Tuesday 9 February 2010

Vietnam Kort (2): Rijdende bomen

De winter duurde een week of zes. Echt koud werd het niet. Ik kocht een dikke jas en handschoenen, maar droeg ze maar een paar keer. De meeste bomen bleven groen. Maar toch, er zaten een paar kille ochtenden tussen, waarop ik maar met moeite het warme bed verliet, om rillend naar mijn werk te rijden. Ik droeg een colbert over een trainingsjack over een trui. De verwarming op mijn werk loeide. De lucht buiten rook anders, frisser, scherper. Geen vlok sneeuw, geen graad vorst, maar toch iets dat op winter leek.

Opeens was het voorbij, en brak de lente aan. Geen voorzichtige Hollandse lente, die eerst wat sneeuwklokjes en krokussen rondstrooit en verlegen om de hoek koekeloert voordat zij haar eerste stapjes durft te zetten, maar een nietsontziende lente, die met een stormram binnenkwam. Plotseling was het warm, droegen wij zonnebrillen en niets over onze T-shirts, moest de ventilator aan. Plotseling was de lucht vol van al die zoete warmweergeuren die je elk jaar vergeet en je je elk jaar blij verrast weer herinnert. Plotseling waren de bermen vol met bonte bloementapijten, die zich niets aantrokken van de uitlaatgassen. Plotseling bloeiden de bomen uitbundig. De lente had haar intrede gedaan, en hoe.

Iedereen is op straat. De stad bruist van het leven. De eerste minirokjes en spaghettibandjes zijn reeds gesignaleerd. Op alle stoepen verschijnen terrasjes. Er wordt weinig gewerkt, veel gewinkeld, veel gedronken en veel geflirt. Het is per slot van rekening bijna Nieuwjaar, en iedereen is opgewonden. Het Jaar van de Tijger komt eraan.

En overal staan ze, de grote bloempotten met de boompjes erin, de boompjes die het nieuwe jaar inluiden. Overal in de stad zijn handelaars ad hoc handeltjes in bomen begonnen. Wie weinig geld heeft koopt alleen een losse twijg, wie op wil scheppen schaft zich een metershoge boom aan. Er zijn ranke perzikboompjes met roze bloesem, er zijn stevige kromme boompjes met felgele bloesem, en er zijn mandarijnenboompjes, zonder bloesem maar vol met bungelende knaloranje mandarijntjes. Huizen, cafés, winkels, scholen en openbare gebouwen: ze hebben allemaal wel een perzik- of mandarijnenboom bij de voordeur gezet. Of twee.

Maar het mooiste zijn de rijdende bomen. Door de hele stad rijden ze. Soms in de achterbak van een auto, maar meestal achterop een brommer, of een enkele keer een fiets. Motortaxichauffeurs en dagloners verdienen een welkom centje bij. Sommige brommers rijden rond met twee grote bloempotten stevig achterop gebonden, een spoor van roze bloemblaadjes achterlatend. Sommige dragen bomen die vijf keer zo hoog zijn als hun chauffeur. Het is dat je het met je eigen ogen ziet, anders zou je het niet geloven. Waar je ook kijkt zie je ze, de rijdende mandarijnenbomen. Soms staat er eentje naast je, terwijl je op het stoplicht wacht, en kun je een mandarijntje plukken. Dat doe je natuurlijk niet, maar de verleiding is er. Het zijn immers prachtige knaloranje mandarijntjes.

Nooit eerder zag ik bomen rijden. Het is een onvergetelijk gezicht.

2 comments:

  1. Heb je geen foto?! Hoewel je het zo beeldend weet te beschrijven dat ik het voor me zie, ben ik nieuwsgierig naar het plaatje! De Vietnamese kerstboom :)

    Groetjes, Marjolein

    ReplyDelete
  2. Hoi Marjolein,

    Foto geplaatst, bij dezen! Helaas niet op een motorfiets, maar deze kar is ook mooi. Dit zijn nog vrij kleine boompjes - sommige rijdende bomen zijn aanzienlijk groter.

    ReplyDelete