Monday 23 March 2009

Hier en nu

Twee weken geleden arriveerde ik in Hoi An. Ik had de intentie hier ten minste een paar dagen te blijven, om in alle rust mijn plannen voor de nabije toekomst op een rijtje te kunnen zetten. Ik wandelde door de oude stad, fietste langs de rijstvelden, maakte een boottocht over de rivier, en bedacht me dat het helemaal niet zo'n gek idee zou zijn om hier wat langer te blijven. Aanvankelijk was het weinig meer dan een gezellige dagdroom. Maar toen ontmoette ik N. Ik was eigenlijk helemaal niet op zoek naar iemand, maar N. was intelligent en lief en kritisch, en hield net als ik van wandelen en fietsen en lekker eten, en we konden met elkaar praten en naar elkaar luisteren. Dus voor ik er erg in had had ik haar terechte vraag 'maar als je verder reist, dan gaat het toch niet werken tussen ons?' beantwoord met 'dan blijf ik toch hier, in plaats van naar China of Korea te gaan?'. Het was een impuls, natuurlijk; maar ik geloof wel dat impulsen het verdienen om serieus genomen te worden. Mijn keuze om als middelbare scholier naar Japan te gaan was een impuls, evenals mijn beslissing om mijn master in Engeland te gaan volgen, om maar eens wat te noemen. Beide hebben me veel moois gegeven.

Keuzes worden altijd gemaakt in het hier en nu, ook al realiseren we ons dat meestal niet. We denken dat we keuzes maken voor de toekomst, maar onze perceptie van de toekomst is niets anders dan een constructie van het heden. Met andere woorden: hoe wij de toekomst zien zegt niets over hoe die toekomst eruit zal zien. Het is een constructie gebaseerd op onze huidige verlangens en angsten, niets meer. Toekomst is een verre abstractie, altijd aan gene zijde van het kenbare. Angst voor de toekomst is daarom per definitie een reflectie van het heden; en wordt altijd ervaren in het nu, op dit moment. Mensen laten zich bij het maken van keuzes vaak beinvloeden door toekomstangsten: misschien dat ik dit werk over een jaar niet meer leuk vind, ik weet niet of deze relatie wel haalbaar is, enzovoorts. Natuurlijk weet je dat niet - daarvoor is het de toekomst, per definitie onkenbaar. Een keuze kan op niets anders gebaseerd zijn dan op het gevoel dat je in het heden hebt (beinvloed door ervaringen in het verleden). Die realisatie kan bevrijdend werken. Er is slechts hier en nu; vertrouw dus maar op je gevoel, en laat je niet gijzelen door een toekomst die je zelf bij elkaar gevreesd hebt.

Het hier en nu is voor mij Hoi An. Dus heb ik besloten om in mijn impuls te geloven, hoe absurd misschien ook. Niet alles hoeft weloverwogen te zijn. Ik wil wel eens zien wat er gebeurt als de droom de werkelijkheid ontmoet.

Een ding heb ik al wel geleerd. Een nieuw leven in een nieuw land staat niet binnen drie dagen op de rails. Toen ik in Tokyo ging wonen, waren woonruimte, studie en visum reeds geregeld. Hetzelfde gold voor Londen (woonruimte en studie; een visum had ik daar natuurlijk niet nodig). Dit keer is alles anders. Ik moet een visum regelen, werk en een huis vinden, mij een laptop en een scooter aanschaffen, en de taal leren. Mijn paspoort ligt inmiddels bij de immigratiedienst in Ho Chi Minh Stad, en zo God het wil heb ik aan het einde van deze week mijn felbegeerde nieuwe stempel. Een scooter en een laptop zijn vermoedelijk ook niet al te lastig om te vinden, en een nieuwe taal leren is vooral een leuke uitdaging. Werk vinden blijkt lastiger. Ik heb zeker tien vogels in de lucht, maar vooralsnog is er niet een op mijn hand gaan zitten. Het meest concrete is een talenschool in Danang, die reeds heeft toegezegd me in dienst te willen nemen - deze week hoor ik meer, maar waarschijnlijk gaat het voorlopig slechts om enkele uren per week. Een andere talenschool was eveneens op zoek naar parttime leraren, maar heeft niet meer gereageerd na mijn laatste e-mail (Vietnamezen zijn bepaald geen sterren waar het gaat om het beantwoorden van e-mail of het terugbellen van mensen - en dat is een understatement). Er is een taleninstituut in Hoi An dat interesse had, maar nog steeds niet weet of het aan mijn (uitermate bescheiden) salariseisen tegemoet kan komen. Dan zijn er de vogels die nog wat hoger vliegen: een nieuwe talenschool in Hoi An, die ijs en weder en bureaucratie dienende volgende maand van start gaat; een Japans instituut dat opgericht wordt aan de universiteit hier ter plaatse; een basisschool in Danang die naar verluidt op zoek is naar docenten Engels; plannen om mijn masterscriptie op te sturen naar wetenschappelijke journals, en om dagbladen en tijdschriften te bestoken met mijn reisverslagen; en een plan om lokale kunstproducten naar Nederland te exporteren en daar te verkopen. Plannen zat, kortom, maar het duurt even voordat ze gematerialiseerd worden. En ik wil toch echt eerst zeker weten of ik hier aan de slag kan voordat ik veel geld besteed aan een scooter, een laptop en een woning.

