Monday, 2 February 2009

Jack

Nieuwsgierig kijkt hij me aan. Hij houdt zijn hoofd schuin. Rondom zijn donkere pupil blinkt het oogwit vertrouwenwekkend. 'Kom maar,' lijkt hij te zeggen. Hij heeft een lange neus, zie ik. Zijn hoofd komt half boven het water uit.

Ik ga naast hem zitten. Hij ademt natte lucht mijn kant op. Tetterend door het gat op zijn achterhoofd vertelt hij me zijn verhaal. Ik versta niet alles, maar wel een beetje. Over dat het hier mooi is. Over zijn maatje John. Over de ellende die ze als kind hebben meegemaakt. Over de lekkere verse ikan nogwat vis die ze elke dag krijgen, behalve als het volle maan is, want dan blijven de netten van de vissers leeg. Over de kinderen die komen om met hem te zwemmen, en die zijn woorden zo goed verstaan, veel beter dan de meeste andere mensen.

Ik praat terug, maar niet met woorden. Ik piep en murmel wat. Jack kijkt me aan en piept terug. 'Maak je geen zorgen,' zegt hij.

Ik kwam zijn Poolse vriendin tegen in Kuala Lumpur, waar ze enkele dagen verbleef om haar Indonesische visum te verlengen. Samen met twee Zweden deden we ons op het dak van het hostel, buiten bereik van boze baardmanblikken, tegoed aan een flinke hoeveelheid Thais bier. Ze vertelde dat ze werkte als therapeute in een Balinees hotel. Ze werkte er met autistische en verstandelijk gehandicapte kinderen, en met dolfijnen. Die schijnen het namelijk goed met elkaar te kunnen vinden.

Ik was haar verhaal al weer half vergeten, tot ik haar in Lovina plotseling tegen het lijf liep. Leve het toeval. Ze nodigde me uit om naar een demonstratie te komen kijken. Zo gezegd, zo gedaan. En nu zit ik hier bij Jack.

'Mijn oor zit dicht, Jack. Een paar dagen geleden na het zwemmen ging hij plotseling dicht. Ik krijg hem niet meer open. Wattenstaafjes helpen niet. En nu ben ik half doof. Alles is ruis. Eerst ging hij nog af en toe open, maar nu zit hij potdicht, en suist. Het maakt me misselijk en geeft me hoofdpijn. Ik maak me een beetje zorgen, want ik weet niet of hij wel weer opengaat. Ik voel me als een personage in een roman van Murakami. Het oor staat voor iets anders, maar ik weet niet waarvoor.'

Jack heeft andere oren dan ik. Zijn oren werken het beste in het water. Zijn oren vertellen hem waar hij is, en waar de anderen zijn. Ze zijn zijn ogen en zijn handen. Het lijkt hem heel vervelend, als je oor het niet doet. Maar maak je geen zorgen, het zal wel weer goed komen. Hij zwemt een pirouetje voor me. Hij tettert geruststellend.

'Ik word een beetje verdrietig van alles wat ik zie en hoor, Jack. Die volgevreten witte man met het grijze ringbaardje die elke avond een andere schaars geklede dame aan zijn zij heeft. Die andere volgevreten witte man met het grijze snorretje die een bange tienerjongen eten voert in een restaurant, alvorens hem mee te nemen naar zijn hotel. Al die masseuses en serveersters die bijverdienen uit noodzaak, en al die sekstoeristen die zonder blikken of blozen misbruik maken van de armoede. Soms lijkt heel Zuidoost-Azië wel een bordeel.

Maar het is meer dan alleen de seks. De Europese horecaondernemers die hier miljoenen verdienen, terwijl ze hun werknemers minder dan twee euro per dag betalen. De baas van jouw hotel (Melka Excelsior Hotel: 'voor liefhebbers van natuur, milieu en spiritualiteit!' ), die hier drie privé-hoertjes heeft om hem te vermaken terwijl zijn vrouw in Denpasar zijn grut verzorgt, en die zijn mannelijke Balinese personeel met honden vergelijkt. Al die neokoloniale structuren.

