Wednesday 9 March 2005

Overzichtstentoonstelling van Alphonse Mucha in het Tokyo Metropolitan Art Museum (recensie)

http://photos1.blogger.com/img/262/1756/640/Alphonse_Mucha_Dancel_lithographie.jpg

Op deze heerlijk zachte eerste lentedag van het jaar loop ik door Ueno Park, richting het Tokyo Metropolitan Art Museum. In dit museum vindt namelijk een overzichtstentoonstelling plaats van het werk van de Tsjechische schilder Alphonse Mucha (1860 - 1939), boegbeeld van de Jugendstil (Art Nouveau) beweging. Meer dan vijf jaar geleden bezocht ik het Mucha-museum in Praag, en sindsdien ben ik een groot liefhebber van zijn werk, en van de Jugendstil in het algemeen. De kans om zijn bekendste werken weer in het echt te zien laat ik dan ook niet aan me voorbijgaan.

Het museumgebouw doet eerder denken aan een gemeentehuis op het platteland of aan een Japanse middelbare school dan aan een museum. Een paar blokken vieze bruinrode nepbakstenen zijn tamelijk willekeurig naast elkaar geplaatst. Daarvoor heeft de een of andere idioot een monstrueuze zilverkleurige bal neergezet, die precies het zonlicht zo weerkaatst dat je met vlekken in je ogen het museum betreedt (maar misschien was dat wel de bedoeling; je weet het natuurlijk nooit met conceptual art). In het museum aangekomen beland ik direct tussen de leden van de seniorenvereniging Saitama en omstreken. Het is toch echt een doordeweekse dag, maar het lijkt erop alsof de halve agglomeratie juist vandaag vrij heeft genomen om naar dit museum te komen, zo druk is het. Voor sommige schilderijen moet je zo'n tien minuten in de rij staan voordat je ze kunt bewonderen.

Jugendstil is bijzonder populair in Japan. Recentelijk heeft een beroemde fabrikant van ijskoffie al zijn blikjes voorzien van schilderijen van Mucha (waar in principe niets op tegen is, gezien het feit dat de beste man zelf zijn faam deels te danken heeft aan zijn commerciële inslag), en ook op T-shirts, tassen en dergelijke zijn ze terug te vinden. Deze tentoonstelling heeft veel publiciteit gekregen, en de bezoekersaantallen zijn dan ook zeer hoog. De vraag waarom men zich in Japan zo aangetrokken voelt tot Jugendstil is een interessante, aangezien het antwoord naar ik vermoed direct verband houdt met de Japanse verhouding tot 'westerse' cultuur. Ik heb wel gelezen dat de voorliefde voor de Jugendstil te maken zou hebben met overeenkomsten met de Japanse beeldcultuur, van ukiyo-e tot manga, aangezien beide sterk decoratief zijn en voortkomen uit populaire cultuur. Maar deze vergelijking vind ik wel erg simplistisch. Veel belangrijker is naar mijn mening iets dat ik 'Japans occidentalisme' zou willen noemen. Literatuurwetenschapper Edward Said introduceerde in zijn invloedrijke werk Orientalism het concept van westers oriëntalisme; het door middel van het sociale, artistieke en wetenschappelijke discours gevormde beeld van, in dit geval, het Midden-Oosten als zijnde fundamenteel anders, exotisch, en minderwaardig. Ofschoon zijn vergaande politieke conclusies en rücksichtslose ontkenning van elke vorm van niet politiek gemotiveerde wetenschapsbeoefening absoluut te bestrijden zijn is zijn analyse van het oriëntalisme zeer invloedrijk geweest. In Japan zien we een soortgelijk proces, dat halverwege de 19e eeuw is ingezet, maar dan de andere kant op; een proces dat nog zeer levend is. Dit is het Japanse occidentalisme. Onderwijs, media, politiek, kunst - overal wordt de mythe dat Japanners fundamenteel anders zijn dan westerlingen verspreid (zo zouden westerse medicijnen (inclusief de pil) niet geschikt zijn voor Japanse lichamen, waardoor Japanners soms slechtere medicijnen met zware bijverschijnselen moeten slikken, kunnen Japanners Thaise of Amerikaanse rijst niet verteren en is Japanse sneeuw niet geschikt voor westerse ski's). Het Westen (in de perceptie van de gemiddelde Japanner is 'het westen' één grote homogene massa met één cultuur) is dé grote Ander in het Japanse collectieve geheugen; het vormt een continue bedreiging voor de eigen identiteit, en moet zodoende bestreden en voorbijgestreefd worden (als het militair niet lukt, dan maar economisch), maar tegelijkertijd is het ook een exotisch Shangri-La. Overal in Japan vind je dingen als treinen met Franstalige teksten (en, God betere het, zelfs een bandje dat in het Frans omroept wat het volgende station is), Hollandse windmolens in the middle of nowhere, lovehotels in de vorm van rococo-paleisjes, typisch Italiaanse restaurants (waar ze niettemin aardappelen op pizza's doen) en heel veel teksten in vaak volstrekt betekenisloos 'Engels', 'Frans', 'Duits' of 'Italiaans' - op kleding, voedingsmiddelen, gebouwen, et cetera. Jugendstil is de perfecte vertegenwoordiger van dit exotische, romantische Westen - en zodoende tegelijk het object van verlangen en vervreemding.