Terwijl ik dit schrijf word ik opgebeld door een Amerikaanse kok. Hij had me afgelopen vrijdag uitgenodigd om samen met hem en een aantal reizigers in zijn restaurant te komen eten. De Vietnamese keuken is een van de beste en rijkste ter wereld (waarover ongetwijfeld in een later verhaal meer), en dit het beste restaurant van de stad. Het was verrukkelijk. Enfin, hij belde me op om te zeggen dat er bij hem in huis een fraaie grote kamer vrij is gekomen; gemeubileerd, en compleet met keuken en internet. Wordt hopelijk vervolgd...

Gelukkig hou ik me met meer bezig dan met werk, een visum en een woning. Ik ben begonnen mij verder te verdiepen in de Vietnamese cultuur en geschiedenis. Het hebben van een relatie met een ambitieuze en intelligente Vietnamese jongedame leert je veel over lokale normen en waarden (lees: over confucianistisch seksisme) - ook dat verhaal houdt u nog van mij tegoed, beloofd. Ik kan niet wachten om het te schrijven, mijn vingers jeuken. Maar ik moet nog even wachten, en mij nog wat beter inlezen in de materie, want cultuurkritiek moet wel onderbouwd zijn. Ook ben ik voorzichtig begonnen mij de taal eigen te maken. Dat is een leuke, maar geen eenvoudige opgave, want het is de eerste keer dat ik een tonentaal leer. De A wordt in het Vietnamees heel anders uitgesproken dan een A met een accent grave, een accent aigu of een punt eronder, om maar eens wat te noemen, en het leren van de juiste uitspraak is cruciaal omdat een woord een andere betekenis krijgt wanneer het met een andere toon uitgesproken wordt. Het is een mooie uitdaging.

Ik leer ook het nodige over het politieke systeem hier. Ook wat dat betreft lijkt Vietnam op China: het is een totalitaristische bureaucratie, slechts in naam communistisch. De vrijheid van meningsuiting is beperkt, maar het beschermen van de goede zeden wordt minstens zo belangrijk geacht als het tegengaan van subversieve meningen. De Amerikaanse eigenaar van een tweedehands boekhandel vertelde me dat de censuur hem 450 boeken afhandig had gemaakt - een flinke klap, voor een klein winkeltje. Ik vroeg om welke boeken het ging. Precies wist hij het niet, want ze weigerden de lijst vrij te geven, maar hij wist wel te vertellen dat het in meerderheid om boeketromannetjes ging. Die Westerse imperialistische werken zouden de Vietnamese dames immers maar op verkeerde gedachten kunnen brengen.

Ook veel filosofische en academische werken zijn verboden, helaas. In Thailand en Maleisie kun je elk boek vinden dat je zoekt, maar in Vietnam ben ik nog geen enkele serieuze boekhandel tegengekomen. Maar het lijkt de meeste mensen weinig uit te maken. Op economisch gebied is Vietnam zo kapitalistisch als Engeland in de negentiende eeuw. Iedereen heeft de vrijheid om naar hartelust handel te drijven en geld te verdienen, en de competitie is in veel sectoren van de economie dan ook groot. In tegenstelling tot wat voorstanders van de vrije markt ons willen doen geloven komt dat de kwaliteit van hun producten niet altijd ten goede. De toeristenindustrie in Vietnam wordt gedomineerd door maffiose clubs die mensen op ingenieuze wijze hun geld afhandig weten te maken (zie mijn tip 'Vermijd TM Brothers/Cafe'). Desalniettemin is economische vrijheid de enige vrijheid die het grootste deel van de bevolking zich wenst. Democratie, vrijheid van meningsuiting en persoonlijke vrijheid hebben voor de meeste Vietnamezen weinig of geen prioriteit, zo is mijn indruk.

