijk slechts één van de vele gezichten die Japan rijk is (een heel fascinerend en veelzijdig gezicht, dat wel). Nagasaki is ook best leuk hoor. ;-)

    Succes met baito! Oh ja, convinie is denk ik leuk maar Engelse les betaalt minstens twee keer zo goed, dus dat zou ik eerder proberen als ik jou was.

    Groet!

    ReplyDelete
  4. Hoi Rianne!

    Tja, volg je Engelse les om Engels te leren?
    Misschien wel niet.

    De vraag is: leef je naar een doel toe omwille van het doel, of is het voldoende om naar het toeleven toe te leven?

    Vooralsnog eerst maar eens Sneeuwwitje onder de knie zien te krijgen...

    ReplyDelete