Maar enfin, terug naar de tentoonstelling. Zoals gezegd, het was erg druk, maar dat valt het museum natuurlijk niet aan te rekenen. Het Van Goghmuseum is een prima museum, daar doet de tamelijk ongelukkig combinatie van stinksandaaldragende backpackende Angelsaksen en met luide stem Letzebuerg, Elzaïsch of Zwitsers knauwende blokkades van middelbare leeftijd die het museum bezoekt in principe niets aan af. Iedereen heeft het recht om te genieten van kunst. En Mucha is het meer dan waard. Het prachtige, uitbundige lijnenspel; de subtiele gezichtsuitdrukkingen, nu eens uitdagend of arrogant, dan weer verlegen of mijmerend, maar immer sensueel; zijn grote oog voor detail in de uitwerking; de humor en het optimisme die uit zijn werk spreken. Natuurlijk bevinden er zich tussen al zijn werken ook slechte kopieën van eerdere werken, waarmee hij tegemoet kwam aan de een of andere deadline, en natuurlijk is zijn 'gewone', niet-decoratieve schilderwerk vrij middelmatig. Maar de beroemde affiches van de actrice Sarah Bernhardt, de series van dames met lange krulharen en geplooide gewaden die de vier seizoenen, de momenten van een dag, bloemen, edelstenen en dergelijke weergeven, bepaalde advertenties: ze blijven een genot om naar te kijken.

Maar. Kan iemand mij vertellen waarom een museum, wanneer het buiten vijftien graden is en er zich binnen duizenden mensen bevinden, de verwarming op stand 'poolwinter' heeft staan, met het gevolg dat het zo benauwd is dat je minder lucht krijgt dat wanneer je in een Brabantse varkensboerderij zou staan? Omdat het volgens de kalender nog niet officieel lente is...!? Kan iemand mij vertellen waarom de belichting dan weer op stand 'energiecrisis' staat, waardoor het veel te donker is om de schilderijen goed te kunnen zien - laat staan de bordjes waarop in een 12punts lettertype de titels van die schilderijen gepriegeld waren? Kan iemand mij vertellen waarom een grote overzichtstentoonstelling van internationaal belang nagenoeg geen vertalingen van informatieborden, geen audioguides en geen folders in het Engels heeft - laat staan in andere talen? Welke amateurs hebben, kortom, deze tentoonstelling ingericht?

Dat Mucha's werk mooi is, dat wist ik. Maar het museum heeft het me wel erg moeilijk gemaakt om er van te genieten.

2 comments:

  1. Interessant dat jij stand "pool winter" gebruikt. Toen jij geboren was, had jouw huis waarschijnlijk al een thermostaat. Dit betekend dat als de temperatuur beneden een bepaald punt valt de kachel aanslaat. Er bestaat dus meestal alleen aan of uit. Toch zetten mensen de kachel hoger als ze het koud hebben, met het idee dat het dan sneller warmer wordt.
    In de winter als iedereen met een trui aan loopt zet men de kachel graag lekker hoog, zeg 25 graden. In de zomer als je in je tshirt loopt, dan zet je natuurlijk de airco op 20, das lekker koel. Dit fenomeen zie je niet alleen in Japan, maar bijvoorbeeld ook in Florida, waar mensen met een open haard gerust de airco aanzetten om een echte "winter sfeer" te creeren. Tegenwoordig hebben ook steeds meer auto's in Nederland een airco. Het moet in de psychology zitten.
    Trouwens de meeste kunst musea zijn te warm. Ik neem aan dat is om de oude obachan oppassers op hun stoeltjes warm te houden. Maar zelfs in het van Gogh, als ik een beetje serieus naar de schilderijen wil kijken, ben ik aan het eind van de collectie "gaar".
    Trouwens ben jij bekent met de drie fases van de gaijin in Japan?
    1. Oh how wonderful....
    2. Fucking Japanese basterds....
    3. Whatever, who gives a fuck.
    Ik hoop dat dit voor jou het diepte punt van fase 2.

    pato

    ReplyDelete
  2. Die drie fasen vind ik wel aardig ja... Hoewel ik ook mensen ken die in de eerste of tweede fase zijn blijven hangen (vooral de eerste categorie kan af en toe behoorlijk irritant zijn: 'Lost in translation is een stomme film want zo is Japan niet!')...

    Er zijn nog gelukkig nog steeds momenten dat iets van dit land me aangrijpt omdat het erg mooi of indrukwekkend is. Dat kan een plek zijn, iets religieus, literatuur. Msar ik stel me inderdaad wel de vraag wat ik nou precies verder met dit land. Het vertegenwoordigt ook dingen waar ik absoluut niets mee kan. Maar hier kom ik nog wel op terug in een later artikel, denk ik.

    In welke fase zit jij? Veilig in fase 3 of nog niet helemaal?

    Heb je trouwens ook een website of blog?

    ReplyDelete