Laat ik deze stelling illustreren aan de hand van een voorbeeld. Gisteren was ik te gast bij de 'English Club' van de plaatselijke universiteit. Deze club, opgezet door mijn geliefde N., komt elke twee weken bijeen om te luisteren naar Engelstalige presentaties, en vervolgens in het Engels een discussie te voeren. Ik had aangeboden om een verhaal te houden over Nederland. Zo gezegd, zo gedaan. Omdat ik wel vermoedde dat het niveau van de meeste studenten niet al te hoog zou zijn, en omdat mijn Japanse ervaringen me geleerd hadden dat Aziatische studenten over het algemeen over weinig kennis beschikken aangaande andere landen dan hun eigen, had ik het simpel gehouden. Een powerpointpresentatie met foto's van tulpen en klompen en de koningin, een verhaaltje over windmolens en deltawerken, een beetje Rembrandt en Van Gogh en natuurlijk schaatsen en voetbal, dat werk. Ik bleek het niveau van de studenten goed ingeschat te hebben. Ze begrepen het meeste van wat ik vertelde, en konden zich dankzij de foto's een beeld vormen van Nederland. Maar de cliches overstijgen, dat zat er niet in.

Na afloop van de presentatie werd de groep opgesplitst in kleinere groepjes, om met elkaar in discussie te gaan. Ik had gedacht aan een discussie over het Nederlandse softdrugsbeleid, of over het homohuwelijk, of over ons meerpartijensysteem. U had het gezicht van N. moeten zien toen ik haar dit voorstelde... Daar ze (terecht, vermoedelijk) vreesde dat een dergelijke discussie zou kunnen leiden tot een wel erg spoedig einde van haar English Club, stelde ze voor om te discussieren over de vraag of voetbal een goede reden is om je gezin te verwaarlozen, iets van die strekking. Dat leek mij nou weer niet echt een onderwerp dat zich leent voor een vlammende discussie. (Want laten we wel wezen: natuurlijk is het dat! Maar niet verder vertellen hoor, vooral niet aan N.) Uiteindelijk had ik het antwoord: een discussie over het Nederlandse rookverbod. Politiek niet al te beladen, maar toch een aardig discussieonderwerp.

Mijn eigen mening aangaande dit onderwerp is niet eenduidig. Enerzijds ben ik voor, anderzijds tegen. Om persoonlijke redenen ben ik voor. Ik vind het heerlijk om lekker te kunnen eten, drinken en dansen zonder voortdurend andermans tweedehands rook in te hoeven ademen. Veel rokers zijn tamelijk asociaal: ze eisen zich het recht op publieke ruimtes te vullen met hun rookwalmen, en trekken zich niets aan van de niet-rokende meerderheid. Het is niet meer dan terecht dat de niet-rokende meerderheid nu de rokers hun plek heeft gewezen, ben ik geneigd te denken.

Maar er is een maar. Het rookverbod is een symptoom van twee zorgelijke, gerelateerde trends. Ten eerste is er de inmiddels algemeen geldende opvatting dat elk risico vermeden moet worden, dat geluk en een goede gezondheid grondrechten zijn, dat ziekte en uiteindelijk zelfs dood er zijn om overwonnen te worden. Niet alleen de samenleving is maakbaar, ook de mens, zo denken we - we zijn ongeluk en ziekte meer en meer gaan zien als een schending van ons geboorterecht, in plaats van als een onvermijdelijk deel van het leven. De paradox is natuurlijk dat die voortdurende obsessie met geluk en gezondheid, en dat geloof in de maak- en controleerbaarheid van ons eigen leven, uiteindelijk datgene is dat ons pas echt ongelukkig maakt. Geluk wordt gekwantificeerd, uitgedrukt in levensverwachting en BNP, en losgekoppeld van het hier en nu. Een eeuwige toekomstbelofte, een pot met goud aan het eind van de regenboog, waar we als kippen zonder kop achteraan rennen. Wie nu geniet, wordt veroordeeld, want hij rent niet achter de pot met goud aan. Het is als de Grijze Heren in Michael Endes 'Momo en de tijdspaarders', die de mensen het hier en nu afhandig maken door hun tijd van ze te stelen, en prachtige beloften voor de toekomst te maken. Alleen zijn wij onze eigen Grijze Heren.

