Friday, 8 May 2009

Fort Europa, deel 1

Ik ben van de Europese generatie. Open grenzen zijn voor mij een vanzelfsprekendheid. Frankrijk, Duitsland, België en Groot-Brittannië liggen voor mijn gevoel om de hoek, en een bezoekje aan of langdurig verblijf in een van die landen zie ik als de gewoonste zaak van de wereld. De vrijheid om je ongehinderd te kunnen voortbewegen, en daarbij zonodig landsgrenzen te oversteken, is een historische verworvenheid, en een van de redenen waarom ik een groot voorstander ben van Europese integratie. Sterker nog, ik ben voorstander van een letterlijk grenzenloze wereld – een vrij radicaal politiek standpunt, dat indruist tegen de meeste gangbare opvattingen over migratie, daarvan ben ik me wel bewust. Het concept ‘natiestaat’ mag van mij doodverklaard worden, en begraven in de zwarte pagina’s van de geschiedenisboeken. De nationalistische renaissance die de afgelopen vijf jaar de Europese televisieschermen, opiniepagina’s en verkiezingsuitslagen teistert bekijk ik dan ook met argusogen.
Desalniettemin ben ik gefascineerd door het fenomeen landsgrenzen. Dat was ik al toen ik als klein kind het drielandenpunt in Vaals bezocht, en dat ben ik nog steeds. Om de een of andere reden zoek ik steeds interessante grenzen op. Ik stond bij de grens tussen Libanon en Israël, en die tussen Noord- en Zuid-Korea. Ik bezocht Betlehem, in de Palestijnse Westelijke Jordaanoever, en zag de verschrikkelijk lelijke muur die Israël daar illegaal op Palestijns grondgebied gebouwd heeft (daarmee Palestijnse burgers hun bewegingsvrijheid verder ontnemend). Ik zal ook niet snel vergeten hoe ik in hartje Koerdistan te voet een onbekende grensovergang tussen Turkije en Syrië overstak. Dergelijke grenzen hebben voor mij tegelijkertijd iets absurdistisch als iets exotisch.
Wij vinden het vanzelfsprekend dat we kunnen gaan en staan waar we willen, ook buiten Europa. Akkoord, soms moeten er wel eens wat bureaucratische horden overwonnen of banbiljetten neergelegd worden voor een visum, maar uiteindelijk beschouwen we het als ons geboorterecht elk oord ter wereld te mogen bezoeken, mits we het ons financieel kunnen veroorloven. Noemt u mij een plaats op deze wereld waar geen Lonely Planet-reisgids over geschreven is. Een vakantie naar Thailand, Bali, Gambia of Cuba – het is inmiddels de gewoonste zaak van de wereld. De avontuurlijken en verveelden onder ons begeven zich naar Bhutan, Myanmar, Oezbekistan of, waarom ook niet, Antarctica. Wij hebben, kortom, alle bewegingsvrijheid die we ons maar wensen. Wij kunnen over land van Vladivostok naar Kaapstad reizen, als we dat zouden willen. En we staan eigenlijk zelden of nooit stil bij hoe bijzonder dat is, vanzelfsprekend als we het vinden. Echter, deze bewegingsvrijheid geldt alleen voor inwoners van landen die gelden als ‘rijk’ (Europa, Noord-Amerika, Australië en Japan). De overgrote meerderheid van de wereldbevolking, die ons beschouwt met een mengeling van afgunst, bewondering en afkeer, mag likkebaardend kijken naar Hollywoodfilms, commercials en sitcoms, Coca-cola drinken, en dromen over het Beloofde Land - ondertussen donders goed wetend dat ze zelf nooit of te nimmer ook maar een landsgrens zullen oversteken.
Wanneer ik op vakantie wil naar Thailand, Marokko, Indonesië of Turkije, dan koop ik een ticket, en dan krijg ik bij aankomst een stempel of visum. Misschien moet ik een briefje invullen met mijn persoonlijke gegevens, misschien moet ik een of twee tientjes betalen, maar daar blijft het bij. Meer bureaucratie is niet nodig. Ik kom uit het rijke Nederland, ik heb een creditcard op zak, dus ik ben welkom. Echter, wanneer iemand van buiten Europa, die in een ‘arm’ land woont, op vakantie wil in Europa, dan moet hij of zij zich door een bureaucratische jungle worstelen waar de honden geen brood van lusten. Weet u wat iemand uit Vietnam, Egypte of Brazilië aan documenten moet verzamelen om zelfs maar in aanmerking te komen voor een toeristenvisum? Weet u wat voor stapel papierwerk nodig is voor een weekje Keukenhof, Eiffeltoren en Colosseum, of voor een bezoek aan de (aanstaande) schoonfamilie? Houdt u zich goed vast, daar gaan we:

