De grote oversteek komt almaar dichterbij. Nog slechts een week rest mij hier in Nederland. Nog zeven nachtjes slapen, en dan neem ik afscheid van het land waar ik ben opgegroeid, niet wetend wanneer ik hier weer terug kom. De vrolijke kriebeltjes van de afgelopen weken beginnen nu toch echt plaats te maken voor driftig krioelende slangen. Het gevolg is dat een zekere ongerichtheid zich van mij meester heeft gemaakt.
God zegene het internet. Andermaal kwam ik dankzij een website en e-mailcontact aan een kamer, andermaal in een huis met een tuintje. Google Maps helpt mij vervolgens tot op de grasspriet nauwkeurig te zien waar dit huis zich bevindt. Tot mijn vreugde zie ik dat het niet ver verwijderd is van een park, en ik hoop van harte dat Finsbury Park een aangename plaats is om te hardlopen. Ik zie ook dat mij een groot dilemma wacht: word ik straks fervent supporter van Tottenham, een stukje verder naar het noordoosten, of kies ik toch voor het grote Arsenal, wiens stadion zich even ten zuiden van mijn huis bevindt? Over voetbal gesproken: ik heb begrepen dat mijn vier huisgenoten en ik gezamenlijk zes verschillende Europese naties vertegenwoordigen, dus ik verheug mij reeds zeer op het Europese Kampioenschap van volgend jaar. Dat moet wel een huisderby opleveren.
Ik fiets door Londen. Nooit geweten dat het hier zo heuvelachtig was. Mag je wel fietsen waar ik nu fiets, of is het eigenlijk een soort stoep? Ik ben ook een beetje in Tokyo. Het is goed om hier weer te zijn, al ziet het er anders uit dan de vorige keer. Om me heen staan grijze stenen universiteitsgebouwen, maar ik weet niet waar ik moet zijn. Wanneer beginnen de introductieactiviteiten? Ik ontmoet oude vrienden die ik al lange tijd niet gezien heb. Wat doen ze in Londen? Nederlands, Engels en Japans wisselen elkaar af, maar ik ben me er niet bewust van. Ik spreek een docent, maar ik weet niet in welke taal of waar we het over hebben. Is er hier ergens een plek waar ik mijn fiets kan stallen? Dan ben ik ergens in de heuvels, zonder fiets vermoedelijk, en de droom neemt een andere wending.
Langzaam raakt mijn kamer leeg. Ik heb hier maar een half jaar gewoond, maar het is een heel vol half jaar geweest, getuige de hoeveelheid ongeordende paperassen en van herinneringen vervulde voorwerpen die mijn kamer blijkt te herbergen. Chagall en Klee worden opgerold en verdwijnen in een kartonnen koker, dozen vullen zich met boeken (oh jee, die moet ik nog lezen, en die ook, en die opnieuw, en hoe kom ik daar ook al weer aan, en aan wie heb ik dat lievelingsboek ook al weer uitgeleend...), en Boeddha en Maria delen een doos met een aantal knuffels waar geen plaats voor is in mijn koffer. Zelfs de mooie muziek kan de leegte niet volledig vullen.
Er komt heel wat kijken bij de voorbereiding van een studieverblijf in het buitenland. Allereerst is er de aanmelding voor de studie en het verzamelen van alle benodigde formulieren, cijferlijsten, aanbevelingsbrieven en dergelijke. Dan is er de kamer die leeggehaald en de spullen die ergens opgeborgen moeten worden. Vervolgens krijg je te maken met de criminelen van Vodafone die een jaarcontract automatisch laten doorlopen en drie maanden opzegtermijn rekenen (kleine letters... grote etters!) en met de luilakken van de IB-Groep die formulieren lange tijd laten liggen voordat ze ze verwerken. En dan moest ik van mijn universiteit ook nog eens de Test Of English as a Foreign Language maken om te bewijzen dat ik de Engelse taal beheers. Wat een flauwekul, 140 euro neer te moeten leggen voor een makkelijke test waarvoor ik een score van ruim 97 procent haalde - maar regels zijn nou eenmaal regels.
Gelukkig heb ik nog iets van de test geleerd. Een van de luisteroefeningen was namelijk een college waarin uitgelegd werd hoe noorderlicht ontstaat, en dat wist ik nog niet. Voor het overige bevatte de test enkele (kunst)historische, en opmerkelijk veel evolutiebiologische teksten en colleges. Je zou je bijna afvragen of er een bepaalde ideologische agenda achter zit... Hoe dan ook, een van de te lezen artikelen ging over spinnenwebben. Ik heb geleerd waarom spinnenweb A evolutionair voordeliger is dan spinnenweb B, maar waarom aan de andere kant spinnenweb B weer voordeliger is dan spinnenweb A. De conclusie was een onvervalst voorbeeld van het Cruyffiaanse 'ieder voordeel heb z'n nadeel' - weinig verheffend, kortom.
Soms gaat bij de bestudering van iets veel moois verloren. Ik kan geen religieus ritueel of kerkdienst bijwonen zonder mij af te vragen welke sociale en politieke structuren daarmee bevestigd en gelegitimeerd worden. Een muzikante vertelde mij eens dat zij eigenlijk nooit echt kan genieten van concerten omdat zij te zeer gespitst is op eventuele imperfecties en altijd analytisch luistert. Kan de sterrenkundige nog verliefd en vol ontzag naar de sterren kijken? En kan de evolutiebioloog nog overgaan tot een gebed van dankbaarheid vanwege de schoonheid van een spinnenweb?
Onze tuin is in beslag genomen door een groep enge kunstenaars. Vijf, zes majestueuze spinnenwebben strekken zich uit van de boom en het schuurtje links tot de struiken rechts, waarbij dankbaar gebruik gemaakt is van de voorhanden zijnde waslijnen. Het glinsterende zilverdraad is geweven in perfect symmetrische mozaïeken. In het hart van elk web zit een ontzagwekkend monster geconcentreerd te wachten op haar volgende prooi. De donkerbruine spinnen zijn griezelig en gigantisch, maar ook ontzettend mooi. Met hun webben hebben ze onze tuin omgetoverd in een klein museumpje. Morning has broken, like the first morning - en het nieuwe licht danst door de draden van de webben.
Wat een schepping.
Nog een week om alles af te ronden. Nog een week vol regeldingen, opgeruim, feestjes en ontmoetingen. Vol krioelende slangen, ongetwijfeld, maar dat geeft niet. De lach overstemt ze. En in de verte gloort de morgenstond.
Eerdere reactie:
ReplyDeletechelle, 14 september 2007:
you'll be fine, dear, you'll be fine :) en hoe!