Saturday 6 October 2007

Love's Labour's Lost

Zoals het een serieus student betaamt wil de jonge koning van Navarra al zijn tijd besteden aan de nobele wetenschap. Samen met drie studiegenoten zweert hij een dure eed: de komende drie jaar zullen zij zich onverveerd op de boeken storten, en in deze tijd met geen enkele vrouw omgang hebben. Immers, de vrouw is een verraderlijk wezen dat reeds vele mannen van het rechte pad afgeleid heeft. Welke ambitieuze student heeft niet meer dan eens belangrijke colleges of zelfs tentamens gemist omdat zijn hart zwaar was van het liefdesverdriet dat een of ander manipulatief vrouwspersoon hem had aangedaan? Welke jongeman heeft niet zeeën van tijd geïnvesteerd in het behagen van een grillige jongedame, terwijl hij deze tijd ook had kunnen besteden aan het vergroten van zijn kennis? Juist! Het meisje en de studie gaan niet samen; het is of het een of het ander. Het meisje geeft misschien kortstondig geluk, maar zij is chronisch onbetrouwbaar. Begeerte leidt tot lijden, zoals Siddharta Gautama en Kim Ki-Duk ons terecht leerden. Het pad van de studie daarentegen is zwaar en vermoeiend, maar zal uiteindelijk tot het ware geluk leiden. Gelijk hebben ze, de koning van Navarra en zijn kameraden.

Helaas, de geest is weliswaar gewillig, maar het vlees is zwak. Wanneer de beeldschone Franse prinses met drie eveneens beeldschone jonkvrouwen een bezoek brengt aan het hof van de jonge koning gaat het natuurlijk mis. Wat zijn mannen toch voorspelbare wezens. Ze zien een mooie vrouw en vergeten direct al het andere om hen heen. Alle goede voornemens en elke strenge moraal verdwijnen zodra er een lieflijk wicht ten tonele verschijnt. De man is een slaaf van zijn testosteron, en dat geldt natuurlijk ook voor de koning en zijn metgezellen. Die duivelse harpijen hebben nauwelijks hun opwachting gemaakt of de vier kijken geen studieboek meer in. Ze verspillen hun kostbare tijd aan het schrijven van barokke liefdesgedichten en aan nutteloze dagdromen. De liefde is een struikrover die de man van al zijn zekerheden berooft. Ze zij vervloekt!

Maar oh oh oh, wat kan 's liefdes destructieve werking toch verrukkelijk vermakelijk zijn wanneer niet jijzelf, maar anderen er het slachtoffer van zijn! Wat is het heerlijk om te kijken naar andermans geklungel, terwijl je zelf veilig in het publiek staat! Er is geen groter vermaak dan leedvermaak. Zo liep ik laatst langs een scène waarin een vrouw haar vriend uitschold en met fruit bekogelde. Ik geneerde me enigszins, maar naast me liep een jongen die verrukt de volgende woorden sprak: 'sweet... I just love human misery'. Die zin deed me lachen, maar hij sloeg de spijker op zijn kop. Mensen genieten van het kleine leed van anderen. Komedies zijn bijna altijd portretten van klungelende mensen en hun kleine leed, en we lachen erom omdat we ons gelukkig prijzen dat niet wij het object van gelach zijn, want we herkennen ons dondersgoed in de domme fouten van hen om wie we lachen. En natuurlijk komt het aan het eind van het verhaal altijd goed, zodat we ons niet al te schuldig hoeven te voelen over ons leedvermaak. Weinigen begrepen dit alles zo goed als de grote verhalenverteller uit Stratford-upon-Avon.

Zou hij vermoed hebben dat hij zovele eeuwen na zijn dood nog zo springlevend zou zijn? Zou hij zich hebben kunnen voorstellen dat liefhebbers van zijn werk in hartje Londen een prachtig zeventiende eeuws houten theater zouden nabouwen, om daar integraal zijn stukken te spelen, zonder daarbij gebruik te maken van de zegeningen van de moderne techniek? Zou hij vermoed hebben dat jaarlijks van mei tot oktober elke dag een paar honderd mensen uit alle landen van de wereld zouden huilen om de dood van Romeo en Julia, kwaad zouden zijn op Iago of Lady MacBeth, en zouden lachen om het geklungel van verliefde jongelui in A Midsummer Night's Dream en Love's Labour's Lost?

Het is een heerlijke zachte middag in de vroege herfst. Gelukkig regent het niet, want het fraaie renaissancetheater heeft geen dak. Voor slechts vijf pond heb je hier een staanplaats en sta je vlak voor het podium. Love's Labour's Lost is een van Shakespeare's vroege komedies, en ik had er nog nooit een uitvoering van gezien. De simpele verhaallijn wordt meer dan goed gemaakt door de prachtige kostuums, door het enthousiasme en het plezier waarmee gespeeld wordt, en natuurlijk door de vele niet altijd even subtiele seksuele verwijzingen die het stuk bevat, en die vandaag de dag nog net zoveel succes hebben als vierhonderd jaar geleden. De regie heeft daar nog maar een schepje bovenop gedaan (wat te denken van een scène waarin de vier jongelui terwijl ze over hun geliefden spreken hun jachthoorns op ietwat suggestieve wijze... eh... liefkozen?). Er wordt af en toe flink geschmierd en over the top gespeeld, en de grappen zijn soms zo plat als een dubbeltje (een van de acteurs speelde op krukken, en dat hebben we geweten ook - wanneer je een kruk tussen de benen van een collega-acteur heen naar voren steekt kun je er natuurlijk vergif op in nemen dat je de lachers op je hand krijgt), en dat is stiekem alleen maar heel erg leuk. Een heerlijke klucht zonder pretentie, gespeeld zonder ontzag maar met heel veel lol - een prima middag voor de lachspieren, kortom. Die Shakespeare.

Zo begint het weekeinde na de eerste collegeweek. Ik neem een voorbeeld aan de koning van Navarra en neem mij voor dit jaar heel hard te gaan studeren. Geen jongedames in mijn blikveld dus. Ik zal mij op niets anders richten dan op mijn studie, eventueel een beetje op de universitaire politiek, en voor het incidentele vermaak op de schone kunsten, maar daar blijft het bij. Geen feestjes, afspraakjes en dergelijke meer. Geen omgang met vrouwen, anders dan uiterst zakelijke. Er is geen vrouw die mij dit jaar het hoofd op hol zal kunnen brengen. Echt niet. Alles voor de studie. Ik zweer het.

1 comment:

  1. Eerdere reacties:


    Aike, 6 oktober 2007

    Zie http://www.shakespeares-globe.org/theatre/annualtheatreseason/loveslabourslost/


    katsuo, 6 oktober 2007

    Ik heb gehoord dat de werk van Shakespeare, Romeo en Juliet, een gelijkenis hebt met de jedo klucht, Kokoro no nazo toketa iroito, die Nanboku Tsuruya, de auteur van Tokaido yotsuyakaidan, had geschreven...

    ReplyDelete