Which documents must be submitted before individual visa applications can be considered?
A) For all applicants the following general requirements apply, regardless the purpose of visit:
- A passport or official travel document accepted by the SCHENGEN countries and valid for at least 3 months longer than the validity of the visa, with a blank visa page
- One application form affixed by a recent passport photo, filled out completely and signed by the applicant with 1 extra recent passport photo.
- Payment of visa fees, non-refundable.
- Identity card
- Travel medical insurance (for the EU, at least coverage of 30.000 EUR), covering eventual fees for health care, hospital emergencies and medical repatriation, to be submited after the application has been approved). Diplomatic and Official Passport holders are exempted.
- Confirmed flight reservation
- Applicants must personally submit the documents.
B) Additional specific required documentation supporting a visa application depends on the purpose of the visit :
1. Purpose of visit: Visiting friends/relatives:
- Invitation or sponsor letter of the inviter, which has been legalized by his/her municipality/city town hall (this letter is only valid for 3 months)
- Proof of relationship to relative (i.e. birth certificates, residential registration book, marriage certificate)
- A copy of the inviter’s Dutch passport or a copy of his/her residential permit.
- If friend/relative finances the stay: his/her last three monthly salary slips, copy of labour contract and confirmation of employment.
- If applicant finances the stay: proof of properties or of solvability: e.g. bankbook, house/land owership certificates.
- approval of leave from employer If applicant is employed
2. Purpose of visit: Business
- Invitation letter from Dutch company
- If self-employed, copy of applicant’s company’ business registration with Plan and Investment Department (original must be shown for verification)
- Official letter from employer stating purpose of travel, stating who will finance the business trip.
- Supporting document: proof of solvability (tax payments, financial report, bank book of the last three months)
- Proof of trading history between the foreign company and (employer of) applicant
3. Purpose of visit: Tourism
- Travel plan from a travel agency
- Confirmed hotel reservations
- Proof of solvability: e.g. bankbook of current and previous calendar years or valid credit card
- If employed: approval of leave by employer.
4. Purpose of visit: Conference/Course/Training
- Invitation from the organiser of conference/course in our home country, to be forwarded directly by this company to the Embassy
- Original letter from employer stating purpose of conference/course and stating who will finance conference/course.
- Proof of payment for conference/course or proof of solvability
Bron: Website van de Nederlandse ambassade, Hanoi, Vietnam

Voor de goede orde: het gaat hier om een lullig toeristenvisum, niet om een permanente verblijfsvergunning. Kunt u het zich voorstellen, dat u een weekje op vakantie gaat in Turkije, en een dergelijke bureaucratische ellende zou moeten doorstaan? U zou verontwaardigd een andere vakantiebestemming zoeken, en gelijk heeft u. Maar voor wie uit een 'arm' land komt, en Europa wil bezoeken, is dit de harde realiteit. Europa is namelijk bang. Bang voor de boze buitenwereld, die vol parasieten is. Die parasieten wil men koste wat kost buiten de deur houden. U ziet het: de xenofobische paranoia is lang en breed geïnstitutionaliseerd.

