Monday 5 January 2009

De stervende schildpad

Aan de Thaise golfkust liggen drie eilanden. De grootste van de drie heet Ko Samui. Dit is het eiland van de package deal-massa's. De middelste van de drie heet Ko Pha Ngan. Dit is het eiland van de grote feesten, de drank en de drugs. En de kleinste van de drie heet Ko Tao. Dit is het eiland van de duikers en de natuurliefhebbers; niet zo druk en toeristisch als de andere twee.

Dat was althans het beeld dat ik had voor ik hier kwam. Op internet had ik beelden gezien van de feesten op Ko Phan Ngan: voornamelijk technobeats en gedrogeerde tieners. Noch ik, noch mijn beide reisgenootjes werden daar heel erg door aangetrokken. Ondertussen schreven mensen op hun waarbenjij.nu-weblog lyrische verhalen over Ko Tao, en raadden ook bekenden me aan hier enige dagen door te brengen. Een klein paradijsje, heette het: goedkoop, vriendelijk en kleinschalig. Weliswaar niet onontdekt, maar toch ook niet leeggezogen. De keuze was snel gemaakt.

Welnu, Ko Tao is inderdaad prachtig. Ten minste, als je je oogleden een beetje dichtknijpt, zodat je het zwerfvuil niet ziet dat tussen de kokospalmen slingert, en als je de zendmasten bovenop de berg negeert. Je zou er heerlijk kunnen genieten van het geluid van wuivende palmen, zingende vogels en klotsende golven - ware het niet dat een strandtent aan de overkant van de inham een constante stroom trance uitbraakt. En de sterrenhemel is weliswaar groots en vol, maar wordt helaas opengereten door een ronddansende laserstraal, afkomstig van een technofestival aan de andere kant van het eiland.

Ko Tao betekent 'schildpaddeneiland'. Ooit legden zeeschildpadden hier namelijk hun eieren in het zand. Die tijd is echter lang vervlogen. Ik hoef u niet uit te leggen waarom.

Vijf jaar geleden was de weg van de centrale pier naar het strand aand de zuidkant van het eiland zo goed als leeg, naar verluidt. Vandaag de dag wordt hij geheel geflankeerd door bars, restaurants, bouwbedrijfjes, guesthouses, scooterverhuurders en wat dies meer zij. De zuidkust is ondertussen volgebouwd met een paar dozijn vakantieresorts. Overal zijn nieuwe huizen, bungalows en hotels in aanbouw - daar kan geen bijna-burgeroorlog iets aan veranderen.

Het heeft zijn prijs, letterlijk en figuurlijk. Prijzen van kamers en eten zijn in enkele jaren tijd verdubbeld, maar soit, dat krijg je als een plek populair is (lage prijzen worden effectief verhinderd door evidente prijsafspraken). Wat de gek ervoor geeft, precies. Niet zeuren, dan ga je maar ergens anders heen.

Die andere prijs is veel groter. Elke dag worden op een afgelegen weggetje in het midden van het eiland, buiten het zicht van de meeste toeristen, door Burmese vluchtelingen hoge stapels plastic verbrand. De zwarte wolken vermengen zich met de uitlaatgassen van de vele fourwheeldrives en scooters die het eiland op en neer razen. Er is een tekort aan zoet water, want iedereen wil douchen, waardoor het eiland delen van het jaar te kampen heeft met droogte. Kwetsbare koraalriffen raken beschadigd door duikapparatuur en onervaren duikers. Er wordt maar doorgebouwd, al kraken de ecosystemen nog zo hard. Zelfs Ko Nangyuan, het natuurgebiedje bestaande uit drie pittoreske, door een smal strand met elkaar verbonden eilandjes, wordt geheel volgebouwd met bungalows. De Thaise regering houdt er een merkwaardige interpretatie van het begrip 'natuurreservaat' op na, zoveel mag duidelijk zijn. Liever bahts dan schildpadden.

Weer een paradijs verloren.

Ik beken schuld. Ik had hier nooit mogen zijn. Ik gebruik water en produceer afval. Mijn aanwezigheid legitimeert de verdere ontwikkeling van het toerisme hier, en draagt dus bij aan de aftakeling van de lokale natuur. Het spijt me.

Begrijp me niet verkeerd: Ko Tao heeft nog steeds prachtige stranden, vergezichten en koraalriffen, en is ongetwijfeld minder volgebouwd en leeggezogen dan sommige andere eilanden (de vraag is alleen hoe lang dat nog zal duren). Het heeft hippe, gezellige strandtentjes, en om de een of andere reden kan men er de beste pizza's vinden ten oosten van de Adriatische Zee. Snorkelen of duiken tussen de haaien en tropische vissen, en dan een cocktail drinken onder een palmboom terwijl je de zon ziet wegzakken in de zee, het kan hier echt.

En als je niet verder kijkt dan je neus lang is, zie je een prachtig paradijs.

Maar achter de facade brandt het plastic. Dag en nacht.

No comments:

Post a Comment