Maar ook: de slapheid en lamlendigheid van de jonge mannen hier. Waarom staan ze het toe, dat gasten uit Europa ze hier uitbuiten? Waarom steken zo weinig mannen hier hun handen uit de mouwen? Terwijl hun moeders en zusters keihard werken, zitten zij lui langs de kant van de weg met hun scootertjes te spelen, en verdienen ze af en toe een centje bij door een toerist van A naar B te rijden. Dan kun je wel blijven roepen dat je een slachtoffer bent, dat westerse kolonisten je land uitbuiten, en dan heb je ook wel een beetje gelijk - maar zolang je zelf geen ambitie en creativiteit hebt, zal dat niet veranderen. Je kunt blijven rondlopen met een minderwaardigheidscomplex, of je kunt proberen het lot in eigen hand te nemen.

Je elke avond bezatten, en vervolgens je frustratie en machteloosheid botvieren op de westerse jongen die met je eveneens westerse ex praat (uit is uit, vriend, waarom begrijp je dat niet?), en hem op een haar na in elkaar slaan, is geen oplossing. Nee, je wordt niet gedumpt omdat je niet Europees bent, en je wordt ook niet ingeruild voor een Europeaan - we praatten slechts. Je wordt gedumpt omdat je extreem bezitterig bent, omdat je niet snapt dat westerse meiden hechten aan hun vrijheid, en bovenal omdat je net als al je vrienden hier zonder dromen of ambities bent. Omdat je lethargie uitademt.

Sorry, Jack. Ik wil niet de verwaande VVD'er spelen die zegt dat mensen armoede aan zichzelf te wijten hebben. Ik haat de westerse mannen die hier de boel komen uitbuiten, ik haat het dat seks en macht hier zo verweven zijn, ik haat die armoede. Maar ik zie ook hoe mijn leeftijdsgenoten hier zich wentelen in hun minderwaardigheidscomplex en in de drank, en ik denk: doe iets! Maak iets van je leven, verdomme, in plaats van je bezatten en dreigen mij in elkaar te slaan omdat ik met je ex praat. Ze is je bezit niet!'

Jack tettert terug. 'Je maakt je veel zorgen. Waarom richt je je blik op de schaduw, waarom zie je het licht niet? Wees eerlijk, er zijn toch ook veel mooie dingen hier? Is er niets dat je blij maakt?'

'Jawel. Er zijn veel dingen die me blij maken. Ik word blij van jou. Ik word blij van de mensen die ik ontmoet, van andere reizigers, van leuke gesprekken. Ik word blij van die heerlijke massage en dat kruidenbad in die professionele salon, waar ik gewoon kon ontspannen zonder bang te zijn de 'massage-plus' behandeling aangeboden te krijgen. Ik word blij van de woeste regen, die straten en zielen schoonspoelt, en nieuw leven mogelijk maakt. Ik word blij van de warmte en hartelijkheid waarmee sommige mensen je hier tegemoet treden. Ik word blij van de zon die opgaat achter de bergen, terwijl ik op een bootje zit en om me heen kijk of ik ergens soortgenoten van je zie. Ik word blij van mijn eerste lessen Chinees, en van het vooruitzicht de lente in China te vieren. Ik word blij van Akar, het biologische eettentje met de heerlijke koffie en de souvenirs die ten goede komen aan natuurbeschermingsprojecten. Ik word blij als ik aan mijn vrienden en familie in Nederland denk. Ik word blij als ik onder het genot van een cocktail een roman van John Steinbeck lees. Ik word blij van jou, en van je lieve getetter.'

Hij zwemt nog een pirouetje voor me. Dan nemen we afscheid.

Dank je wel, Jack. Ik zal je missen.

No comments:

Post a Comment