Let wel: ook als aan alle voorwaarden voldaan is, behouden Europese ambassades zich het recht voor visa te weigeren. Dat doen ze dan ook regelmatig. Zeker Nederland is een kampioen waar het gaat om het weigeren van mensen, met alle persoonlijk leed van dien. Op de website van de Stichting Buitenlandse Partner staan hartverscheurende verhalen te lezen van mensen die hun partner maar niet naar Nederland kunnen halen. Afgewezen op grond van 'onvoldoende financiële middelen' - zelfs wanneer de aanvrager heeft aangetoond wel over de vereiste middelen te beschikken - of, erger, 'vestigingsgevaar' - een nietszeggende term die door elke chagrijnige IND-fascist gebruikt kan worden om een dikke vette NEE door een naam te zetten. Volstrekt willekeurig. Heet de aanvrager Mohammed? Komt hij uit een schurkenstaat? Heeft hij een louche kop? Is er ergens een formulier niet helemaal correct ingevuld? 'Vestigingsgevaar'!
En dan ben je weer honderd euro kwijt, plus de reiskosten om naar de ambassade te komen (immers, elke aanvraag moet persoonlijk gedaan worden). Dan mag je uithuilen, het opnieuw proberen, en weer afgewezen worden. Want Fort Europa is bang.
Stel dat het lukt. Je hebt een liefhebbende en enigszins vermogende schoonfamilie die je uitnodigt, bereid is de vernedering te ondergaan hun loonstrookjes op te sturen naar en te laten bestuderen door ambtenaren wiens raison d'être het pesten en dwarszitten van mensen is (wat voor mensen zouden er nou solliciteren naar een baan bij de IND? Heeft u zich dat wel eens afgevraagd? Louter sadisten, die er genoegen in scheppen mensen het leven zuur te maken? Moraalloze pragmatici, die een goedbetaalde baan willen, om vervolgens 'gewoon hun werk te doen'? Of ook ideologisch overtuigde, oprecht racistische Verdonkianen? Ik zou het niet weten...), en zich te laten screenen door de AIVD. Je slaagt er met hun hulp in een toeristenvisum te bemachtigen, en je bezoekt het land van je geliefde. Je besluit samen verder te gaan. Wat dan?
Je zou natuurlijk kunnen gaan leven in het land van de andere partner. Probleem opgelost. Sommige mensen kiezen hiervoor. Je begint een leuk restaurantje of hotelletje, je zet je in voor een liefdadigheidsorganisatie, je geeft Engelse les. Je redt je wel.

Maar er zijn verschillende redenen te bedenken om je niet permanent in een land als, pak hem beet, Vietnam te willen vestigen. Zo is niet iedereen tevreden met een toekomst als hoteleigenaar of taaldocent - sommige mensen hebben ambities die elders liggen. In concreto: een academische carrière in Vietnam, ik zie er weinig heil in. Buiten dat: ik wil mij niet permanent vestigen in een land waar ik continu geconfronteerd wordt met boze racistische blikken en tongen, waar ik serieus moet oppassen met wat ik schrijf en zeg omdat er geen vrijheid van meningsuiting is, waar corruptie en nepotisme hoogtij vieren, en waar ik om verschillende redenen nooit of te nimmer mijn kinderen naar school zal willen laten gaan.

Je zou denken dat het een grondrecht is je te vestigen in je land van herkomst, samen met je partner. Helaas, de Nederlandse overheid denkt daar anders over. Onder het toeziend en goedkeurend oog van de normen-en-waarden predikende huichelaar Jan-Peter B., minister-president namens het Christen Democratisch Appèl, heeft de Volkspartij voor Vrijheid (het meest betekenisloze, wat zeg ik, verkrachte woord in de Nederlandse politiek - Wilders was niet de eerste) en Democratie enkele jaren geleden verzonnen dat Nederlanders met een laag inkomen niet meer in hun eigen land mogen wonen met hun echtgeno(o)t(e). Is dat nou vrijheid, VVD? 'Alleen als je geld hebt, dan is de vrijheid niet duur', zo zong het Klein Orkest lang geleden al... En geacht CDA, was het gezin niet de hoeksteen van de samenleving, volgens u? Of geldt dat niet voor gezinnen met een, oh jakkes, buitenlander in de gelederen? Zijn dat die normen en waarden waar u op doelt: een gezin uit elkaar trekken?

Het is duidelijk. Zolang ik geen vast inkomen heb dat ruim boven het minimumloon ligt, zal ik mij niet met mijn geliefde in Nederland kunnen vestigen. Met dank aan Balkenende en Verdonk. Met dank aan de xenofobische paranoia jegens 'importbruiden'.