Het tegengaan van roken is een bevestiging van deze zorgelijke trend. De roker heeft volstrekt gelijk wanneer hij zegt: 'ja, ik weet ook wel dat het ongezond is. So what? Mag ik alstublieft zelf bepalen of ik ongezond wil leven? Roken draagt voor mij bij aan de kwaliteit van mijn leven. Dan maar iets korter leven - dat is het me waard! Ik leef nu, ik wil nu genieten!' Doordat we ons geluk menen te kunnen controleren, vervreemden we ons ervan, en maken onszelf zodoende ongelukkig. De roker begrijpt ten minste dat geluk in het huidige moment te vinden is, niet in de abstracte toekomst.

Er is een tweede trend die me zorgen baart. De regering Balkenende-IV is zo paternalistisch als de paus. Ze weet precies wat goed en slecht voor ons is, dent dat wij dat zelf niet kunnen bepalen, en ziet het zodoende als haar taak om ons op te voeden, ons te controleren, en ons te dwingen het 'goede' te doen. Dat gaat over veel meer dan alleen het rookverbod. Het gaat ook over het nieuwe ministerie van opvoedkunde, waar een minister met de Bijbel in de hand een enorme Big Brother-database aanlegt om gedetailleerd bij te kunnen houden hoe mensen hun kinderen opvoeden. Wanneer zij dat doen op een manier die hem en zijn ambtenaren niet welgevalt, hebben ze de macht om kinderen uit huis te plaatsen en hen te 'heropvoeden' (komt dat woord u ook niet bekend voor?). Het gaat ook over de nieuwe kruistochten tegen porno en softdrugs, of over de imperking van privacy omwille van onze 'nationale veiligheid'. Gaat u maar rustig slapen, vadertje Balkenende waakt over u. Rouvoet zit bij uw babyfoon, Klink heeft uw medisch dossier stevig in zijn handen, en Plasterk gaat ervoor zorgen dat uw kinderen geen dingen op tv zien die slecht voor ze zijn. De regering voedt u op, godzijdank, want u bent onwetend en geneigd tot het slechte - dat is de premisse. Maar wie zegt mij dat de regering inderdaad beter weet dan ik, wat goed voor me is? Wie garandeert mij dat de regering inderdaad het beste met mij voor heeft? En zelfs als dat het geval is, heb ik dan niet nog steeds het recht om mijn leven te leven zoals ik dat wil? Als 'ongezond' leven mij gelukkig maakt, waarom heb ik dan niet de keuzevrijheid 'ongezond' te leven? En wie bepaalt wat 'gezond' en 'gelukkig' is? Dat zijn relatieve, ideologisch beladen begrippen. Misschien zie ik 'geluk' wel heel anders dan minister Klink. Misschien wil ik wel helemaal niet 'gelukkig' zijn. Laat me!

Zoals bij elk undergraduate werkcollege aan elke universiteit ter wereld werd de discussie ook hier gevoerd door een handjevol gemotiveerde studenten, terwijl de meerderheid zweeg. Op een enkele dappere roker na (niet toevallig de enige jongen in het gezelschap die zijn mond durfde te openenen) was men het bedroevend snel met elkaar eens. 'Het rookverbod is goed, want roken is ongezond. Ze zouden het in Vietnam ook moeten invoeren. Niet alleen in restaurants, maar in elke publieke ruimte, inclusief schoolpleinen.' Dat was de strekking. 'Maar is het de taak van de overheid?' probeerde ik nog. 'Mensen kunnen toch zelf kiezen? Ze hoeven niet naar restaurants en bars te gaan waar gerookt wordt als ze dat niet willen. Ze hebben toch de vrijheid hun eigen keuze te maken? Waarom moet de overheid zich zo bemoeien met ons persoonlijke leven?' Glad ijs, zo bleek. Ik kreeg geen respijt. 'Roken is slecht,' zongen de jongedames in koor, 'dus het is goed dat de regering het verbiedt.' De concepten persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid begrepen ze niet. Oh ja, ze kenden de woorden - maar de woorden hadden geen betekenis. De overheid is ervoor om ons geluk en onze welvaart te faciliteren, economisch en anderszins, en dat werkt niet als mensen al te kritisch worden. Persoonlijke verantwoordelijkheid en keuzevrijheid, die fundamentele liberale waarden, hebben in het moderne Vietnam dan ook geen enkele betekenis. Maar als zelfs studenten geen waarde hechten aan morele autonomie en het recht om met je leven te doen wat je zelf wilt, wie doen dat dan wel? Het verbaasde mij hoezeer een discussie over een politieke kwestie zo volstrekt apolitiek gevoerd kon worden. En dat was echt niet alleen vanwege de taalbarriere.