Zelfs als ik wel genoeg verdien, is het nog niet zeker dat ze met me in Nederland kan gaan wonen. Daarvoor moet namelijk eerst een taaltest gedaan worden. Om je in Nederland te mogen vestigen, moet je eerst bewijzen dat je de taal spreekt, door een telefonisch examen te doen op de Nederlandse ambassade in je land. Mijn God, kan dat nou echt niet na aankomst? Die hele obsessie met de Nederlandse taal is even absurd als triest. Alsof men niet kan functioneren in Nederland zonder eerst in het eigen land een paar woordjes van de taal geleerd te hebben. Volstrekte flauwekul natuurlijk. Maar kennis van het Nederlands is nu eenmaal verworden tot een symbool van nationale loyaliteit, en een stokpaardje van alle neo-nationalistische politici, links, rechts en in het midden. Zeggen dat migranten zich best in Nederland kunnen redden zonder eerst wat woordjes gestampt te hebben is vloeken in de kerk.

Buiten de taaltest moet men op de ambassade ook een zogenaamde 'inburgeringstest' doen. Vantevoren wordt men geacht een DVD te bestellen, waarop de film Naar Nederland staat. Voor 65 euro (!) krijgt men wat suffe, nationalistische propaganda voorgeschoteld, compleet met een paar pornografische plaatjes (want in Nederland, daar zijn we zoooo vrij, daar mag een vrouw met haar blote tieten over het strand lopen! Wat zijn wij toch Verlicht...!). En dan mag men daar vervolgens vragen over beantwoorden. 'Wat doe je in Nederland als je twee mannen ziet zoenen?' 'Wat doe je als iemand een feestje geeft en je bent niet uitgenodigd?' 'Wat doet Sinterklaas met stoute kinderen?' Dergelijke kulvragen. De neo-nationalistische ideologie druipt er van af.

Denkt u echt dat een taaltestje en een suffe propagandafilm 'integratieproblemen' oplossen? Ik mag hopen dat u niet zo naïef bent. Helaas, de meerderheid van uw gekozen volksvertegenwoordigers is dat wel.

Laten we de dingen maar bij hun naam noemen. Deze test is gewoon een ordinaire manier om het arme kaf van het rijkere koren te scheiden, en en passant de staatskas een beetje te spekken, niets minder. Weet u wat een dergelijk examen kost? 350 euro. 350 euro, voor een lullig testje, telefonisch afgenomen door een computer... Drie maandsalarissen, jawel! Daarbij komen nog de reiskosten om naar de ambassade te gaan (weer een maandsalaris) en de absurde prijs van die DVD (weer een half maandsalaris). Ja, zo filter je de proletariërs er wel uit! Het is dan ook weinig verwonderlijk dat:
sinds de invoering van de Wet Inburgering Buitenland het aantal aanvragen met meer dan de helft [is] gedaald. Alleen hoger opgeleiden komen nu nog binnen. Wat er met de rest gebeurt, lijkt de regering niet te boeien. Of toch? De Wet blijkt een vondst: wat met embryoselectie niet mag, mag gerust met buitenlandse partners: alleen als ze rijk, mooi en slim zijn. (...)

De wet inburgering buitenland discrimineert niet alleen naar sociale afkomst maar ook naar nationaliteit. Burgers van Nieuw-Zeeland, Japan of Zuid-Korea hoeven niet, maar van China, Peru of Georgië moeten wel slagen. Human Rights Watch heeft een tijdje geleden Nederland aan de schandpaal genageld voor deze discriminatie en onredelijke barriere voor het gezinsleven. Ook de Gezinsherenigingsrichtlijn waar Nederland enkele jaren gelden mee heeft ingestemd, staat dit beleid niet toe. Je mag het volgen van een cursus opleggen voor de toelating, maar niet een bepaald kennisniveau eisen. Bovendien moet een lidstaat bij een verzoek tot gezinshereniging alle individuele omstandigheden en belangen meewegen in het besluit. Dat verzuimt Nederland consequent: de computer bepaalt zelfstandig of het gezinslid mag komen.
Uit een artikel van Tineke Strik, Eerste Kamerlid GroenLinks, juni 2008
Het is dat u er woont, en dat ik u mis. Het is dat het Hogeland er te vinden is, de Waddenzee, de Lemelerberg, Gaasterland, het Geuldal en de Hoge Veluwe. Het is dat Amsterdam, Groningen, Leiden, Maastricht, Utrecht en Nijmegen de mooiste en gezelligste steden van de wereld zijn. Het is dat een leven zonder hollandse nieuwe, pannenkoeken, zoute drop en witbier van de tap een beetje leeg is. Anders zou ik zeggen: weet u wat, Nederland kan me gestolen worden.
Kent u Het vogeltje dat te ver vloog? Het was een van mijn favoriete prentenboeken, ooit. Om de een of andere reden moet ik er steeds aan denken. Het verhaal gaat ongeveer als volgt:
In een nestje tussen de klimop zat een heel klein vogeltje. De hele dag vlogen vader en moeder af en aan om eten te brengen: vliegjes en wormpjes. zo kon het vogeltje gauw groot worden.
Toen het zijn vleugels goed op en neer kon bewegen, gaf zijn moeder hem zijn eerste vliegles.
“Ga op de rand van het nest zitten”, zei ze. “Koppie op en klapper met je vleugels! Dan moet je opspringen, de lucht in, en proberen naar die muur te vliegen! Dat is genoeg voor de eerste keer.”

Het vogeltje ging op de rand van het nest zitten. Het hield zijn kopje op, fladderde met zijn vleugels en sprong de lucht in.
Wat gek! Hij viel niet. Dat vliegen ging best goed. “Ik kan nog wel verder vliegen dan die muur.” dacht het vogeltje. “Ik kan over die hele akker heen vliegen. En .. Over die daar .... En over de rivier! .. Nu kan ik de hele wereld bekijken .”

En vlugger en vlugger bewoog het zijn vleugels. Vliegen was heerlijk! Maar na een tijdje begonnen de vleugels van het vogeltje pijn te doen. Het moest een plekje vinden om uit te rusten. Maar waar? In een nest natuurlijk!
Daar zag hij een nest boven in een boom. Een groot nest, dat gemaakt was van takjes, Het zag er erg slordig uit. Op het nest zat een grote zwarte kraai.

“Mag ik bij je komen zitten om uit te rusten?”, vroeg het vogeltje. “Kun je krassen: Kra, kra, kra?” , vroeg de zwarte kraai.
“Nee, ik kan alleen tjilpen. tjiep! Tjiep! Tjiep!”
“Dan mag je er niet in ...... bij mij hoor je niet!”
Het vogeltje vloog verder en al gauw zag het weer een nest. Boven in een struik. Het vogeltje was zo moe, dat het zijn vleugeltjes nog maar net op en neer kon bewegen. Er zat en houtduif met mooie zachte veren.

“Mag ik bij je komen zitten om uit te rusten?”, vroeg het vogeltje. “Kun je koeren: roekoe, roekoe, roekoe?”, vroeg de grijze houtduif.
“Nee, ik kan alleen tjilpen. tjiep! Tjiep! Tjiep!”
“Dan mag je er niet in .... bij mij hoor je niet!.
Het vogeltje vloog verder. Het was nu èrg moe. Gelukkig zag het een grote boom met een gat erin. Daar zou hij vast in kunnen kruipen om uit te rusten. Het vogeltje keek naar binnen. In het gat woonde een bruine uil met een kromme snavel.

“Mag ik bij je komen zitten om uit te rusten?”, vroeg het vogeltje.
“Kun je oehoe, oehoe, oehoe roepen?” vroeg hij.
“Nee, ik kan alleen tjilpen. tjiep! Tjiep! Tjiep!”
“Dan mag je er niet in .... bij mij hoor je niet!"