Ik wil niet suggereren dat dit louter een gevolg is van het politieke systeem. Japan, op papier een democratie waar ten minste een zekere mate van vrijheid van meningsuiting geldt, is nou ook niet een land waar de mensen bekend staan om hun liberalisme en individualisme. Het ligt dus dieper dan louter politieke repressie; er zullen ook andere factoren zijn. Laten we dit voorlopig 'cultuur' noemen, hoe diffuus die term ook is. Maar Vietnam heeft natuurlijk wel degelijk een geschiedenis van politieke betrokkenheid en engagement, dus er is meer aan de hand dan louter 'culturele waarden'. Hoe dan ook, die vroegere politieke betrokkenheid lijkt behoorlijk succesvol tot zwijgen gebracht. Mijn generatie wil een goede baan, een dito salaris, een Japanse motorfiets, lekker eten, een liefhebbende echtgeno(o)t(e), en om de zoveel tijd een karaokeavond. Het politieke systeem hervormen? Why bother!?

Over karaoke gesproken. Het was even geleden, maar gisteravond was het dan eindelijk weer tijd voor een dolle zingavond. Twee vrienden van N. waren over uit Ho Chi Minh Stad, en dat was een mooie gelegenheid voor een 'double date'. Net als in Japan huur je in Vietnam je eigen kamer, zodat je alleen onder vrienden bent, en veel aan zingen toekomt. En inderdaad. Eindelijk weer eens de kans om mijn prachtige versies van Hotel California, Morning Has Broken, Heaven en, natuurlijk, I'm A Believer ten gehore brengen. En, tussendoor, de chachacha te dansen op Vietnamese muziek. Lol maken en genieten.

Jammer dat er niets te roken was.

1 comment:

  1. Eerdere reacties:


    greetje, 24 maart 2009:

    Aike wat weer een mooi verhaal. Een snelle tip zo tussen het werken door.
    Heb jij voor werk al eens geprobeerd of je via het medisch comitee Nederland Vietnam ook aan werk kunt komen? (moet je maar zeggen dat je tante al 30 jaar trouwe donateur is....) Dit is hun internetadres: http://www.mcnv.nl/

    Veel liefs en het ga je goed


    Aike, 26 maart 2009:

    Goede tip, bedankt!


    Dick, 27 maart 2009:

    Wat een uitgebreide beschouwing. Ik heb het met plezier gelezen.Maar wat over die 4297 dagen?Kom je dan pas terug?
    Trouwens ik wil je ook nog bedanken voor de kaart die ik mocht ontvangen(en Riek).
    Ik wens je nog heel veel wereld wijsheid toe en veel geluk.
    Groeten Dick


    Marleen, 27 maart 2009:

    Ik zou er bjna weer van gaan roken! Groetjes Marleen


    Aike, 28 maart 2009:

    Bedankt!

    Tja, deze website heeft zo zijn nadelen. De grootste is natuurlijk de geringe ruimte voor foto's. Maar een ander nadeel is dat ze om de zoveel tijd de site menen te moeten 'verbeteren' - dat zijn niet alemaal echte verbeteringen. Zo moet je sinds kort aangeven wanneer je weer terugkomt. Als je niets invult komt er te staan 'Aike is weer thuis'. Omdat ik niet weet wanneer ik weer thuiskom (en op dit moment eigenlijk helemaal niet weet wat 'thuis' is, maar dat terzijde) heb ik maar de verste datum gekozen die ik kon kiezen. Dat is over 4297 dagen (4296, inmiddels)... Maar ik verwacht niet dat het zo lang zal duren voor ik weer voet zet op Nederlandse bodem hoor! :)


    Rachelle, 28 maart 2009:

    Sitting on the dock of the baaaaayyy... I stand by you, me. Bla... :)

    Ben benieuwd naar je verdere ontdekkingen op het gebied van de kritische houding van Aziaten! Het was weer een heerlijk stukske meneer, xchelle


    Marlies, 29 maart 2009:

    Haj Aike,

    Je schrijft echt fantastisch! heel mooi om te lezen. Je stukken geven inspiratie en schudden wakker. Ik vind het fantastisch dat je het durft voor je impulsen te gaan, ben erg benieuwd naar het vervolg van je verhaal.

    Liefs Marlies
    (en natuurlijk bedankt voor je kaartje :) ik ben nu trouwens verhuisd naar een kamer bij de westerhaven, het is echt een prima plekje :D

    ReplyDelete