Langzaam vloog het vogeltje verder tot aan de oever van de rivier. Daar zag hij een nest . Dat nest was gemaakt van biezen en riet en lag vlak aan het water. Het was groot en leek een heerlijke plaats om uit te rusten. Het vogeltje hupte er naar toe. Een wilde eend met een brede gele snavel zat op het nest.
“Mag ik bij je komen zitten om uit te rusten?”, vroeg het vogeltje.
“Kun je snateren: kwaak , kwaak, kwaak?” vroeg de wilde eend.
“Nee, ik kan alleen tjilpen. tjiep! Tjiep! Tjiep!”
“Dan mag je er niet in ...... bij mij hoor je niet!”

Het vogeltje was zo moe, dat het niet meer kon vliegen.
Het begon al donker te worden. Vlakbij zag het een grote vogel rond hippen.
“Hoor ik soms bij jou?” vroeg het doodvermoeide vogeltje.
Ik kan alleen maar tjilpen, tjiep, tjiep, tjiep!”
“Natuurlijk hoor je bij mij”, zei de grote vogel. “Ik ben je moeder en ik heb de hele dag naar je gezocht. Ga maar gauw op m’n rug zitten. dan vlieg ik je naar huis.”
Het vogeltje vond het heerlijk om op de rug van zijn moeder te kruipen. Hoog over de bomen bracht zij hem terug naar het nestje tussen de klimopbladeren. Daar kroop het vogeltje onder de warme vleugels van zijn moeder. En was meteen vast in slaap.
"Heb je euro's? Knisper, knisper, knisper?"
"Nee, ik heb alleen maar toekomstdromen. En een lieve man/vrouw bij wie ik wil wonen."
"Dan mag je er niet in. Bij ons hoor je niet!"
Ik blijf nog even hoop houden. Maar dat ik opzie tegen de strijd die me te wachten staat, zoveel mag duidelijk zijn.

3 comments:

  1. Ik heb alleen het eerste deel gelezen - maar wil toch even zeggen dat toen ik naar Nieuw-Zeeland ging, ik ook moest laten zien waar ik zou verblijven, mijn vluchtgegevens terug etc. Daarnaast moest mijn exvriendje uit Nieuw-Zeeland (een 'rijk' land) als hij langer dan even in Nederland wilde blijven ook al die dingen overleggen die jij hierboven noemt - bv een bewijs van onze relatie in de vorm van oude emails, een brief van zijn werk, bankgegevens van mij etc. Al deze papierellende was een belangrijke reden voor ons om te besluiten dat een relatie op deze manier niet mogelijk was (ik zou graag in Nederland wonen als ik later groot ben). Ik hoop dat met protesten zoals de jouwe deze rarigheden ooit eens voorbij zullen zijn... Succes met aanvragen in elk geval!

    ReplyDelete
  2. This comment has been removed by the author.

    ReplyDelete
  3. Dank je. We doen ons best...

    Je hebt gelijk, het restrictieve migratiebeleid treft ook mensen uit 'rijke' landen. Ik ontmoette een Nederlands-Amerikaans stel dat zich niet in Nederland mocht vestigen omdat zij net niet genoeg verdiende. Die eis gold voor hen net zo goed. Verschil is wel dat mensen uit zogenaamde rijke landen geen 'inburgeringstest' hoeven te doen voordat ze zich in Nederland kunnen vestigen. Ook hoeven ze geen garantieverklaring, arbeidscontract en loonstrookjes voor te leggen om een simpel toeristenvisum te kunnen krijgen.

    Wel erg bizar vind ik wat je schrijft over dat je aan de hand van oude e-mails moet bewijzen toch wel echt een relatie te hebben... Hoezo schending van privacy!?

    Uiteindelijk is een dergelijk beleid ten aanzien van (huwelijks)migratie natuurlijk volstrekt anti-liberaal. Op termijn zal al die xenofobie en zelfgenoegzaamheid Nederland duur komen te staan. Daarnaast is het eenvoudig van de zotte dat je je als Nederlandse staatsburger niet met de partner van je keuze in je eigen land mag vestigen.

    Open gooien, die grenzen! Ik kwam een interessant interview tegen (al was het alleen maar omdat hij dapper tegen de stroom in durft te denken): http://www.boell.de/demokratie/demokratie-6856.html

    ReplyDelete